|
Deze
Afrikaanse mesvis van de familie van de Notopteridae is
wijdverspreid, van het stroomgebied van de Nijl tot in
Liberia.
De maximale lengte van volwassen exemplaren is twintig
cm. De vis brengt a.h.w. blaffende geluiden voort, door
lucht te laten passeren van de zwemblazen naar het
spijsverteringskanaal. De Afrikaanse mesvissen zijn
rustige vissen, die voorkomen in de stroomgebieden van
de grote rivieren en stilstaande wateren in Afrika
(nauwe verwanten van deze vis worden aangetroffen in het
zuiden van Azi�). Hun zwemblazen dienen als extra
ademhalingsorgaan. Tijdens de nacht zoeken ze naar
voedsel op de bodem. Ze eten larven van insecten,
wormen, slakken en kleine vissen. Het water voor deze
vissen moet zacht zijn en vrij warm (25 tot 28 graden
C.). De eieren worden gelegd op de bodem, op een steen,
een stuk hout of in een kuil in het zand. Ze worden
bewaakt door ��n van de ouders, gewoonlijk het mannetje.
Jonge vissen zijn geschikt voor een aquarium thuis.
|