De
vijfdradige meun
De vijfdradige meun of Ciliata
mustela.
Beschrijving
Eerste rugvin met ��n normale en 50-60 zeer
korte vinstralen in een groeve, tweede rugvin
met 45-56, anaalvin met 40-46 vinstralen.
Bovenzijde donkerbruin, flanken en buik licht
grijsbruin. Slank lichaam met twee rugvinnen,
waarvan de eerste is gereduceerd tot ��n normale
vinstraal, gevolgd door 50-60 zeer korte vrije
(dus niet door membraan verbonden) vinstralen,
die in een groeve liggen. Tweede rugvin en
anaalvin zeer lang. Vijf tastdraden : ��n aan de
kin, twee op de bovenlip en twee bij de voorste
neusgaten.
In de Waddenzee levende vijfdradige meunen
trekken gedurende de late herfst naar de
Noordzee en keren in het voorjaar naar de
Waddenzee terug. Deze trek wordt ook door
garnalen gemaakt, hun belangrijkste voedselbron.
Verder eten vijfdradige meunen ook grondels.
Jonge meunen worden op hun beurt veel door
zeevogels gegeten, omdat ze in ondiep water
leven.
Lengte
30 cm.
Verspreiding
Noordoost-Atlantische Oceaan en Noordzee. Langs
de Nederlandse kust algemeen op zandige bodems.
|