De
witte dolfijn
Orde
: Cetacea - familie : Monodontidae - geslacht :
Delphinapterus en soort : D. leucas. Met zijn
kleine lijf en afgeronde snuit lijkt de
beloega of witte dolfijn op veel
dolfijnen en tandwalvissen uit de familie der
Delphinidae, waaronder soorten zoals de gewone
dolfijn.
Met zijn stevige, witte lijf, platte,
dolfijnachtige snuit en het ontbreken van een
rugvin, maakt de witte dolfijn zijn
wetenschappelijke naam (letterlijk : dolfijn
zonder vleugels) meer dan waar. Hij is beroemd
om zijn lage, melodieuze trillers en een heel
scala aan gefluit, gegil, geknor, geklik en
getjirp. Vandaar de bijnaam van deze kleine,
witte walvis van de noordelijke oceanen :
kanarie van de zee.
De beloega is zeer sociaal en brengt zijn leven
zwemmend door in kleine groepen van vijf tot
twintig leden. 's Zomers vormen de vrouwtjes en
hun kroost grote kinderbewaarplaatsgroepen. De
mannetjes verblijven dan in aparte, maar
onderling verbonden groepen die uit acht tot
zestien volwassenen bestaan. Tijdens de migratie
of in gebieden met veel voedsel kunnen zich
grotere groepen vormen van zelfs wel 10.000
exemplaren. Bijna alle beloega's ondernemen
seizoenmigraties van vaak honderden kilometers.
In de herfst, als zich in de Noordlijke Ijszee
pakijs vormt, trekken ze verder naar het zuiden.
Meestal overwinteren ze in open water in de
buurt van de rand van los pakijs dat veel
ademgaten heeft. Ze brengen de zomermaanden door
in paren en voeden zich dan in ondiepe
kustwateren.
De witte dolfijn paart in de lente, al kan het
tijdstip per gebied verschillen. Na een lange
draagtijd van 14-14,5 maanden krijgt het
vrouwtje veelal tussen april en september ��n
jong. Elke moeder baart ��n roze kalf dat
hooguit 1,6 meter lang is en ongeveer tachtig
kilo weegt. De volgende maanden voedt het kalf
zich met de volle, vetrijke melk van de moeder,
waardoor het snel een dikke laag blubber
opbouwt. Hoewel het kalf al voordat het volledig
gespeend is vast voedsel eet, wordt het gezoogd
tot het bijna twee jaar oud is.
's Zomers zijn witte dolfijnen sociale, speelse
dieren die men vaak met hun vinnen en staart in
ondiep water kan zien spartelen. Net als
dolfijnen spelen ze met voorwerpen zoals
voedsel, wrakhout en zelfs luchtbellen. Deze
sociale zeezoogdieren communiceren vrijwel
voortdurend via een grote reeks geluiden. Als ze
via hun spuitgaten lucht uitstoten, is het
geluid daarvan tot op honderden meters te horen.
Deze trage bewegers gebruiken hun soepele staart
soms ook om achteruit te zwemmen.
De witte dolfijn maakt gebruik van geluid om
voedsel te zoeken. Uit de echo's die
terugkaatsen van voorwerpen zoals ijs en prooi
vormt hij zich vervolgens een geluidsbeeld van
zijn omgeving. Deze walvis kent een gevarieerd
menu en eet ruim honderd soorten prooi,
waaronder vissen zoals zalm en kabeljauw,
schaaldieren en op de bodem levende ongewervelde
dieren.
|