Rubriek :
							Historische figuren
						
						
							
								William Gladstone
							
						
						
							
								 Gladstone, William
								Ewart (Liverpool 29 dec. 1809 - Hawarden 19 mei 1898), Brits
								staatsman, zoon van een rijke koopman en een moeder die tot de
								Schotse adel behoorde, werd in 1832 lid van het parlement. In
								dec. 1834 werd hij als 'junior Lord of the Treasury' lid van
								Peels kabinet. Van jan. tot april 1835 was hij
								onderstaatssecretaris van Oorlog en Koloni�n. Als orthodox
								anglicaan met bijzondere belangstelling voor de verhouding
								tussen Kerk en Staat publiceerde hij twee werken over dit
								onderwerp (1838-1840). In 1841 werd Gladstone lid van het tweede
								ministerie-Peel als vice-president van de Board of Trade, in
								welke functie hij een groot aandeel had in de totstandkoming van
								de tariefwetten van 1843. In dec. 1851 werd hij minister van
								Koloni�n, maar kort daarop trad hij af. Brieven aan lord
								Aberdeen over de toestanden in Itali�, dat hij in 1850 bezocht,
								en m.n. zijn kritiek op het despotische bewind te Napels,
								baarden groot opzien. In het ministerie-Aberdeen werd Gladstone
								in dec. 1852 minister van Financi�n. Na het aftreden van dit
								ministerie (1855) maakte Gladstone een reis naar Griekenland en
								Korfoe. In deze jaren viel zijn overgang van de Tories naar de
								Whigs, met wier handelspolitiek hij het reeds geruime tijd eens
								was. In juni 1859 trad Gladstone als minister van Financi�n toe
								tot het tweede ministerie-Palmerston. Hij bracht
								belastingverlaging en afschaffing van bijna alle invoerrechten
								tot stand. Voor positieve staatsinterventie was hij huiverig.
								Tegenover Palmerston sprak hij zich uit tegen versterking van de
								bewapening, voor uitbreiding van het kiesrecht en voor beperking
								van de rechten van de Anglicaanse Kerk in Ierland. In nov. 1865
								kreeg hij zitting in het ministerie-Russell. In 1866 werd hij in
								plaats van Russell leider van de liberale partij.
Gladstone, William
								Ewart (Liverpool 29 dec. 1809 - Hawarden 19 mei 1898), Brits
								staatsman, zoon van een rijke koopman en een moeder die tot de
								Schotse adel behoorde, werd in 1832 lid van het parlement. In
								dec. 1834 werd hij als 'junior Lord of the Treasury' lid van
								Peels kabinet. Van jan. tot april 1835 was hij
								onderstaatssecretaris van Oorlog en Koloni�n. Als orthodox
								anglicaan met bijzondere belangstelling voor de verhouding
								tussen Kerk en Staat publiceerde hij twee werken over dit
								onderwerp (1838-1840). In 1841 werd Gladstone lid van het tweede
								ministerie-Peel als vice-president van de Board of Trade, in
								welke functie hij een groot aandeel had in de totstandkoming van
								de tariefwetten van 1843. In dec. 1851 werd hij minister van
								Koloni�n, maar kort daarop trad hij af. Brieven aan lord
								Aberdeen over de toestanden in Itali�, dat hij in 1850 bezocht,
								en m.n. zijn kritiek op het despotische bewind te Napels,
								baarden groot opzien. In het ministerie-Aberdeen werd Gladstone
								in dec. 1852 minister van Financi�n. Na het aftreden van dit
								ministerie (1855) maakte Gladstone een reis naar Griekenland en
								Korfoe. In deze jaren viel zijn overgang van de Tories naar de
								Whigs, met wier handelspolitiek hij het reeds geruime tijd eens
								was. In juni 1859 trad Gladstone als minister van Financi�n toe
								tot het tweede ministerie-Palmerston. Hij bracht
								belastingverlaging en afschaffing van bijna alle invoerrechten
								tot stand. Voor positieve staatsinterventie was hij huiverig.
								Tegenover Palmerston sprak hij zich uit tegen versterking van de
								bewapening, voor uitbreiding van het kiesrecht en voor beperking
								van de rechten van de Anglicaanse Kerk in Ierland. In nov. 1865
								kreeg hij zitting in het ministerie-Russell. In 1866 werd hij in
								plaats van Russell leider van de liberale partij.
								Van 9 dec. 1868 tot 17 febr. 1874 was hij premier. Hij stond
								toen op het hoogtepunt van zijn carri�re en voerde een
								veelzijdige liberale politiek: de Anglicaanse Kerk geen
								staatskerk in Ierland, toelating van openbaar onderwijs,
								erkenning - zij het schoorvoetend - van vakverenigingen en
								stakingsrecht, invoering van geheime stemming. In febr. 1874
								moest hij plaats maken voor Disraeli en in 1875 zag hij ook af
								van het leiderschap van de liberale partij. In 1877 verscheen
								hij echter weer in het parlement, waar hij o.a. fel protesteerde
								tegen de Turkse gruwelen in Bulgarije. Van 28 april 1880 tot 8
								juni 1885 was Gladstone opnieuw premier. De voornaamste
								maatregelen van zijn tweede kabinet waren: het doen aannemen van
								een Reform Bill, die aan het onevenredige overwicht van het
								platteland een eind maakte en het aantal kiezers met 2 miljoen
								vermeerderde, en een Land Act voor Ierland, die ten doel had de
								pachters grotere economische vrijheid ten opzichte van hun heren
								te verschaffen. Toen Gladstones meegaandheid ten aanzien van de
								Afrikaanse Boerenrepublieken tot een Engelse nederlaag leidde,
								Gordon in Khartoem in de steek werd gelaten en de Ierse kwestie
								geen stap nader tot een oplossing kwam, moest hij plaats maken
								voor Salisbury. Van 12 febr. tot 20 juli 1886 trad Gladstone
								weer als premier op. Hij was voor de gedachte van Home Rule
								(zelfbeschikking) gewonnen, maar toen hij deze voorstelde,
								splitsten de tegenstanders daarvan in zijn eigen partij zich als
								Unionisten af, waardoor zijn kabinet ten val kwam. Op een
								radicaal programma (Home Rule, opheffing van de geprivilegieerde
								positie van de Kerk van Schotland en de Anglicaanse Kerk in
								Wales, geen meervoudig kiesrecht meer, arbeidswetgeving, enz.)
								won Gladstone de verkiezingen van 1892. Hij werd voor de vierde
								maal premier (18 aug. 1892 tot 3 mrt. 1894). Een gewijzigde
								Home-Rule-Bill werd tegen hevige oppositie in door het Lagerhuis
								aangenomen, maar door het Hogerhuis verworpen. Een oogziekte
								dwong hem tot aftreden. Hij trok zich toen geheel uit de
								politiek terug.
								Gladstone, die velen, met name koningin Victoria, afstootte door
								zijn al te grote ernst en rechtlijnigheid, was zeer gevoelig
								voor de waarde van recht en vrijheid en stond steeds aan de
								zijde van verdrukte naties en minderheden, ook als de Engelse
								belangen een tegenovergestelde politiek vereisten. Hij vertaalde
								Homerus, Horatius en Aristoteles.