Rubriek :
Historische figuren
Wolfgang Amadeus Mozart
Mozart, Wolfgang
Amadeus (Salzburg 27 jan. 1756 - Wenen 5 dec. 1791), Oostenrijks
componist, geldt als een van de grootste fenomenen uit de
muziekgeschiedenis, zoon van Leopold Mozart en Anna Maria Pertl
(1720-1778), toonde al zeer vroeg een grote muzikale aanleg, die
vanaf 1760 door zijn vader werd ontwikkeld.
1. Leven
Zijn eerste composities (voor klavier) dateren van 1761;
ze werden vaak door Leopold opgeschreven en gecorrigeerd. Op 1
sept. 1761 wordt Mozarts naam voor het eerst vermeld, als
medewerker bij een gymnasiumvoorstelling. Begin 1762 reisde
Leopold met Wolfgang en zijn dochter Maria Anna ( 'Nannerl')
naar M�nchen. In de herfst van 1762 ondernam hij met de beide
kinderen een reis naar Wenen, waar zij o.a. voor keizerin Maria
Theresia optraden. Op 9 juni 1763 begon de langste reis die
Mozart gemaakt heeft (tot eind 1766): Leopold bezocht met zijn
vrouw en de beide kinderen Duitsland, Frankrijk, Engeland,
Noord- en Zuid-Nederland en Zwitserland. Op deze reis werden de
kinderen herhaaldelijk ziek, waardoor m.n. het verblijf in
Nederland langer duurde dan voorzien was. De familie Mozart was
getuige van de installatie van prins Willem V; Wolfgang
componeerde verscheidene werken die aan het hof van prinses
Carolina van Nassau-Weilburg werden uitgevoerd. Zijn eerste
gedrukte composities verschenen in die jaren in Parijs, Londen
en Den Haag. De eerste reizen waren er vooral op gericht de
uitzonderlijke begaafdheid van beide kinderen aan de hoven te
demonstreren. De latere, zeer talrijke reizen werden door
verschillende oogmerken bepaald: studie, vervulling van
opdrachten, zoeken naar een positie.
Iets minder dan een jaar verbleef Mozart daarna in Salzburg,
waar Leopold verder aan zijn muzikale ontwikkeling werkte. In
die tijd ontstonden het oratorium Die Schuldigkeit des ersten
Gebotes (KV 35) en de schoolkomedie Apollo et Hyacinthus (KV
38). Een tweede reis naar Wenen duurde van 11 sept. 1767 tot 5
jan. 1769. Tijdens deze reis vluchtten de Mozarts voor de
pokkenepidemie naar Olm�tz, maar de kinderen werden niettemin
aangetast. De opvoering van de opera buffa La finta semplice (KV
51) werd in Wenen door intriges verijdeld; wel werd het
Singspiel Bastien und Bastienne (KV 50) opgevoerd (1768). Mozart
maakte in die tijd waarschijnlijk kennis met Alceste van Gluck.
Na zijn terugkeer werd hij, op 27 okt. 1769, benoemd tot
onbezoldigd concertmeester van de Salzburgse hofkapel.
1.1 In Itali�
Voor de voltooiing van de muzikale vorming van zijn zoon
achtte Leopold een bezoek aan Itali� onontbeerlijk. Op 13 dec.
1769 ondernam hij met zijn zoon de eerste Italiaanse reis, die
tot 28 maart 1771 duurde. Tijdens zijn verblijf in Itali�
studeerde Wolfgang bij de theoreticus Padre Martini, werd
benoemd tot lid van de Accademia Filarmonica van Bologna,
ontving de pauselijke onderscheiding 'Ridder van de Gouden
Spoor' en kreeg opdracht voor het carnaval van 1770/1771 een
opera seria te componeren (Mitridate, r� di Ponto, KV 87;
premi�re 26 dec. 1770 te Milaan). Nog v��r zijn terugkeer
ontving hij drie andere opdrachten: een serenata (allegorische
opera) ter gelegenheid van het huwelijk van aartshertog
Ferdinand van Oostenrijk met Maria Beatrice Riccarda van Modena
(Ascanio in Alba, KV 111; premi�re 17 okt. 1771 in Milaan); een
opera seria voor het carnaval van 1772/1773 (Lucio Silla, KV
135; premi�re 26 dec. 1772 in Milaan) en een oratorium voor
Padua (La Betulia liberata, KV 118). De tweede en de derde
Italiaanse reis, resp. in 1771 en 1772/1773, hielden
rechtstreeks verband met deze opera-opdrachten. Op 16 dec. 1771
stierf aartsbisschop Sigismund von Schrattenbach; hij werd
opgevolgd door Hieronymus von Colloredo, voor wiens inhuldiging
Mozart in 1772 de serenata Il sogno di Scipione (KV 126)
componeerde. In juli van dat jaar werd de jonge componist
definitief benoemd tot bezoldigd concertmeester. In de nazomer
van 1773 reisde hij voor de derde maal naar Wenen; dit verblijf
was vooral belangrijk wegens de nadere kennismaking met het
oeuvre van Joseph Haydn. Een opdracht voor een opera buffa voor
het carnaval van 1775 riep hem eind 1774 naar M�nchen; dit was
La finta giardiniera (KV 196; premi�re op 13 jan. 1775).
In de daaropvolgende jaren was Mozart aan Salzburg gebonden;
zijn positie bevredigde hem echter niet, enerzijds wegens het
lage niveau van de Salzburger 'Hofmusik', anderzijds wegens de
gespannen verhouding tot de despotische aartsbisschop. De reizen
naar Itali�, Wenen en M�nchen hadden hem geen positie
opgeleverd; in de herfst van 1777 ging hij opnieuw op reis,
kennelijk hopend elders een aanstelling te vinden. Dit lukte
niet, maar deze reis, waarbij de voornaamste plaatsen die hij
aandeed, Mannheim en Parijs waren, is van beslissende betekenis
voor zijn verdere ontwikkeling geworden.
1.2 In Mannheim, Praag en M�nchen
In Mannheim leerde hij een van de beste en grootste orkesten
van Europa kennen; hier werd de grondslag gelegd voor Mozarts
latere instrumentatiekunst (zie ook Mannheimer Schule). Hier ook
ontmoette hij de jonge, uitermate begaafde zangeres Aloysia
Weber, zijn eerste grote liefde; haar zuster Konstanze werd
later zijn vrouw. Mozart werd op deze reis vergezeld door zijn
moeder, die echter in Parijs overleed (3 juli 1778). Ondanks de
grote waardering die de musici in Mannheim voor hem hadden en
ondanks het succes van zijn 'Parijse' symfonie (KV 297) en
andere werken lukte het hem ook ditmaal niet ergens een positie
te verwerven. Ontgoocheld keerde hij medio jan. 1779 in Salzburg
terug. V��r zijn vertrek naar Mannheim had hij ontslag genomen
als concertmeester; thans zag hij zich genoodzaakt de betrekking
van hoforganist te aanvaarden. Een nieuwe opera-opdracht uit
M�nchen noopte hem op 5 nov. 1780 Salzburg te verlaten; op 29
jan. 1781 ging de opera seria Idomeneo, r� di Creta (KV 366;
tekst van Abbate Varesco), waarin Mozarts dramatisch genie zich
voor het eerst in volle omvang openbaart, in M�nchen in
premi�re. Van M�nchen uit reisde de componist naar Wenen, waar
de aartsbisschop van Salzburg reeds vertoefde. Hier kwam het tot
een definitieve breuk en Mozart besloot in Wenen te blijven.
Mede hierdoor ontstond een verwijdering tussen hem en zijn
vader; deze verzette zich aanvankelijk ook tegen het huwelijk
van zijn zoon met Konstanze Weber, dat op 4 aug. 1782 gesloten
werd. Later kwam een verzoening tot stand. Mozart, die zich
volledig bewust was van zijn talent, had het waagstuk aangedurfd
zich als 'vrij kunstenaar', niet aan kerkelijk of wereldlijk hof
gebonden, in Wenen te vestigen.
Op 16 juli 1782 vond de premi�re van Die Entf�hrung aus dem
Serail (KV 384) plaats; de opera werd in hetzelfde en de
daaropvolgende jaren nog herhaaldelijk met groot succes
opgevoerd. In die jaren bracht baron Gottfried van Swieten
Mozart in kennis met de werken van J.S. Bach en G.F. H�ndel;
deze ontmoeting had een zeer grote invloed op Mozarts
compositorische ontwikkeling, wat o.m. tot uiting komt in de
(onvoltooide) Mis in c (KV 427), de zes aan Joseph Haydn
opgedragen strijkkwartetten (KV 387, 421, 428, 458, 464, 465;
1782-1785) en de Jupitersymfonie (KV 551). Aan Mozarts successen
als klavierspeler is het ontstaan van een reeks pianoconcerten
uit de jaren 1784, 1785 en 1786 te danken.
1.3 Laatste levensjaren
Op 1 mei 1786 ging Le nozze di Figaro (KV 492) in premi�re;
begin 1787 reisde de componist op uitnodiging van een groep
bewonderaars naar Praag om daar zijn Figaro en de (sedertdien
als 'Praagse' bekendstaande) Symfonie in D (KV 504) te
dirigeren. In de herfst reisde hij opnieuw naar Praag om er de
premi�re (20 okt. 1787) van de speciaal voor deze stad
geschreven opera Don Giovanni (KV 527) te leiden.
Op 7 dec. 1787 werd Mozart door keizer Jozef II tot 'Kammerkompositeur'
benoemd; in deze functie schreef hij o.m. een groot aantal
menuetten, Duitse dansen en contradansen voor de hofbals,
alsmede de opera Cos� fan tutte (KV 588; premi�re 26 jan. 1790).
Intussen was Mozart ten gevolge van de tanende belangstelling
van het publiek en van de vele ziekten van zijn vrouw
herhaaldelijk genoodzaakt geld te lenen, wat blijkt uit zijn
brieven aan Michael Puchberg, evenals hij vrijmetselaar. Nog
driemaal ging hij op reis: in 1789, in gezelschap van prins
Lichnowsky, naar Berlijn, hetgeen de opdracht tot de Pruisische
kwartetten (KV 575, 589 en 590) opleverde; in 1790 naar
Frankfurt a.M., waar Leopold II tot keizer gekroond werd en
Mozart op 15 okt. een concert gaf; en in 1791 weer naar Praag,
waar ter gelegenheid van de kroning van Leopold II tot koning
van Bohemen de opera seria La clemenza di Tito (KV 621)
opgevoerd werd (6 sept.). Mozart onderbrak voor deze opera zijn
arbeid aan Die Zauberfl�te (KV 620; tekst van E. Schikaneder),
die op 30 sept. 1791 in Wenen in premi�re ging. Enkele maanden
tevoren, op 9 mei, was hij tot plaatsvervangend, onbezoldigd
kapelmeester van de St. Stephan in Wenen benoemd. In de zomer
ontving hij van graaf Walsegg zu Stuppach opdracht tot het
componeren van een Requiem (KV 626), dat hij echter niet meer
kon voltooien.
Uit Mozarts huwelijk met Konstanze Weber werden zes kinderen
geboren, van wie er vier binnen het eerste levensjaar stierven.
In leven bleven: Carl Thomas (1784-1858), die ambtenaar werd, en
Frans Xaver Wolfgang (1791-1844), die als pianist, componist en
koordirigent bekendheid genoot en zijn composities onder de naam
W.A. Mozart Sohn liet verschijnen. Konstanze (geb. 1762)
hertrouwde in 1809 met Georg Nikolaus Nissen (1761-1826) en
overleed in 1842.
2. Werk
Mozart wordt algemeen beschouwd als het grootste
fenomeen tot nu tot op het gebied van de scheppende toonkunst.
Zijn creatieve begaafdheid openbaarde zich reeds op vijfjarige
leeftijd. Hij bespeelde vier instrumenten: piano, orgel, viool
en altviool. In historisch perspectief bezien blijkt Mozart een
figuur met talrijke facetten te zijn. In zijn hoofdzakelijk in
Salzburg geschreven kerkmuziek zijn nog vele barokelementen te
vinden. In de jaren zeventig werd hij door de geest van de 'Sturm
und Drang' geraakt en componeerde hij werken die duidelijke
voorboden van de romantiek zijn. Op sommige gebieden verwerkte
hij op persoonlijke wijze wat door anderen gevonden was; zo was
Joseph Haydn zijn grote voorbeeld op het terrein van het
strijkkwartet, waarin Haydn voor het eerst de 'thematische
dialectiek' voor vier zelfstandige en gelijkwaardige
instrumenten gerealiseerd had. Grondlegger was Mozart op het
gebied van het pianoconcert. De wijze waarop hij - te beginnen
met het concert in Bes (1784, KV 450) - tegenover het
solo-instrument een rijk bezet orkest plaatste, waarin de
blaasinstrumenten een zelfstandige dialoog met de piano voeren,
was volkomen nieuw; zijn concerten zijn het voorbeeld voor alle
latere componisten gebleven. In zijn Italiaanse opera's (m.n. de
opere buffe Le nozze di Figaro, Don Giovanni en Cos� fan tutte)
bereikte hij de synthese tussen tendensen uit de Napolitaanse
opera, de Italiaanse opera buffa, de op�ra-comique en zelfs uit
de trag�die-lyrique en hij stelde hierdoor alles in de schaduw
wat tot dan op dit gebied gecomponeerd was. In Die Zauberfl�te
legde hij tevens de grondslag voor de ontwikkeling van de Duitse
romantische opera. Slechts zelden doorbrak hij de traditionele
vormen; zijn natuurlijk gevoel voor harmonie en evenwicht
verzette zich hiertegen. Wel verbond hij vaak bepaalde bestaande
principes tot een nieuw geheel, zoals de sonate- en de rondovorm
in zijn latere kamermuziekwerken, en de homofone en de polyfone
schrijfwijze in het strijkkwartet in G (KV 387) en de symfonie
in C (KV 551).
Mozarts leven valt voor het grootste deel in de tijd van het
'ancien r�gime', maar hij zal niet ongevoelig geweest zijn voor
verschijnselen die de nadering van een nieuwe tijd, van een
ingrijpende verandering van de maatschappelijke verhoudingen
aankondigden. Van huis uit gelovig rooms-katholiek, was hij
evenzeer aangeraakt door de idee�n van de Verlichting. Dit zal
er mede toe geleid hebben dat hij zich in 1784 bij de
vrijmetselarij aansloot. Voor zijn verdere ontwikkelingsgang als
componist was dit van groot belang (men denke aan o.a. de
Maurerische Trauermusik, 1785; KV 477); het hoogtepunt van deze
ontwikkeling vormt de opera Die Zauberfl�te, waarin ma�onnieke
idee�n een grote rol spelen.
De evenwichtige vormgeving en de melodische rijkdom van zijn
werken en het schijnbare gemak waarmee zij werden geschreven (Mozart
componeerde ruim 600 werken in ca. 30 jaar), hebben lange tijd
verhinderd dat de hoorder zich voldoende bewust was van de
muzikale diepgang van zijn werk. Het is vooral aan onderzoekers
als Hermann Abert en Georges de Saint-Foix te danken dat ook de
donkere en tragische kanten van zijn wezen thans beter onderkend
worden.
3. K�chel Verzeichnis
Van Mozarts werken verschenen tijdens zijn leven slechts
weinige in druk. Deze werden voorzien van opusnummers, die
echter geen leidraad voor chronologie of catalogisering vormen.
Op 9 febr. 1784 begon hij - zich klaarblijkelijk bewust van zijn
betekenis als componist - zelf met het catalogiseren van zijn
composities. Daardoor is het mogelijk de chronologie van zijn
werken, gecomponeerd vanaf die datum, vast te stellen; op 15
nov. 1791 noteerde hij voor het laatst een compositie in dit 'Verzeichnis'.
Aan Ludwig Ritter von K�chel is de samenstelling van een
chronologisch-thematische catalogus van Mozarts werken te danken
(1862, 81983). Naar deze catalogus verwijst de achter de titels
van Mozarts werken gebruikelijke afkorting KV met een nummer. In
de catalogus is bovendien een overzicht opgenomen, ingedeeld
naar genres (kerkmuziek, opera's, symfonie�n, concerten, enz.),
waardoor het mogelijk is ook werken waarvan men het 'K�chelnummer'
niet kent, terug te vinden. Bij ieder werk worden, behalve de
eerste maten van elk onderdeel, gegevens over ontstaan,
opdracht, handschrift, eerste uitvoering, afschriften, uitgaven
en literatuur vermeld.
Mozarts geboortehuis in Salzburg is thans Mozartmuseum. Eveneens
in Salzburg is het Mozarteum gevestigd. In Augsburg is een
Mozartgedenkst�tte, in Wenen een Mozart-Erinnerungsraum (beide
museum).