Rubriek :
							Poolgebieden
						
						
							
								De walvis en de walvisvangst
							
						
						
							Van alle in het
								zuidpoolgebied voorkomende zoogdieren zijn de walvissen veruit
								het belangrijkst. De walvisvangst bleef oorspronkelijk beperkt
								tot de noordpool, waar de Groenlandse walvis en later ook de
								potvis de basis van de industrie vormden. De Groenlandse walvis
								is een traag en niet echt gevaarlijk dier dat op het water
								blijft drijven wanneer het dood is. 
							
								 Dit
								was natuurlijk een ideaal type om jacht op te maken. De grotere
								potvis (ongeveer twintig meter lang) werd later gekozen vanwege
								de spermaceti in zijn kop. Daarvan werden namelijk kaarsen
								gemaakt. In het midden van de 18de eeuw kwam er een kentering in
								de handelsinteresse : toen petroleum voor het dagelijkse gebruik
								geschikt was gemaakt, liep de vraag naar walvistraan sterk
								terug. Daarvoor in de plaats kwam de vraag naar walvisbaleinen,
								die in de modewereld werden gebruikt. Deze baleinen kan men
								aantreffen in de zeven die deel uitmaken van de bek van de
								Groenlandse walvis en van de vinvis. Die zeven stellen de dieren
								in staat om garnalen te vangen.
							
							Dit
								was natuurlijk een ideaal type om jacht op te maken. De grotere
								potvis (ongeveer twintig meter lang) werd later gekozen vanwege
								de spermaceti in zijn kop. Daarvan werden namelijk kaarsen
								gemaakt. In het midden van de 18de eeuw kwam er een kentering in
								de handelsinteresse : toen petroleum voor het dagelijkse gebruik
								geschikt was gemaakt, liep de vraag naar walvistraan sterk
								terug. Daarvoor in de plaats kwam de vraag naar walvisbaleinen,
								die in de modewereld werden gebruikt. Deze baleinen kan men
								aantreffen in de zeven die deel uitmaken van de bek van de
								Groenlandse walvis en van de vinvis. Die zeven stellen de dieren
								in staat om garnalen te vangen. 
								Toen de walvisvangst in het noordpoolgebied vrijwel geheel was
								bedorven door blinde slachtingen, wendden de walvisvaarders hun
								steven naar de zuidpool, en dit was een extra prikkel voor het
								wetenschappelijk onderzoek van de zuidpool. Toen in 1874 H.M.S.
								Challenger als eerste stoomschip de poolcirkel had overschreden,
								begon de kennis van de zuidelijke wateren zich in een snel tempo
								op te hopen. Wetenschapsmensen wezen erop dat de rijkdom aan
								levende organismen (en vooral de rijkdom aan wier) ten zuiden
								van de vijftigste breedtegraad de walvisvangst tot een
								aantrekkelijke zaak maakte.
								De ongeveer dertig meter lange vinvis werd de inzet van de
								jacht. Zijn omvang jaagt de stormvis echter geen schrik aan. De
								stormvis is als het ware de haai van de zuidpool. Hij is nog
								geen zes meter lang, maar heeft er geen probleem mee om de
								grotere vinvis aan te vallen. Hij is namelijk verzot op de tong
								van de vinvis. Met zijn twee rijen tanden is de stormvis de
								booswicht van de walvisfamilie, veel wreder en vraatzuchtiger
								dan het eenzame potvismannetje, wat alleen in de onderkaak een
								rij tanden heeft.
								In het jaar 1819 heeft een potvismannetje dat verstoten was door
								de kudde een Amerikaans walvisschip (de Essex) aangevallen en
								tot zinken gebracht. Het dagboek dat door de stuurman van de
								Essex werd bijgehouden, is tenslotte de inspiratiebron geworden
								voor het grootste van alle walvisverhalen : Moby Dick van Herman
								Melville.