De
zuidelijke zeebeer
De
zuidelijke zeebeer of Arctocephalus australis.
Grootte : mannetje lichaamslengte 1,8 tot twee
meter, gewicht tot 135 kg. Wijfje 1,5
meter en veertig kg. De dieren op de
Falkland-eilanden worden gewoonlijk het grootst,
die van de Galapagos-eilanden, waarbij de beide
seksen meer overeenkomen, zijn het kleinst.
Uiterlijk : mannetje donkergrijs met goed
ontwikkelde manen van langer, lichter haar om
nek en schouders; onderkant geel, vinpoten
roodachtig bruin. Wijfjes meer gelijkmatig
grijsbruin.
Verspreidingsgebied : er worden drie
ondersoorten onderscheiden, de A.a. australis,
de A.a. gracilis en de A.a. galapagoensis.
Het is typerend voor zuidelijke zeeberen van het
vasteland en de Falkland-eilanden dat zij zich
in november op hun werpplaatsen verzamelen,
waarbij de volwassen bullen hun territoriale
posities in het begin van de maand innemen en de
wijfjes later opduiken om zich bij hen te voegen
tot kleine harems van twee of drie leden. De
meeste jongen worden in november en december
geboren. Het voortplantingsseizoen van de
populaties van de Galapagos-eilanden is
langduriger en mogelijk onbeperkt. Deze soort
wordt op verschillende eilanden voor de kust van
Uruguay commercieel ge�xploiteerd. Elders wordt
ze beschermd, hoewel het mogelijk is dat het
totale aantal laag blijft door de stroperij op
andere ligplaatsen. Geschat wordt dat er van de
ondersoort van de Falkland-eilanden ongeveer
20.000 zijn, in zes of zeven grote kolonies;
mogelijk 75.000 tot 100.000 van de ondersoort
van het vasteland, voornamelijk in Uruguay,
Argentini� en zuidelijk Chili, en 1.000 tot
2.000 van de ondersoort van de
Galapagos-eilanden, verspreid over een aantal
kolonies. Volgens het Red Data Book omvat de
populatie van de Galapagos-eilanden wel 5.000
tot 10.000 individuen (1978).
|