Violette
loopkever
Grootte
: 22-35 mm. De dekschilden en het halsschild van
de overigens zwarte kever zijn roodviolet, blauw
of groen afgezoomd. Poten en sprieten zijn
eveneens zwart. De lange, ovale dekschilden zijn
fijn gekorreld. Het is een zeer variabele soort
met een sterke neiging tot het ontwikkelen van
ondersoorten.
Verspreiding : wijd verspreid in Europa, tot
Oost-Siberi� en Japan. Komt voor van het
laagland tot in het gebergte, vooral in bossen
maar ook in open gebieden. Wel mijdt deze soort
droge plaatsen.
De kevers zijn van juni tot augustus te vinden.
Ze voeden zich met verscheidene insecten en de
larven ervan, maar eten ook aas en af en toe
zwammen. Jeugdstadia : larven hebben eveneens
een rovende levenswijze. Ze leven in de grond en
verpoppen zich na twee vervellingen.
|