Rubriek : De
mens -
geschiedenis
De vorming van de
bondgenootschappen
Na de overwinning
van Duitsland op Frankrijk in 1870 had Von Bismarck, die
rijkskanselier was geworden, nog maar ��n zorg. Hij vroeg zich
af hoe het wraakzuchtige Frankrijk in toom kon gehouden worden.
Immers, als Frankrijk erin zou slagen Duitsland in een eventuele
nieuwe oorlog te verslaan, zou het met de Duitse eenheid ook wel
gedaan zijn. Het was dus van wezenlijk belang dat Frankrijk geen
bondgenoten zou verwerven. Zelf zocht Von Bismarck de
vriendschap van Oostenrijk en Rusland. In 1873 kwam de
Driekeizersbond tot stand, die ten doel had de vrede in Europa
te handhaven. De oorlog die Rusland in 1877-1878 met Turkije
voerde, gaf de tsaar de gelegenheid zijn invloed op de Balkan
uit te breiden. Dat was echter niet naar de zin van Engeland. In
1878 kwam de Balkan-kwestie op een congres in Berlijn aan de
orde. Von Bismarck had de leiding van dat congres. Rusland was
niet erg tevreden met de resultaten van het congres en dat
verslechterde de betrekkingen met Duitsland. Voor alle zekerheid
sloot Von Bismarck daarom een geheim verdrag van wederzijdse
bijstand met Oostenrijk, voor het geval dat ��n van beiden zou
worden aangevallen. In Rusland gingen intussen stemmen op, steun
te gaan zoeken bij Frankrijk. Von Bismarck wist dat gevaar
echter te keren. In een geheim verdrag met Rusland beloofde hij
de Russen diplomatieke steun bij hun Balkan-politiek. Het geld
dat in Rusland nodig was voor de opbouw van de industrie en de
aanleg van spoorwegen, konden de Russen evenwel niet in
Duitsland lenen. In Frankrijk waren wel genoeg beleggers, die
Russische waardepapieren op de beurs wilden kopen. Alleen al in
het jaar 1883 werd er voor vier miljard francs aan Russische
aandelen gekocht. De politiek van Von Bismarck was hier en daar
wel wat gebrekkig, maar leverde toch succes op. Na het aftreden
van Von Bismarck in 1890 voelden keizer Wilhelm II en zijn
ministers niets meer voor de voorzichtige en ingewikkelde
evenwichtspolitiek zoals de oude kanselier die had gevolgd.
Frankrijk en Rusland begonnen vlootbezoeken uit te wisselen.
Eind 1893 kwam het tussen Frankrijk en Rusland tot een afspraak
tot wederzijdse bijstand in geval van een Duitse aanval op ��n
van beide landen. En de Franse diplomaten behaalden nog een
ander succes. De sinds 1902 aan de gang zijnde besprekingen
tussen Frankrijk en Engeland leidden in 1901 tot een Entente
Cordiale, een Hartelijke Verstandhouding tussen die twee
mogendheden. In feite was dit een overeenkomst omtrent de
koloniale invloedssferen, maar uiteindelijk vormde dit verdrag
de grondslag voor de latere samenwerking tijdens de Eerste
Wereldoorlog. De Duitsers waren verbijsterd, want ze hadden
gedacht dat juist de koloniale tegenstellingen tussen Engeland
en Frankrijk onoverbrugbaar zouden zijn. Toen hoefde Frankrijk
er alleen nog maar voor te zorgen dat ook Rusland en Engeland
een dergelijke verhouding aangingen. Dat was niet eenvoudig,
maar het lukte wel in 1907. Wat Von Bismarck had gevreesd en wat
hij had proberen te vermijden, was daarmee toch gebeurd.
Duitsland was ingesloten door een ring van bondgenootschappen.
Daartegenover kon Duitsland weliswaar ook een bondgenootschap
stellen, namelijk met Oostenrijk en Itali�. Maar op die twee
landen kon Duitsland niet zo erg vertrouwen. Oostenrijk was
weliswaar van goede wil, maar omdat het land bestond uit zoveel
verschillende volkeren die liever zelfstandig waren, wist
niemand wat er zou gebeuren als de situatie werkelijk gevaarlijk
werd. En Itali� zou, als het erop aankwam, met die staat meegaan
die de meeste voordelen bood.