De
zeekrokodil
Orde
: Reptilia - familie : Crocodylidae - geslacht :
Crocodylus en soort : Crocodylus porosus. Het
geslacht Crocodylus bestaat uit dertien op
elkaar lijkende soorten.
De zeekrokodil is het grootste levende reptiel
ter wereld. Hij past zich uitstekend aan en kan
zowel in zout als in zoet water leven. Hij heeft
een voorkeur voor de brakke wateren van
mangrovebossen en rivierestuaria, maar is ook te
vinden in meren en moerassen. Soms wordt hij ver
stroomopwaarts aangetroffen. Naar wordt beweerd,
kan hij afstanden tot duizend kilometer
afleggen.
De zeekrokodil foerageert voornamelijk tussen
zonsondergang en zonsopgang. Maar hij zal de
kans op een maaltijd niet laten schieten als er
zich overdag een prooidier aandient. Zijn
voedingsgewoontes zijn sterk afhankelijk van de
temperatuur. Krokodillen zijn koudbloedige
dieren, wat betekent dat hun lichaamstemperatuur
varieert met de temperatuur van hun omgeving.
Daarom besteedt dit dier veel tijd aan
zonnebaden om warm te worden of in de schaduw of
het water te liggen om af te koelen. De krokodil
functioneert het best bij een
lichaamstemperatuur van 27 tot 32 graden
Celsius. Hij is zuinig met zijn energie en wacht
liever tot het opkomende tij hem op een
rivieroever tilt in plaats van er zelf op te
klauteren.
In het natte seizoen maakt het vrouwtje een
heuveltje van plantenmateriaal en aarde van
ongeveer twee en een halve meter doorsnee en
negentig cm hoog. Hierin legt ze een broedsel
van leerachtige eieren en dekt deze af met
vegetatie. De warmte van het rottend materiaal
broed de eieren uit. De temperatuur bepaalt het
geslacht van de zich ontwikkelende embryo's. Als
de jongen klaar zijn om uit het ei te kruipen,
roepen ze hun moeder. Zij graaft de eieren uit
en draagt ze in haar bek naar het water. Na
ongeveer drie maanden moeten ze voor zichzelf
zorgen.
Praktisch ieder dier dat binnen bereik van zijn
kaken komt, is een potenti�le prooi voor deze
krokodil, zoals vogels, schildpadden, slakken,
krabben, ratten, kikkers, vissen en slangen.
Grote krokodillen eten ook grotere prooi zoals
apen, honden, wilde zwijnen, wallaby's, herten,
vee en zelfs af en toe een mens, als die
onvoorzichtig is en waarschuwingen negeert. De
zeekrokodil nadert zijn prooi ongezien onder
water en dan, opgestuwd door zijn enorme staart,
springt hij omhoog uit het water en sluit zijn
kaken om het verbijsterde dier. De prooi wordt
vervolgens in het water getrokken, verdronken en
aan stukken gescheurd.
Er zijn tussen de 200.000 en 300.000
zeekrokodillen. De meeste populaties hebben te
lijden gehad onder de jacht vanwege zijn
waardevolle huid. Ook hun verspreidingsgebied
wordt ernstig bedreigd door landbouwbedrijven,
bebouwing en industrie.
|