Zalmen
Zalmachtige vissen zijn goed te
herkennen aan de kleine vetvin zonder
vinstralen, die achter de rugvin - vlak voor de
staartvin - aanwezig is. Zalmachtigen zijn
snelle zwemmers met een volledig beschubd
lichaam en een volledige zijlijn. Er zijn meer
dan zestig soorten beschreven die voornamelijk
op het noordelijk halfrond in vrij koud water
leven. Ze worden in zoet water geboren, trekken
na ongeveer een jaar naar zee om zich te voeden
en keren weer naar zoet water terug om zich
voort te planten.
In onze kustwateren kunnen drie soorten worden
aangetroffen : de houting, zalm en zeeforel. In
zoet water werden zonder vel succes bronforel,
grote marene en vlagzalm uitgezet. Een niet meer
naar zee trekkende populatie van de zeeforel
wordt beekforel genoemd en wordt nog steeds in
grote aantallen voor de consumptie in Nederland
gekweekt. Sinds 1965 worden in Nederland grote
hoeveelheden regenboogforellen - een
ge�ntroduceerde Noord-Amerikaanse forelsoort -
gekweekt en uitgezet in plassengebieden in onze
andere het Ijssel-meer, Veerse Meer en
Grevelingenmeer. Deze al meer dan honderd jaar
gemanipuleerde hybride kan zich in natuurlijke
wateren niet voortplanten en is voornamelijk
bestemd voor hengelaars en consumptie.
|