Rubriek :
Historische figuren
Yasser Arafat
Yasser
Arafat (Arabisch: ياسر عرفات Yāsir `Arafāt, Ca�ro, 24 augustus
1929 � Clamart, 11 november 2004) was een Palestijns militair,
politicus en voormalig terrorist en samen met Yitzhak Rabin en
Shimon Peres in 1994 winnaar van de Nobelprijs voor de vrede.
Hij was tot zijn dood president van de Palestijnse Autoriteit en
leider van zowel het Front voor de Bevrijding van Palestina
(PLO) als van haar voornaamste fractie Al Fatah.
In de jaren '60 van de 20e eeuw wist Arafat de Palestijnse
kwestie op de internationale agenda te krijgen. Vanuit zijn
overkoepelende organisatie, de PLO, gaf hij leiding aan de
Palestijnen. In 1970 werd hij door Koning Hoessein van Jordani�
met krachtige hand het land uitgezet omdat de PLO een bedreiging
werd voor de eenheid van Jordani�. Arafat verplaatste zijn
hoofdzetel naar Libanon. Vanuit Libanon zette hij de strijd voor
de Palestijnse zaak voort. Hij maakte daarbij gebruik van geweld
en zelfs terreur. Ook betrad hij in de jaren '70 diplomatieke
wegen. In 1974 sprak hij de Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties toe over het Palestijnse vraagstuk. In 1982
verplaatste Arafat zijn hoofdkwartier naar Tunis, nadat het
Isra�lische leger Libanon binnenviel en rondom Beiroet gelegerd
was. In 1988 riep de PLO de Palestijnse staat uit, die door zo'n
negentig landen erkend werd. In 1990 koos Arafat de zijde van
Saddam Hoessein nadat deze Koeweit veroverd en bezet had. Na de
Eerste Golfoorlog stond Arafat aan de internationale zijlijn.
In 1993 bleek echter dat Isra�l niet om Arafat heen kon. In het
kader van de Oslo-akkoorden schudde hij in de tuin van het Witte
Huis premier Rabin van Isra�l de hand. Hierbij verklaarde Arafat
Isra�l als land te erkennen. In 1994 ontving Arafat samen met
Yitzhak Rabin en Shimon Peres de Nobelprijs voor de vrede.
Arafat werd verkozen tot voorzitter van de Palestijnse
Autoriteit. Ondertussen begonnen echter, onder leiding van Hamas,
de uiterst bloedige zelfmoordaanslagen in Isra�l, gevolgd door
Isra�lische tegenacties. In 2000 waren er nieuwe gesprekken over
vrede tussen Isra�l en de Palestijnen. Deze mislukten volgens de
ene bron omdat Arafat geen enkele concessie wou doen, volgens de
andere bron omdat de voorstellen van Barak de Palestijnse
Gebieden fragmenteerden en de vluchtelingen en de status van
Jeruzalem niet behandeld werden. Na de mislukte
vredesbesprekingen laaide het wederzijdse geweld weer op.
De Amerikanen wensten sedert 2000 geen rol van betekenis meer
toe te kennen aan Arafat in de vredesregeling voor het
Midden-Oosten. Isra�l beschouwde Arafat volkomen onbetrouwbaar.
Er werd zelfs gedreigd met liquidatie. Bij de Palestijnen
behield Arafat zijn status als leider van de natie. In 2002
lanceerde het Isra�lische leger een aanval op het complex waar
Arafat al enkele jaren onder Isra�lisch huisarrest was
geplaatst. Het gebouw, een voormalig Brits politiebureau, werd
zwaar beschadigd, maar uiteindelijk trok het Isra�lische leger
zich onder internationale druk terug. Sindsdien leefde Arafat er
onder permanente Isra�lische controle.