De
zonneral
Orde
: Gruiformes - familie : Eurypygidae - geslacht
: Eurypyga en soort : Eurypyga helias. De drie
ondersoorten zonneral vormen de enige leden van
hun geslacht en zijn verwant aan de kagoe.
E�n van de spectaculairste dreighoudingen in de
vogelwereld is die van de zonneral, die zijn
vleugels en staart wijd uitspreidt in de vorm
van een prachtig gevederde waaier. Deze vogel
leeft in de wouden van Zuid-Amerika en is echt
uniek in zijn soort : hij is door de geleerden
als enige soort in zijn eigen familie geplaatst
omdat zijn eigenschappen afwijken van die van
alle andere levende vogels.
Bij dreiging vlucht de zonneral niet weg, maar
fixeert hij zijn belager met een kraalogige
blik. Daarna laat hij zijn lijf langzaam zakken
en zet plots zijn veren uit. Hierdoor lijkt hij
tweemaal zo groot en worden ook de twee
opvallende oogachtige vlekken op zijn vleugels
zichtbaar. Hij kan deze volledige
vleugelspreiding ruim een minuut volhouden. Een
andere variant, die dient om indringers te
misleiden, is het tonen van een gebroken
vleugel. Hij zet dan de veren op zijn rug op,
opent ��n vleugel en sleept deze over de grond
alsof die gebroken is, waarbij hij sist, trilt
en een ratelend geluid maakt. Ook kan hij zijn
nek als een slang heen en weer bewegen.
De balts begint in het droge seizoen en behelst
het op een hoogte van tien tot vijftien meter
boven de boomtoppen vliegen, evenals de veren
gladstrijken, ��n vleugel tonen en gezamelijk
met de kop naar beneden duiken. Als tussen eind
maart en begin mei het natte seizoen begint,
bouwen ze samen het nest. Ze maken eerst een
geraamte van gras en bevestigen dit met modder
aan een tak, waarna ze het opvullen met
bladeren, wortels, mos en nog meer modder. Het
vrouwtje legt ��n of twee eieren, waar zij hen
haar partner zo'n dertig dagen lang op broeden.
De zonneral is een opvallende jager die zijn
prooi achtervolgt over de bosbodem, door ondiep
water of over rotsen in snelstromende beken.
Bewegingloos en in balans, met de nek
ingetrokken, de kop stil en ��n poot
opgetrokken, wacht hij het juiste moment af om
toe te slaan. Dan spiest hij zijn prooi aan zijn
scherpe, gepunte snavel, en hij mist zelden.
Zijn gevarieerde voedsel bestaat uit allerlei
soorten ongewervelde dieren, zoals vliegen,
spinnen, libellelarven, waterkevers, slakken,
krabben en garnalen en zelfs aardwormen, rupsen
en motten. Ook gewervelde dieren zoals kleine
vissen en paling, kikkervisjes, kikkers en
padden staan op zijn menu. Vaak wast de zonneral
het voedsel dat hij vangt, vooral als het voor
zijn jongen is. Hij jaagt niet alleen, maar pikt
ook in mos en afgevallen bladeren naar voedsel.
In de open ondergroei van het woud draagt de
roep van de zonneral ver. De vogels communiceren
met elkaar via uiteenlopende uitdrukkingsvormen.
Het belangrijkste geluid lijkt het trillen te
zijn. Zelfs jongen van zes dagen oud, die nog in
het nest liggen, praten op deze manier met hun
ouders.
|