Wolfspinnen
Wolfsspinnen,
de families Pisauridae en Lycosidae van de
spinnen. Wolfsspinnen maken geen web om prooi te
vangen. Het zijn jachtspinnen: zij vangen hun
prooi lopend. V��r de paring maken de mannetjes
ingewikkelde baltsbewegingen om het
jachtinstinct van het wijfje uit te schakelen en
haar paringsbereid te maken.
Bij de in Nederland en Belgi� voorkomende
Pisaura mirabilis vangt het mannetje een insect
en spint het in, en terwijl het vrouwtje dit
geschenk nuttigt, vindt de paring plaats. De
wijfjes van de Wolfsspinnen dragen de eicocon
met zich mee; de Pisauridae houden de cocon vast
met de cheliceren, de Lycosidae hechten de cocon
aan de spintepels.
Tot de familie Pisauridae behoren o.a. de
grootste van de in Nederland en Belgi�
voorkomende spinnen, bijv. Dolomedes fimbriatus
(lengte wijfje 13�16 mm, mannetje 11,5 mm), die
bij het water leeft, over het wateroppervlak
loopt en soms het water in gaat om prooi te
vangen.
De soorten van de familie Lycosidae bewonen soms
kleine holten in de aarde. Het gif van het in
Zuid-Europa voorkomende geslacht tarantula of
tarantel (Tarantula) is sterk genoeg om een mol
of jonge mus binnen enkele dagen te doden. Zeer
algemeen zijn in o.a. Nederland soorten van het
geslacht Pardosa, die zelden langer worden dan
0,8 cm.
Tarantula of tarantel
Tarantula�s zijn grote behaarde roofspinnen die
leven van insecten, sommige kleine dieren en
soms vogels (afgebeeld). Bij het doden van hun
prooi maken ze meer gebruik van hun
lichaamsgrootte en kracht dan van hun gif, dat
dan ook niet echt dodelijk is. De beet van de
tarantula kan wel pijnlijk zijn. De spin is
genoemd naar de wolfsspin die in Taranto
(Itali�) voorkomt. Van deze spin werd gezegd dat
zijn beet de ziekte tarantisme veroorzaakte.
Degene die aan deze ziekte lijdt gaat
rondrennen, vreemde kreten slaken en sprongen in
de lucht maken.
|