Rubriek : De
mens -
geschiedenis
Het vredesverdrag en de
Volkenbond
Frankrijk had de
zege op Duitsland bevochten ten koste van onnoemelijke offers.
Het wilde voorkomen dat de Duitsers nog ooit een oorlog tegen
Frankrijk zouden kunnen beginnen. Daarom moest Duitsland
militair volledig ontmanteld en economisch ingeperkt worden. Met
deze plannen ging Georges Clemenceau (zie foto),
die sedert november 1917 de Franse oorlogsleider was geweest,
naar de vredesconferentie.
Clemenceau
was een zeer strijdlustig figuur, die na de nederlaag van 1870
van meet af aan een wraakoorlog tegen Duitsland wilde. Zijn
bijnaam 'le Tigre' (de Tijger), droeg hij dan ook niet ten
onrechte. De Britse oorlogsleider David Lloyd Geroge ging
aanvankelijk helemaal mee met Clemenceau in diens felle
anti-Duitse houding. Hij kon ook moeilijk anders, want hij had
in een geweldige oorlogspropaganda de Britten zelf tegen de
Duitsers opgehitst. Zijn slagzinnen als 'Duitsland moet betalen'
en 'Hang de keizer op' waren geweldig aangeslagen.
De Amerikaanse president Thomas Woodrow Wilson had zo zijn eigen
idee�n over de na-oorlogse toestand in de wereld. Beseffend dat
de Verenigde Staten van Amerika een te grote mogendheid waren
geworden om zich buiten de grote wereldpolitiek te kunnen
houden, werkte hij een plan uit.
Er moest een internationale organisatie komen die ervoor moest
zorgen dat conflicten tussen landen niet door middel van een
oorlog, maar door middel van overleg zouden worden opgelost. Van
die organisatie konden de Verenigde Staten dan ook lid worden,
want op die manier zouden ze niet opnieuw in een oorlog
betrokken kunnen raken.
Dat laatste was iets wat de Amerikanen verafschuwden. Ze hadden
sinds hun eerste president Washington altijd een politiek van
afzijdigheid en afzondering gevoerd. Vele Amerikanen vonden
zaken doen veel en veel belangrijker. Bij de voorbesprekingen
die te Parijs gehouden werden, gingen Clemenceau, Lloyd George
en Wilson ervan uit, dat Duitsland alleen schuldig was aan het
veroorzaken van de Eerste Wereldoorlog. Dat maakte het voor
Clemenceau gemakkelijk zijn onverzoenlijke houding tegenover het
verslagen Duitsland koste wat kost vol te houden.
Op 7 mei 1919 werden de vredesvoorwaarden aan de Duitsers
overhandigd. Die hadden nauwelijks drie weken de tijd om te
reageren. Mondelinge besprekingen vonden niet plaats. Alles werd
schriftelijk afgehandeld. De Duitse delegatie moet in die drie
weken bijna dag en nacht gewerkt hebben, want ze leverde een
heel boekwerk met tegenvoorstellen in.
In het algemeen echter haalde dat niet veel uit. In het
bijzonder wat betreft de schuldvraag aan de oorlog wilden de
Geallieerden absoluut niets toegeven. De Duitse onderhandelaars
hadden daar de grootste moeite mee. Het gaf de overwinnaars
echter ruimschoots de gelegenheid de hardste en vernederendste
bepalingen aan de Duitsers op te leggen.
Duitsland moet Elzas-Lotharingen aan Frankrijk en Eupen-Malm�dy
aan Belgi� afstaan. De rechteroever van de Rijn moest militair
niemandsland worden, de linkeroever werd bezet door geallieerde
troepen. Polen, dat weer zelfstandig was geworden, kreeg een
aanzienlijke gebiedsuitbreiding ten koste van Duitsland. Via de
Poolse Corridor kreeg Polen een uitgang naar de Oostzee.
De Oostzeehaven Dantzig kwam als een vrije staat onder bestuur
van de door Wilson gewenste internationale organisatie, de
Volkenbond. Ook bepaalde delen van Silezi� kwamen aan Polen, met
de ruim een miljoen Duitsers die daar woonden. Tenslotte verloor
Duitsland alle koloni�n.
Duitsland werd militair totaal ontkracht. Het moest zijn tanks
en vliegtuigen uitleveren. De artillerie werd vernietigd. Het
leger werd niet alleen maar gedemobiliseerd, het werd bijna
opgeheven. Er blees slechts een Rijksweer over van zo'n 100.000
man. De taak daarvan was het handhaven van de binnenlandse orde.
Hun vloot wilden de Duitsers niet uitleveren. Ze brachten haar
zelf op zee tot zinken.
De economische maatregelen die tegen Duitsland genomen werden,
waren uiteindelijk niet redelijk meer. Alle schade die de
Duitsers met hun oorlog veroorzaakt hadden, moesten ze
vergoeden. Omdat Duitsland totaal verarmd was, moet het beginnen
met leveranties in natura, zoals telegraafpalen.
Enige tijd van de Vrede van Versailles werd het totaalbedrag aan
herstel-betalingen dat Duitsland moet betalen, vastgesteld op
132 miljard goudmark. Dat was ongetwijfeld meer dan er op de
hele wereld aan goud in de banken opgeslagen lag.
De later beroemd geworden Britse econoom John Maynard Keynes
(1883-1946) was in 1919 lid van de Britse delegatie op de
vredesconferentie. Als financieel deskundige meende hij dat de
economische maatregelen tegen Duitsland zeer ernstige gevolgen
zouden hebben, niet alleen voor Duitsland, maar voor de gehele
wereldeconomie. Omdat Keynes zich met de gang van zaken absoluut
niet kon verenigen, nam hij ontslag. Hij publiceerde nog in
hetzelfde jaar een boek waarin hij zijn standpunten uiteenzette.
Het werk was getiteld De Economische Gevolgen van de Vrede en
het maakte meteen grote indruk.
In Groot-Brittanni� waren al voorzichtige bedenkingen geuit
tegen de vredesbepalingen, en Keynes boek droeg bij tot een
andere opstelling van dit land tegenover Frankrijk. De totale
onttakeling van Duitsland immers, betekende dat het
machtsevenwicht in Europa opnieuw in gevaar dreigde te komen.
Dit klemde temeer daar Frankrijk van plan was, zijn
strijdkrachten niet al te zeer in te krimpen.
President Wilson, de idealistische voorvechten van vrede en
veiligheid, kwam in zijn tweede ambtstermijn behoorlijk in
moeilijkheden. Hijzelf behoorde tot de Democratische Partij,
maar bij de tussentijdse verkiezingen voor het Huis van
Afgevaardigden in november 1918 had de Republikeinse Partij een
forse overwinning behaald. Daardoor was Wilson in eigen land een
flinke steun in de rug kwijt. Mogelijk daardoor beet hij zich
temeer vast in zijn plannen voor de opzet van een internationale
vredesorganisatie.
De Volkenbond had eigenlijk al een ongelukkig begin. Hij was
namelijk op 10 januari 1920 opgericht krachtens het
Vredesverdrag van Versailles en de Duitsers spraken niet van een
verdrag, maar van opgelegde voorwaarden, het Dictaat van
Versailles. Daardoor was de Volkenbond meteen bestempeld tot een
soort overwinnaarsclub.
Verdere nadelen van de Volkenbond waren dat Rusland en achteraf
ook de Verenigde Staten niet meededen. In Amerika heerste na de
oorlog een wat katterige stemming. Men vroeg zich af of Amerika
er wel verstandig aan had gedaan met de oorlog mee te doen. Het
Amerikaanse Congres stemde niet in met de voorstellen van Wilson
en tekende het Verdrag van Versailles niet eens. Later werd de
oorlogstoestand eenvoudig voor be�indigd verklaard. De
Amerikanen waren weer teruggevallen in hun afzondering.
In de inleiding van het Volkenbondsverdrag werd als doel genoemd
de samenwerking tussen de volkeren te bevorderen en de vrede en
veiligheid te waarborgen. De hoofdorganen waren de Vergadering
en de Raad. Een bezwaar was dat de belangrijkste besluiten met
algemene stemmen genomen moesten worden. Indien een lidstaat
ondanks alles tot oorlog zou overgaan, zouden de andere landen
zich ook aangevallen voelen. Er zouden dan economische
strafmaatregelen tegen de overtreder genomen worden. Wilson kon
alles tenslotte niet meer aan. Gebroken trok hij zich terug uit
de politiek. Hij overleed in 1924.
De kaart van Europa zag er na de Eerste Wereldoorlog bepaald
anders uit dan in begin 1914. Het oude Habsburgse Rijk viel
uiteen in Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Hongarije.
De aan de Oostzee wonende volkeren zagen tijdens de Russische
Revolutie hun kans schoon en stichtten zelfstandige naties. Het
waren Finland, Estland, Letland en Litouwen. Het vroegere Servi�
ging met enige andere volken op in Joegoslavi�. Roemeni� en
Itali� verkregen gebiedsuitbreiding. De Italianen kregen onder
andere Zuid-Tirol, wat ze te weinig vonden.