Rubriek :
Dier - algemeen
Vogels en vleeseters van
Madagascar
Er
leven drie inheemse vogelfamilies op Madagascar. Het zijn de
steltrallen, de Madagascar-pitta's en de vanga's. De vanga's
hebben hun leefgewoonten het best aangepast aan het beschikbare
voedsel en de beschutting van de verschillende gebieden. Wat dat
betreft lijken ze veel op de honingkruipers van Hawaii en de
vinken van de Galapagos Eilanden.
De steltrallen staan ook bekend als roatelo's of monia's. Het
zijn op de grond levende vogels. Ze zijn verwant aan de rallen.
Er leven op Madagascar drie soorten. De steltrallen zijn zulke
slechte vliegers, dat ze in de boom moeten klimmen om hun nest
te bereiken. Het nest is een losjes in elkaar gezet platform van
takken, dat maar ongeveer een meter boven de grond zit. De
bekendste vogel van deze soort is de bruine steltral. Hij leeft
in de tropische bossen langs de oostkust van Madagascar. Een
ander lid van de familie, de Bensch-steltral heeft een
eigenaardige gewoonte : het vrouwtje heeft verschillende
mannelijke partners. Die mannetjes bouwen gezamelijk het nest.
Van de Madagascar-pitta's zijn er vier soorten. Ze leven in de
vochtige wouden aan beide zijden van het eiland. De
Schlegels-asiti en de fluweel-asiti horen bij de weinige soorten
die van vruchten leven. De twee andere soorten
Madagascar-pitta's staan beide bekend als onechte honingzuigers
of honingpitta's. Men had ze aanvankelijk bij de honingzuigers
ingedeeld, omdat ze daar zoveel op leken. De honingpitta's zijn
wat lichter gebouw en hebben kortere poten dan de echte
honingzuigers. Ze hebben echter net als de echte honingzuigers
een lange, naar beneden gebogen snavel. Pas in 1933 ontdekte men
dat de honingpitta's geen echte honingzuigers waren. Van de twee
soorten honingpitta's komt de langsnavelige honingpitta het
meeste voor. De andere soort is de kleinsnavelige honingpitta.
Deze is zeer zeldzaam geworden, doordat veel van de bossen
waarin hij leeft, zijn gekapt. Men kent hem nu alleen nog van
negen exemplaren die in museums te zien zijn. Volgens sommige
biologen is de kleinsnavelige honingpitta reeds uitgestorven.
De
vanga's vormen de meest opvallende vogelfamilie van Madagascar.
Ze zijn nauw verwant aan de klauwieren. De vanga-familie telt
elf soorten. Ze verschillen onderling in uiterlijk en
levenswijze. Ze leven van insecten en kleine gewervelde dieren.
De blauwe vanga's bijvoorbeeld leven boven in de bomen waar ze
tussen de takken insecten zoeken. De Lafresnaye's-vanga eet
behalve insecten ook hagedissen en ikkers. De piepkleine
meesvanga lijkt sterk op de koolmees. De helmvanga jaagt op
gekko's, kameleons, hagedissen en kleine vogels. En de dertig cm
lange sikkelsnavelvanga gebruikt zijn lange snavel om insecten
uit barsten in de boomschors te peuteren. Dan is er nog de
koraalsnavelvanga. Hijk lijkt in gedrag sterk op de boomklever.
Op Madagascar leven veel roofvogels die nergens anders
voorkomen. Men vindt er bijvoorbeeld de Madagascar-torenvalk
(zie foto), de Madagascar-koekoeksvalk, de Madagascar-zeearend
en de Madagascar-buizerd. De zeldzaamste roofvogel is
vermoedelijk de Madagascar-slangenarend. Zijn naam is trouwens
misleidend : hij eet geen slangen.
Er leven ook verschillende parkietsoorten. Daarvan is de
grijskop-agapornis tot het eiland beperkt. Tot de roofdieren van
Madagascar behoren de Egyptische ichneumon en een soort wilde
kat. Beide diersoorten zijn door de mens op het eiland gebracht.
De meeste inheemse vleeseters horen tot de familie van de
civetkatten. Men vindt er bijvoorbeeld de fanaloka en de daar
nauw mee verwante kleine fanaloka. Verder is er de fretkat (zie
foto), een vreemd mengsel van ichneumon, genetkat en wilde kat.
De negentig cm lange fretkat lijkt sterk op een kat. Vandaar dat
men hem lange tijd onder de katten heeft gerangschikt. De
fretkat is een alleenlevend dier. Hij komt bij het invallen van
de avondschemering te voorschijn. Hij is het grootste roofdier
op Madagascar. Hij voedt zich voornamelijk met maki's. De
fretkat verdedigt zich onder meer door uit een klier een
stinkende stof af te scheiden.