Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Wilde tijm
Thymus
serphyllum.
De wilde tijm komt in veel vari�teiten en vormen voor. Ze
verschillen van elkaar door de vorm van de bladeren en bloemen,
maar vooral door geur en smaak. Behalve de wilde tijm bestaan er
nog talrijke andere, beter als sierplanten bekende soorten,
zoals de citroentijm (die naar citroen ruikt), oranjetijm en
karwijtijm, soorten van de vari�teit Thymus serphyllum, die
eveneens voor keukengebruik geschikt zijn. De wilde tijm komt
overal in Europa, Azi�, Noord-Afrika en Noord-Amerika voor. De
plant heeft een voorkeur voor luchtige, zonnige plekjes. Wilde
tijm bloeit langer dan gekweekte en is een voortreffelijk
bijenveld. De tijm is een tot dertig cm hoge halfstruik, maar de
wilde tijm daarentegen is een winterharde kruipplant. Het
onderscheid tussen tijm en wilde tijm is het best aan de
bloeiwijze te herkennen. De stengelige bloempjes van de wilde
tijm staan als kegelachtig samengepakte pseudokransen bij
elkaar. De bloempjes van de tijm daarentegen vormen
bijschermachtige bundeltjes. Het kruid van de wilde tijm wordt
kort voor en tijdens de bloeitijd geoogst door de niet-verhoute
kruiddelen af te snijden. Het drogen vindt in bundeltjes op een
luchtig plekje plaats. De wilde tijm bezit, net als de
gekweekte, een aangenaam kruidige, aromatische geur en een
ietwat bittere smaak. In de keuken wordt de wilde en gekweekte
vari�teit gebruikt.