Westelijke
blauwtongskink
De
Tiliqua occipitalis leeft in droge streken en
wordt zo'n 45 cm lang.
Deze skink is een zwaar gebouwd dier met een
stevig lichaam, een grote kop en naar verhouding
kleine poten. Banden van donkerbruine schubben
tekenen zijn lichaam en staart, de donkere
strepen achter de ogen zijn karakteristiek. Hij
is overdag actief en zoekt op de grond naar
insecten, slakken en bessen; een konijnenhol
gebruikt hij als schuilplaats.
Het wijfje krijgt ongeveer vijf levende jongen,
die een tekening van donkerbruine en gele banden
hebben.
|