De
witkapbijeneter
De
witkapbijeneter is ��n van de 25 soorten
bijeneters. Orde : Coraciiformes - familie :
Meropidae - geslacht : Merops en soort : Merops
bullockoides.
Teamwork is waar het om gaat voor de
witkapbijeneter. Deze felgekleurde en sierlijke
bewoner van de Afrikaanse savannen heeft ��n van
de ingewikkeldste en zeldzaamste op familie
gebaseerde sociale systemen van de vogelwereld.
Ze leven in clans waarin leden samenwerken om de
jongen groot te brengen. Zoals de naam al
suggereert is de bijeneter een gespecialiseerde
roofvogel van bijen en andere gevleugelde
insecten. Hij heeft een wit voorhoofd, een lange
gebogen snavel en een lange, rechthoekige
staart.
Deze soort leeft in een grote kolonie van rond
de vijfhonderd vogeltjes die weer tot kleinere
clans behoren. Elke clan kan uit vier generaties
bestaan van zo'n zeventien vogels, waarvan
ongeveer de helft paartjes vormt en de rest
single is. De jongen blijven hun hele leven in
contact met hun familieleden. De vaak
luidruchtige en twistzieke bijeneters gaan met
elkaar om en planten zich voort binnen de
kolonie. Elke clan vliegt in een zwerm en
verdedigt zijn eigen foerageerterrein. Leden van
verschillende clans gaan wel met elkaar om. Ze
groeten elkaar en gaan zelfs bij elkaar op
bezoek.
De bijeneter kiest aan het eind van het
regenseizoen, als de grond zacht is, een
zanderige rivieroever of rotswant uit en graaft
een nieuwe nesteltunnel van ��n meter lang. De
tunnel wordt verlaten tot het broedseizoen
wanneer het mannetje zijn vrouwtje het hof maakt
door haar insecten aan te bieden. Beide
geslachten broeden en zorgen voor de jongen. Het
mannetje blijft dicht bij zijn partner en
verdedigt haar tegen ongewenste intimiteiten van
andere mannetjes, die vaak proberen met geweld
met haar te paren.
Bijeneters zitten vaak op lage boomtakken op
passerende insecten te wachten en hun
foerageerterrein te bewaken. De bijeneter grist
zijn prooi uit de lucht, meestal na wat
acrobatische toeren, en landt op een nabije tak
om hem uit te schakelen en op te eten. Een bij
of wesp houdt hij in de punt van zijn snavel en
wrijft het insect met de achterkant tegen een
tak, zodat het gif vrijkomt of de angel zelfs
loslaat.
De helft van alle broedpogingen van de bijeneter
is co�peratief, waarbij elke vogel binnen zijn
clan werkt om het broedsel groot te brengen.
Maximaal vier paartjes broeden tegelijk en de
rest helpt de broedkamer te graven,
broedvrouwtjes te voeden, de eieren uit te
broeden en de jongen te voeren. Voedselhulp doet
de overlevingskansen van jonge vogels stijgen.
Hulpjes helpen alleen met hun naaste familie met
wie ze genen gemeen hebben, zodat ze deze genen
aan de volgende generatie kunnen doorgeven.
|