Wolaap
Groep : op het land levende
zoogdieren
Tetterend
en samen spelend, leven wolaapfamilies hoog in
het bladerdak in het regenwoud van Zuid-Amerika.
Dit vreedzame dier is ��n van de grootste
primaten van de Nieuwe Wereld, maar beweegt zich
tot snel en rustig door de bomen. Hij brengt het
grootste deel van zijn tijd door in bomen,
etend, slapend en socialiserend. De wolaap
gebruikt zijn sterke staart om eraan te hangen,
om voedsel te pakken dat buiten bereik ligt en
als vijfde ledemaat om zich voort te bewegen.
Wolapen leven in groepen van zo'n twintig tot
zeventig mannetjes, vrouwtjes en jongen, die
gewoonlijk familie zijn. De groep biedt
veiligheid en vriendschap. Een groep bestaat uit
een hi�rarchie van verschillende volwassen
mannetjes, waarvan ��n dominant is over de
anderen. Het dominante mannetje is
verantwoordelijk voor de veiligheid en het
welzijn van de andere apen, en moet er dus voor
zorgen dat het dagelijkse leven soepel verloopt.
Hij bemiddelt bij ruzies, gebruikt discipline
waar dat nodig is en beschermt de vrouwtjes en
de jongen. De rol van de volwassen vrouwtjes is
om voor hun familie te zorgen, plus het voeden
en beschermen van hun jongen.
Deze primaten leven in wilde, volgroeide,
ongerepte tropische regenwouden, waarvan sommige
wel zo'n drieduizend meter hoog in de bergen
liggen. Wolapen brengen de meeste tijd door
onder het bladerdak, wat ��n van de hoogste
boomtoplagen is die zich uitstrekt in een
onafgebroken lijn. Hun leefgebied kan dat van
andere wolapen overlappen. Overdag verdelen ze
zich in kleine troepen en bewegen ze zich van
boom naar boom om eten te zoeken. Tijdens de
nacht slapen ze languit op stevige takken in de
bovenste kroonlaag.
Het favoriete eten van wolapen is tropisch fruit
zoals pruimen, vijgen en sterappels. Wanneer er
een overvloed is aan rijp, zacht fruit, vormt
dit de grootste voedselbron van de aap. Op
andere tijden van het jaar, wanneer er dus
minder fruit is, moeten wolapen het meer hebben
van bladeren, zaden en bloemen. Ook eten ze
insecten zoals mieren, spinnen en
bidsprinkhanen. Deze lenige apen zoeken naar
voedsel in het midden van het bladerdak in het
regenwoud en blijven in hun leefgebied, dat kan
vari�ren van vier tot elf vierkante kilometer.
De vrouwtjeswolaap geeft aan dat ze vruchtbaar
is door verschillende seksuele uitingen ten
gehore te brengen waaronder klappertanden en
smakken met de lippen. Bij het werpen wordt ze
geholpen door andere ervaren vrouwtjes, terwijl
jongere vrouwtjes toekijken en leren. Wanneer
het jong ongeveer zes maanden oud is, kan het er
alleen op uit. Het wordt gezoogd totdat het
tussen de negen en de twaalf maanden oud is, en
blijft nog zo'n twee jaar bij de moeder. Tegen
die tijd is het voldoende onafhankelijk en kan
de moeder haar tweede jong krijgen.
|