Wapenvlieg
Wapenvliegen
zijn met hun veertien tot zestien mm. doorgaans
duidelijk groter dan kamervliegen. In Europa
komen nog een honderdtal andere soorten voor. Ze
zijn zwart en geel of metaalachtig gekleurd. Het
brede, platte lijf steekt zijdelings onder de
samengevouwen vleugels uit. Hun 'wapen' is een
stekel op het einde van het borststuk.
De meeste wapenvliegen voeden zich met stuifmeel
van bloemen en nectar, heel wat soorten ook met
mest. Ze verblijven graag in de buurt van water.
Daar ontwikkelen zich de larven. Jeugdstadia :
de spoelvormige larven worden tot vijftig mm.
lang en hangen, als het om waterbewoners gaat,
met een harenkrans van hun adembuis aan het
wateroppervlak. Ze grazen wieren van stenen en
waterplanten.
|