Zeegrondels
Deze soortenrijke familie van de
Gobiidae - met tegen de tweeduizend beschreven
soorten - komt in vrijwel alle kustzee�n voor.
Het zijn meestal kleine vissen met twee
rugvinnen en tot een zuignap aaneengegroeide
buikvinnen, waarmee ze zich in de getijdenzone
kunnen vastzuigen aan de harde ondergrond of
grote wieren. Zijlijnen op het lichaam
ontbreken; op de kop bevinden zich echter rijen
pori�n met drukgevoelige zintuigen. De
Nederlandse grondels hebben - met uitzondering
van de glasgrondel - een betrekkelijk brede kop
met gezwollen wangen en lippen. De ogen staan
dicht bij elkaar hoog in de kop. De mannetjes
bewaken de eieren en zijn in de paaitijd en
tijdens de broedzorg opvallend mooier gekleurd
dan de vrouwtjes. In de Nederlandse wateren
kunnen zes soorten worden aangetroffen : de
glasgrondel - de zwarte grondel - dikkopje -
lozano's grondel - brakwatergrondel en kleurige
grondel.
|