De
vetvogel
Orde
: Caprimulgiformes - familie : Steatornithidae -
geslacht : Steatornis en soort Steatornis
caripensis. De vetvogel heeft weinig nauwe
verwanten.
Deze unieke vogel brengt de meeste tijd
ondergronds door levend in kolonies in de
diepten van inktzwarte grotten. Wanneer
indringers hun onderaardse huis binnenkomen,
maken vetvogels een kakofonie van duivels
geschreeuw en grommend geroep waar je haren van
overeind gaan staan. Vandaar hun Venezolaanse
naam Guacharo, wat 'iemand die schreeuwt of
jammert' betekent en hun Trinidiaanse naam
diablotin, of 'kleine duivel'.
De vetvogel is zeer vlug, maar kan erg langzaam
vliegen, fladderen en acrobatisch draaien
wanneer hij door de nauwe rotsopeningen vliegt.
Om veilig te sturen wanneer hij ondergronds is,
gebruikt deze vogel een proces dat echolocatie
noemt. Dit houdt in dat hij geluidspulsen
uitzendt en daarna de echo's gebruikt die
terugkaatsen van voorwerpen om zo een idee te
krijgen van zijn omgeving. Hij heeft ook een
uitstekend nachtzicht wanneer hij 's nachts door
de lucht vliegt. Met zijn uitzonderlijk
reukvermogen kan hij makkelijk rijp fruit aan de
bomen lokaliseren, vooral die van laurier en
gomharsbomen, die sterk geuren.
Hoewel de vetvogel een lange geschiedenis kent
waarbij zijn jongen door mensen werden geroofd,
wordt hij nu bedreigd door menselijke
activiteiten. Veel na de koloniale grotten van
de vogel worden bij wet beschermd, maar de
fruitbomen waarvan hij eet worden geveld omdat
er ontbost wordt vanwege landbouw en menselijke
nederzettingen. De totale populatie in
Venezuela, waar de vetvogel het meest bestudeerd
is, ligt zo tussen de 40.000 en de 50.000
vogels, met een iets kleiner aantal in Colombia.
Wanneer de nacht valt zijn in de grotten
rusteloze vogels hoorbaar, die schreeuwen en
kwetteren terwijl ze zich verzamelen om voedsel
te zoeken. De kolonie vliegt uit de grot en
verdeelt zich dan in kleinere groepen wanneer ze
een voedselplaats naderen. Ze plukken fruit met
hun gekromde snavels, en slikken het helemaal
door. Het meeste fruit dat een vetvogel eet
heeft maar ��n grote pit. Al het vruchtvlees
wordt eraf gehaald in de gespierde maag van de
vogel voordat het weer opgebraakt wordt.
Fruit is voedsel en nestmateriaal voor deze
vogels. Ze bouwen nesten van opgebraakt fruit
vermengd met uitwerpselen en modder dat bij
elkaar wordt gehouden door speeksel. Heeft het
vrouwtje haar eieren eenmaal gelegd, dan broedt
het paar ze om beurt uit, en voeden hun jongen
later met opgebraakt fruit. De jongen
ontwikkelen zich langzaam in vergelijking met de
meeste andere vogels. Ze blijven 88 tot 125
dagen in het nest. Dit komt waarschijnlijk
doordat het fruit dat ze eten weinig eiwitten
bevat. Met 70 dagen zijn ze half zo zwaar als
hun ouders.
|