De
weddellzeehond
Orde
: Pinnepedia - familie : Phocidae - geslacht :
Leptonychotes en soort : Weddellzeehond. De
weddellzeehond is ��n van de negentien soorten
van deze familie, leden die bekend staan als
echte of oorloze zeehonden, omdat ze geen
uitwendige oorschelpen hebben.
Geen enkel ander zoogdier komt zo ver zuidelijk
voor als de weddellzeehond. Hij bewoont de
bitterkoude omgeving van Antarctica en brengt
het grootste deel van zijn leven door onder
ijslagen. Hij komt naar de oppervlakte bij
luchtgaten. Deze zeehond kan dieper en lager
duiken dan sommige walvissen en hij zoekt tot
750 meter onder het wateroppervlak naar eten.
Grote longen en een speklaag zorgen ervoor dat
hij meer dan een uur per keer onder kan duiken
in ijskoud water.
De weddellzeehond leeft een groot deel van het
jaar alleen. Contact tussen de zeehonden beperkt
zich tot agressieve concurrentie om luchtgaten
in het ijs die met tegenzin gedeeld worden en
korte ontmoetingen met de andere sekse tijdens
de paartijd. Een mannetje brengt bijna zijn hele
leven onder water door, maar regelmatig hijst
hij zichzelf ook het ijs op om te rusten, te
slapen of te zonnebaden. Dominante mannetjes
vestigen tijdens de paartijd een territorium
onder het ijs en verdedigen dat met veel energie
tegen indringers. Een zeer dikke speklaag helpt
de weddellzeehond om zijn lichaam warm te houden
en doet ook dienst als noodenergiebron tijdens
de perioden waarin hij vast.
In december paart het mannetje met ieder
vrouwtje dat zijn territorium nadert. Na het
paren wordt er in oktober ��n enkele pup
geboren. Kleine groepen moeders en pups komen
samen op het ijs en iedere volwassene bewaakt
zijn plekje agressief met gebijt en geblaf. De
jongen zijn snelle leerlingen en een vrouwtje
kan haar jong zwemles geven wanneer hij nog maar
acht dagen oud is. Wanneer hij acht weken oud
is, keert de moeder terug naar het water om te
paren, en laat ze haar pup alleen om voor
zichzelf te zorgen.
Om zowel bij water als lucht te komen, moet de
weddellzeehond gaten maken in het ijs. Hij zoekt
een dun ijsgebied vol met natuurlijke barsten en
doorsnijdt het dan met zijn scherpe snijtanden.
Om de opening groter te maken, bewerkt de
zeehond daarna het ijs met zijn lange
hoektanden. Als het gat eenmaal klaar is, wordt
het onderhouden en een jaar of zelfs langer
verder weggewreten.
Omdat het een hoop energie vergt om warm te
blijven en een speklaag te onderhouden, moet
deze weddellzeehond grote hoeveelheden voedsel
eten. Hij zoekt iedere dag wel negen uur naar
prooi diep onder water, met duiktochten van zo'n
vijftien minuten. Hoewel witvis (vooral
antarctische kabeljauw) het grootste deel van
zijn menu uitmaakt, eet hij ook inktvis en
kleine schaaldieren zoals krill. Hij valt ook
grote prooien aan.
|