Witte
neushoorn
Groep : op het land levende
zoogdieren
Als
tweede in grootte na de olifant, grazen witte
neushoorns enorme hoeveelheden gras om op
gewicht te blijven. De naam wit slaat niet op
hun kleur, maar komt van het Afrikaanse woord
weit, wat 'breed' betekent, als beschrijving
voor de bek van het dier. In sommige culturen
werden de twee hoorns van de neushoorn lang
geprezen vanwege hun zogenaamde medicinale
eigenschappen, en op sommige plaatsen hebben
jagers dit opmerkelijke dier bijna uitgeroeid.
Hoewel de dominante stier (mannetje) solitair
is, houdt hij een oogje op de koeien in de
groep, zodat hij kan zien wanneer ze
paringsbereid zijn. Het speelse paringsritueel
met een koe duurt ongeveer twee weken. Na het
paren gaat het mannetje zijn eigen weg en voegt
het vrouwtje zich weer bij de groep. Na ongeveer
zestien maanden trekt het vrouwtje zich terug en
werpt een kalf van ongeveer zestig kilogram.
Binnen twee maanden begint het kalf te grazen,
hij is gespeend tussen anderhalf en twee jaar.
Wanneer zijn moeder weer gepaard heeft, jaagt ze
haar jong weg.
Witte neushoorns leven in kleine groepen, geleid
door een dominante stier. Hoewel hij normaal
solitair is, tolereert hij ondergeschikte
mannetjes, vrouwtjes en jongen in zijn
territorium van ongeveer twee vierkante
kilometer, maar wel van een afstand. Iedere
binnendringende stier wordt aangevallen en
weggejaagd, gewoonlijk zonder serieus gevecht.
Neushoorns leven gewoonlijk in een vrij beperkt
gebied, waarin zich verschillende overlappende
territoria bevinden waar ze hun tijd grazend en
rustend doorbrengen. Net als olifanten zijn
neushoorns vooral dol op het rollen in
modderpoelen, om koel te blijven.
Het zijn grazers en voelen zich aangetrokken tot
voedselrijke grasvlaktes en verspreid staande
bomen om te schuilen. Hoewel ze verschillende
dagen zonder water kunnen, geven ze de voorkeur
aan water in de buurt. Als ze de kans krijgen,
drinken neushoorns wel tachtig liter water op
��n dag. Ze zijn uitstekend uitgerust om te
grazen. Door hun korte en dikke poten raakt hun
lange kop bijna de grond. Ze hebben geen
voortanden, maar sterke zaagvormige wangtanden,
die ideale grassnijders zijn.
Er zijn twee bijna identieke ondersoorten van de
witte neushoorn : de noordelijke en de
zuidelijke. Aan het begin van de twintigste eeuw
was de zuidelijke witte neushoorn bijna
uitgeroeid door de jacht. Pogingen tot behoud
hebben echter goed gewerkt in Zuid-Afrika en
vandaag telt deze soort meer dan tienduizend
dieren. De noordelijke witte neushoorn had
minder geluk. Vandaag zijn er nog maar dertig
over in het wild, allemaal beschermd in het
nationaal park Garamba in Za�re.
|