Zaagschubadder
De
Echis carinatus leeft in droge, zandige gebieden
en wordt vijftig tot 75 cm lang.
De zaagschubadder is een uiterst gevaarlijke
slang, die verantwoordelijk is voor het
merendeel van de sterfgevallen van mensen door
slangenbeten in Noord-Afrika. Hij gebruikt de
gekielde schubben op beide zijden om een
dreigend geluid te maken. Hij kronkelt zijn
lichaam in een dichte spiraal en beweegt de
kronkelingen zodanig dat de kielen van de
schubben tegen elkaar gewreven worden, zodat er
een raspend geluid ontstaat. Deze schubben geven
de slang ook zijn naam.
Deze adder gebruikt vaak een zijdelingse
beweging, bekend als sidewinding, wanneer hij
zich op het zand bevindt. Hij gooit zijn lichaam
in zijwaartse golvingen waarbij slechts twee
punten van het lichaam de grond raken. Het
gewicht van het dier drukt deze punten op de
grond, waardoor een hefboomwerking ontstaat voor
de zijwaartse beweging.
Overdag ligt de slang beschut tegen de zon onder
een boomstam of rotsblok, of hij graaf zich in
het zand in. Hij eet 's nachts kleine
knaagdieren, skinken, gekko's, kikkers en
grotere ongewervelde dieren zoals duizendpoten
en schorpioenen. De voortplanting vindt in de
regentijd plaats en het wijfje legt ongeveer
vijf eieren. De jonge adders zijn ongeveer
twintig cm lang bij de geboorte.
|