Woestijnegel
Orde
: Insectivora - familie : Erinaceidae - geslacht
: Paraechinus en soort : Woestijnegel. De
woestijnegel is ��n van de twintig soorten egels
van de Erinaceidae-familie en behoort tot
dezelfde onderfamilie als de Europese egel.
De woestijnegel wordt beschermd door zijn
pantser van stekels tegen roofdieren zoals
roofvogels en vissen. Hij rolt zich op tot een
compacte, stekelige bal als hij wordt bedreigd.
Dit zoogdier heeft geen makkelijk bestaan. Hij
leeft ver van de mens in de meest droge gebieden
van Afrika en delen van het Midden-Oosten. De
woestijnegel blijft uit de verzengende hitte
overdag en waagt zich alleen buiten de schaduw
als de temperatuur begint te dalen.
De woestijnegel is een nachtdier dat woestijnen
en droge steppen bewoont. Hij waggelt over de
zanderige grond, snuffelend en luisterend naar
een smakelijk insect. Hij is goed aangepast om
te kunnen overleven in deze omstandigheden. Hij
brengt de dag al slapend door in de schaduw die
verschaft wordt door rotsen, of hij kan een hol
graven. Hier, veilig voor roofvogels, krult hij
zich op tot een bal of ligt simpelweg op zijn
zij om te slapen. Hij is niet erg snel, en zijn
belangrijkste wapen is het rechtop laten staan
van zijn stekels en het tot een balletje rollen.
Als hij in een hoek wordt gedreven, sist hij als
een slang of schreeuwt hij van angst. Dit dier
houdt geen winterslaap, maar raakt in een diepe
slaap wanneer er schaarste is aan voedsel of
water, of in koude perioden.
De egel zoekt 's nachts zijn eten op de bodem
van de woestijn. Hoewel zijn zicht goed genoeg
is om voorwerpen te kunnen onderscheiden,
gebruikt het dier dit zintuig niet om zijn prooi
te vangen. In plaats daarvan vertrouwt hij op
zijn reukvermogen om de lucht van een insect
zoals een tor, termiet of krekel te 'proeven'.
Als hij de geur en de bewegingen van zijn prooi
gevolgd heeft, werpt hij zich er bovenop en
kauwt zijn slachtoffer op met zijn kleine,
scherpe tandjes. Andere prooien, zoals
aardwormen en kikkers, zijn ook een mooie buit,
en de egel eet ook eieren van op de grond
nestelende vogels, als hij ze tegenkomt.
De gemiddelde volwassen egel heeft zo'n
vijfduizend stekels, die ieder twee tot drie cm
lang zijn, en aan het uiteinde een scherpe punt
hebben. Deze stekels bedekken de rug van de egel
en zijn gemaakt van aangepaste haren, terwijl
zijn onderkant, kop en ledematen zijn bedekt met
zacht haar. Iedere stekel bevat veel kleine, met
lucht gevulde kamers. Om de egel te beschermen
tegen schade als er druk wordt uitgeoefend op de
stekels, wordt de basis van iedere stekel dunner
voordat hij zich groter maakt tot een kleine
bal.
Er is weinig onderzoek gedaan naar het
voortplantingsleven van de woestijnegel.
Volwassenen leven solitair, behalve in de
paartijd. De draagtijd duurt ongeveer veertig
dagen en het vrouwtje werpt tussen de ��n en de
zes kleine jongen.
|