De
woestijngekko
Orde
: Squamata - familie : Gekkonidae - geslacht :
Palmatogecko en soort : Palmatogecko rangeigei.
De woestijngekko is ��n van de 930 soorten in
deze familie. Hij is nauw verwant aan de
dikvingergekko die wellicht dezelfde voorouders
heeft.
Met zijn spillebenen en kleurrijke
doorschijnende huid komt de woestijngekko over
als een delicaat schepsel. Hij is echter een
robuuste bewoner van de Namibische woestijn, ��n
van de meest dorre en meedogenloze omgevingen
ter wereld. Dankzij speciale aanpassingen kan
dit kleine beestje overleven in een gebied waar
andere diersoorten zouden sterven.
Overdag mijdt de woestijngekko de hitte en
verkiest hij de koelte van zijn hol. 's Nachts,
als de temperatuur is gedaald, komt de hagedis
te voorschijn. Haastig gaat hij in de zandduinen
op zoek naar voedsel of naar een partner. Als
hij wordt aangevallen door een roofdier, kan hij
overgaan tot drastische maatregelen om te
ontsnappen. Hij kan zijn staart loslaten door
een speciale spiersamentrekking. Terwijl zijn
belager wordt misleid door de nog steeds
kronkelende staart, graaft de gekko zich in het
zand in en is verdwenen. Wordt een woestijngekko
belaagd in zijn ondergrondse verblijf, dan zet
hij zich schrap tegen de zijkanten van zijn hol,
zodat zijn aanvaller hem niet naar buiten kan
trekken.
Hoewel het verspreidingsgebied en de populatie
van de woestijngekko's uiterst beperkt van
omvang zijn, zijn ze geclassificeerd als
veelvoorkomend. Vanwege zijn uiterlijk is deze
hagedis een populair huisdier en wordt hij
wereldwijd gefokt. Omdat zijn natuurlijke
leefgebied te onherbergzaam is voor veel
diersoorten, heeft hij weinig natuurlijke
vijanden. Ook van de mens heeft hij niet veel te
vrezen, want de Namibische woestijn is
ongeschikt voor bewoning of bebouwing. Toch kan
de populatie onder druk komen te staan door de
groei van de diamantwinning in de regio.
De woestijngekko paart in april en mei. Om een
vrouwtje te lokken slaakt het mannetje een
aantal verrassend luide en gevarieerde kreten,
klikkende geluiden en piepjes. Tijdens het paren
houdt hij zijn partner stevig vast door zijn
tanden in haar nek te zetten en zijn staart om
de hare te krullen. Het vrouwtje begraaft haar
twee bevruchte eieren in mul zand, op een plek
met voldoende vochtigheid en een constante
temperatuur van ongeveer dertig graden Celsius.
Na ongeveer acht weken kruipen de kleine en tere
gekkojongen uit hun ei. De moeder blijft korte
tijd bij hen.
's Nachts glipt de woestijngekko uit zijn hol om
op jacht te gaan naar onder meer sprinkhanen,
woestijnkrekels en kevers. Hoewel hij goed kan
zien en ruiken in het donker, kan deze hagedis
alleen bewegende prooi waarnemen.
|