Het
vogelbekdier
Het
vogelbekdier is het enige lid van het geslacht
Ornithorhynchus. Orde : Monotremata - familie :
Ornithorhynchidae en soort : Ornithorhynchus
anatinus.
Het vogelbekdier is zowel beroemd vanwege zijn
bizarre uiterlijk als om het feit dat hij eieren
legt. Zijn snavel lijkt op die van een eend,
maar is buigzaam en gevoelig bij aanraking. Hij
is ideaal aangepast aan het leven in het water
door een dichte, waterafstotende vacht en korte
ledematen die uitlopen in volledige zwemvliezen.
Zijn brede, platte staart dient als roer bij het
zwemmen. Omdat het vogelbekdier drijft, moet hij
steeds naar beneden zwemmen om onder te blijven.
Het vogelbekdier schuimt de rivierbodem af op
zoek naar voedsel zoals insectenlarven, kleine
vissen en slakken. Zowel de prooi als het zand
worden opgeslagen in de wangzakken. Wanneer het
dier de oppervlakte bereikt, maalt hij zijn
voedsel fijn, gebruikmakend van het zand en de
hoornplaten in zijn kaak. De platen aan de
voorkant zijn scherp genoeg om mee te snijden;
die aan de achterkant zijn platter voor het
malen. Ze slijten dus snel af en blijven
voortdurend groeien. Een vogelbekdier kan de
helft van zijn lichaamsgewicht aan voedsel eten
in ��n nacht.
Paren vindt ��n keer per jaar plaats na een lang
zwemritueel waar het vrouwtje mee begint. Ze
legt eieren in een nest in de rivieroever, dat
ligt aan het eind van een tunnel van wel
achttien meter lengte. Het nest is bekleed met
natte bladeren om de eieren vochtig te houden,
en het vrouwtje kronkelt zich eromheen om ze uit
te broeden. Wanneer de vogelbekdieren uitkomen
zijn ze blind en hulpeloos. De borstklieren van
het vrouwtje hebben geen tepels, dus likken de
jongen de melk op terwijl die langs haar vacht
loopt. Soms laat zij ze tot 38 uur alleen in het
afgesloten nest achter terwijl zij voedsel gaat
zoeken. De jongen blijven ongeveer vier maand in
het nest, tegen die tijd hebben ze hun volledige
vacht.
Het vogelbekdier is een nachtdier. Het brengt
zo'n zeventien uur per dag door met uitrusten in
holen. Het duikt en zwemt met zijn ogen en
primitieve oren gesloten, en vertrouwt op zijn
snavel voor de navigatie en het vinden van
voedsel. Sensoren in de huid van de snavel
pikken elektrische velden op die gegenereerd
worden wanneer prooidieren hun spieren gebruiken
om te bewegen. Het vogelbekdier kan een paar
minuten onder water blijven door zijn longen met
lucht te vullen voordat het duikt, ook heeft het
een uitzonderlijk hoge concentratie
zuurstofrijke rode bloedlichaampjes. Het
volwassen mannetje heeft een klauwachtig spoort
aan zijn enkel dat in staat is gif te
injecteren.
Ooit werd er veel op hem gejaagd vanwege zijn
vacht, maar het vogelbekdier wordt nu wettelijk
beschermd. In nationale parken en andere
beschermde gebieden zijn hun aantallen erg
toegenomen en komt hij nu relatief veel voor.
|