Rubriek :
Ziekten en
aandoeningen overzicht
Voedselallergie
Wat is voedselovergevoeligheid?
Voedselovergevoeligheid is een verzamelnaam voor alle
overgevoelige reacties op voeding, zoals onder andere
voedselallergie�n en voedselintoleranties.
Ondanks dat de klachten hetzelfde kunnen zijn, hetgeen
onderscheid vaak moeilijk maakt, gaat het om twee verschillende
aandoeningen.
Bij voedselallergie reageert het afweersysteem (te) sterk op
bepaalde eiwitten ("allergenen") die in voeding voorkomen.
Voedselallergie komt bij zuigelingen en jonge kinderen vaker
voor dan bij volwassenen. Doordat de darmen nog niet volledig
ontwikkeld zijn, kan het voorkomen dat met name de eiwitten in
de voeding niet volledig afgebroken worden. Deze wat grotere
deeltjes kunnen gemakkelijker allergie�n oproepen, zoals
bijvoorbeeld een koemelkeiwitallergie bij baby's. Bij volledige
rijping van de darmen, na ruim een jaar, kunnen deze eiwitten
vaak wel verdragen worden. Aan de andere kant komt
voedselallergie ook bij oudere kinderen en volwassenen voor. Dit
betreft dan minder vaak een allergie voor koemelk, maar
bijvoorbeeld voor noten, fruit, kruiden, sesamzaad en
dergelijke.
Wat gebeurt er in het lichaam bij allergie�n?
Zoals gezegd, reageert het afweersysteem in het lichaam
versterkt op de opgenomen eiwitten. Er worden in dat geval
antistoffen aangemaakt tegen deze eiwitten, die bij
niet-allergische mensen niet worden geproduceerd. Deze
allergische antistoffen worden IgE antistoffen genoemd en zijn
specifiek gericht op ��n soort eiwit. We noemen dit proces
sensibilisatie, 'gevoelig geworden zijn'. Er treedt een reactie
op als na inname van het specifieke voedingsmiddel het eiwit in
contact komt met het betreffende IgE. Deze reactie veroorzaakt
uiteindelijk de klachten.
Erfelijkheid
Een aanleg voor allergie�n is meestal erfelijk en aangeboren.
Iemand kan een aanleg voor een allergie hebben, zonder dat
hij/zij klachten heeft. Heeft een kind niet de aanleg om
allergisch te reageren, dan zal er nooit een
koemelkeiwitallergie ontstaan. Is ��n ouder allergisch dan is de
kans voor een kind om allergisch te worden 25%, zijn er twee
ouders of twee gezinsleden allergisch dan is de kans 50%. Als
beide ouders allergisch zijn en een ander gezinslid, dan is de
kans 75%.
Bij pati�nten die een voedselintolerantie hebben, ontstaan de
klachten ook na inname van voeding, maar lijkt het afweersysteem
niet betrokken te zijn. Vaak gaat het om producten die in een
geringe hoeveelheid wel verdragen kunnen worden. In de loop der
tijd kunnen 'normale' hoeveelheden ongewenste reacties oproepen.
Een bekend voorbeeld is jeuk na het eten van aardbeien of
chocolade. Een enkele aardbei wordt dan wel verdragen. Over de
oorzaak waarom bepaalde producten klachten geven, wordt veel
gespeculeerd. Echte bewijzen zijn er nog niet.
Lactose intolerantie versus koemelk(eiwit)allergie.
Vooral met betrekking tot zuigelingen bestaat hierover soms
verwarring. Lactose is een onderdeel van koemelk: de melksuiker.
Je kan een koemelkeiwitallergie hebben of een lactose
intolerantie. Dat zijn twee verschillende reacties, alhoewel je
op dezelfde producten (koemelk) kan reageren en soms met
dezelfde symptomen.
Heb je een koemelkeiwitallergie, dan verdraag je over het
algemeen wel de melksuiker maar niet het eiwit in melk. Heb je
een lactose-intolerantie, dan verdraag je vaak wel de
koemelkeiwitten. Een lactose intolerantie bij kinderen onder een
jaar is zeldzaam. Bij een lactose intolerantie ontstaat er
diarree na het gebruiken van koemelk.
Welke klachten zouden kunnen wijzen op voedselovergevoeligheid?
De volgende klachten kunnen symptomen zijn van
voedselovergevoeligheid:
Huid: jeuk, uitslag, eczeem, galbulten (netelroos, urticaria),
oedeem (ophoping van vocht in bijv. oogleden, mond, lippen of
keel)
Luchtwegen: astma, (astmatische) bronchitis, slijmvorming (bijv.
leidende tot veelvuldige oorontstekingen) of chronische
verkoudheid
Maag/darm: buikpijn, kolieken, diarree, obstipatie, krampen,
misselijkheid, braken
Andere: anafylactische shock, migraine, gedragsklachten,
excessief huilen (babies) of groeivertraging.
Soms kan een zeer ernstige reactie optreden (anafylaxie), die
gepaard kan gaan met benauwdheid, braakneiging, opgezette tong,
hetgeen in het ernstigste geval kan leiden tot een
shocktoestand. Gelukkig komen dit soort reacties zelden voor.
Een allergische reactie uit zich meestal vrijwel direct - dat
wil zeggen binnen een paar minuten tot een paar uur na het eten
van het allergeen. Toch kan het soms ook langer duren, zoals
bijvoorbeeld bij eczeem. Het is zelfs mogelijk dat een reactie
pas na 24 uur optreedt. Dat maakt het leggen van een verband
tussen oorzaak en gevolg soms moeilijk. Om hier een beter
inzicht in te krijgen, kan men een voedseldagboek bijhouden.
Bij zuigelingen is koemelk de grootste boosdoener van
allergische klachten. In geval van koemelkeiwitallergie, wordt
hypo-allergene zuigelingenvoeding geadviseerd. Bij deze
voedingen (ook wel hydrolysaten genoemd) zijn de eiwitten
voorverteerd: als het ware in kleine stukjes afgebroken. Soja-,
geiten- of paardenmelk zijn in de meeste gevallen geen geschikt
alternatief, omdat hiervoor ook allergie�n ontwikkeld kunnen
worden
Naarmate het kind ouder wordt, kan een allergie vanzelf
verminderen. Sommige allergie�n (met name bij kinderen) kunnen
in de loop van de jaren 'spontaan' verdwijnen, zoals onder
andere een koemelkeiwitallergie. Andere allergie�n blijven
langer bestaan. Zo gaat een pinda allergie zelden over en is
deze bijna altijd levenslang.
Welke producten kunnen allergie�n veroorzaken?
Iemand die allergisch is, kan reageren op verschillende soorten
stoffen:
voedingsmiddelen: door het eten van bepaalde voedingsmiddelen
kunnen diverse klachten ontstaan.
inhalatie allergenen: stoffen die in de lucht 'hangen' die vaak
tot problemen leiden bij oog/neus/oren. Denk bijvoorbeeld aan
stuifmeel van gras of bomen.
Vaak spelen meerdere dingen tegelijk een rol, waardoor het
moeilijk wordt om een juist verband tussen oorzaak en gevolg te
bepalen. Daarnaast kunnen bij voedselallergische mensen vaak ook
andere allergie�n meespelen, zoals bijvoorbeeld een allergie
voor huisstofmijt of andere inhalatieallergie�n. Als dan een
juist dieet gehouden wordt waarbij voedingsallergenen weggelaten
worden, kunnen toch allergische klachten blijven bestaan vanwege
prikkels vanuit de lucht, afkomstig van bijvoorbeeld dieren,
pollen en huisstofmijt.
Frequent voorkomende allergene voedingsmiddelen zijn:
koemelk
kippenei
vis/schaal/schelpdieren
noten
pinda
soja
tarwe
sesamzaad
Dit is een opsomming van de meest voorkomende allergenen, maar
in principe kan elk voedingsmiddel een reactie geven. Bij het
onderwerp 'onderzoeken' staan we stil bij hoe je erachter kan
komen of er allergie�n meespelen en welke.
Voedselintolerantie kan veroorzaakt worden door:
histaminerijke producten zoals bijv. zuurkool
conserveermiddelen (o.a. sulfiet)
kleurstoffen (o.a. tartrazine)
smaakversterkers/glutamaten (o.a. vetsin)
Gedragsklachten naar aanleiding van voeding kunnen gebaseerd
zijn op intoleranties.
Welke onderzoeken zijn mogelijk?
Een arts zal allereerst de (familie)geschiedenis van de pati�nt
in kaart brengen (de anamnese). Daarnaast bestaan er
verschillende soorten testen, die bij het opsporen van
allergie�n als hulpmiddel kunnen dienen.
Bloedtest
In het bloed kan de aanwezigheid van specifieke allergische
(IgE) antistoffen onderzocht worden. Meestal wordt de
aanwezigheid van een specifieke antistof voor de meest verdachte
allergenen onderzocht. Hierbij is het van groot belang dat een
(ervaren) arts de uitslag correct interpreteert en toelicht.
Alhoewel vaak anders beweerd wordt, kunnen bloedtesten ook bij
jonge kinderen al vanaf de zuigelingenleeftijd uitgevoerd
worden.
Huidtesten
De meest bekende huidtest is een krasjestest. Hier wordt een
druppel van wat vloeistof met een allergeen op de huid
aangebracht en vervolgens wordt een minuscuul krasje in de
druppel gezet. Binnen een kwartier krijg je al dan niet een
reactie. Het lijkt een vervelende test, maar van de krasjes
merkt men amper iets. De uitslag is daarna meteen bekend, in
tegenstelling tot het bloedonderzoek.
Hoe betrouwbaar zijn deze testen?
Op zich is een combinatie van beide testen het beste voor een
goede interpretatie. Als er specifiek IgE aangetoond is in de
bloedtest dan is er sprake van sensibilisatie ('gevoelig zijn')
voor het desbetreffende product. Het kan voorkomen dat iemand
toch deze producten kan eten. Dit heeft te maken met het feit
dat het eiwit zodanig wordt afgebroken in de darmen dat er geen
allergische reactie ontstaat. De huidige laboratoriumtechnieken
zijn zo verbeterd dat negatieve uitslag (geen aangetoond
specifiek IgE) een allergie in de meeste gevallen uitsluit.
Eliminatie/provocatie
Eigenlijk is het eerst weglaten (elimineren) van een verdacht
product en vervolgens opnieuw introduceren (provoceren), de
enige betrouwbare methode om te testen of en waarvoor iemand
allergisch is. Goede begeleiding van een di�tiste is hierbij
heel belangrijk.
Testen via alternatieve methoden
Ook via diverse alternatieve behandelmethoden kan men testen.
Een voorbeeld hiervan is Touch For Health (spierspanning) of
bioresonantie (electroaccupunctuur).
Hoe zijn de klachten te behandelen?
Allergie�n zijn niet te genezen. Wel kan, met een juist dieet en
juiste voorzorgsmaatregelen, voorkomen worden dat er allergische
klachten blijven bestaan of ontstaan. Een correct en consequent
dieet is vaak de enige oplossing bij voedselallergie�n. In de
loop van de tijd kunnen allergie�n minder worden of kunnen
nieuwe allergie�n zich voordoen. Het meest voorkomende verloop
is dat kinderen vooral last hebben van voedselallergie�n maar
dat deze met de jaren afnemen.
Als met het houden van een dieet niet alle klachten voorkomen
kunnen worden, zijn er verschillende medicijnen om de klachten
te verminderen. Helaas bestaan er geen medicijnen om allergie�n
te genezen.
Antihistaminica verminderen de klachten die het gevolg zijn van
vrijgekomen histamine. Het middel kan preventief gebruikt worden
of bij acute allergische klachten, om de allergische reactie te
remmen. Sommige antihistaminica hebben een licht versuffende
werking, hetgeen voor kinderen soms gunstig kan zijn als het
voor het slapen gegeven wordt. Antihistaminica mogen over het
algemeen pas vanaf 1 jaar voorgeschreven worden.
Natriumcromoglicaat is een geneesmiddel dat als
voorzorgsmaatregel gebruikt kan worden om reacties op verborgen
allergie�n te blokkeren, zoals bijvoorbeeld bij een etentje
buitenshuis. Het werkt alleen bij verborgen, kleine hoeveelheden
allergeen.
Hormoonzalven (corticostero�den) kunnen gebruikt worden als het
eczeem niet onder controle te houden is. Hormoonzalven remmen de
ontstekingsreacties en zijn heel veilig, mits correct gebruikt.
Gebruik zalven alleen indien nodig en altijd onder supervisie
van een arts.
Bij allergie�n is behandeling door een arts of specialist
(kinderarts, allergoloog of dermatoloog) noodzakelijk. Vaak
wordt daarbij ook een di�tist geraadpleegd, die in de gaten kan
houden of de totale voeding volwaardig is. Ook alternatieve
behandelaars kunnen soms klachten verlichten. Als er meerdere
artsen of behandelaars betrokken zijn, is het belangrijk dat
allen op de hoogte gehouden worden van elkaars behandelingen.
Stop in ieder geval nooit met medicijnen zonder vooraf overleg
met de voorschrijvende arts.
Is preventie van allergie�n mogelijk?
Een aantal (voorzorgs)maatregelen kan effectief zijn om het tot
uiting komen van allergische klachten uit te stellen, minder
heftig te laten verlopen of soms zelfs te voorkomen. Maar: geen
van deze voorzorgsmaatregelen is een garantie dat een allergie
voorkomen kan worden. Met name van de eerste drie maatregelen is
bewezen dat ze preventief kunnen werken, maar ook de overige
maatregelen lijken bij te kunnen dragen aan de preventie van
allergische aandoeningen.
Niet roken tijdens en na de zwangerschap en het kind niet
blootstellen aan rook. Rook stimuleert de aanmaak van
allergische antistoffen;
Het geven van volledige borstvoeding, liefst zes maanden, kan
allergische klachten verminderen of soms voorkomen;
Geef kinderen met verhoogde kans op allergie g��n bijvoeding
voor de leeftijd van 6 maanden: start de voedselintroductie in
overleg met een di�tiste;
Vermijd de bekendste voedselallergenen het eerste jaar;
Neem geen huisdieren en beperk blootstelling aan huisstofmijt;
Een zwangere en borstvoedende vrouw kan beter geen pinda's eten,
omdat een kind al in de baarmoeder en door borstvoeding
allergisch kan worden voor pinda;
Als er al een ouder kind is met allergische klachten, dan kan de
borstvoedende moeder overwegen om zelf een hypoallergeen dieet
te volgen.
Tot slot
Met een goede diagnose van voedselovergevoeligheden kan men
juiste (al dan niet preventieve) maatregelen nemen. Het volgen
van een dieet waarbij de producten die tot klachten leiden
weggelaten worden, is de belangrijkste maatregel. Alhoewel het
hebben van een allergie niet altijd - ook sociaal gezien - even
makkelijk is, kan er meestal prima mee geleefd worden.