Zwarte
beer
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
zwarte beer is ��n van de acht soorten van de
berenfamilie Ursidae. Als de gedrongen, sterke
zwarte beer rechtop staat is hij even groot als
een volwassen mens, maar niet zo gevaarlijk als
hij lijkt. Hij is minder agressief dan de
grizzlybeer, zodat de mens hem beter verdraagt,
wat wellicht verklaart dat hij nog steeds in
Canada en in veertig Amerikaanse staten
voorkomt. Hij heeft vooral diepe wouden nodig
waarin hij zich overdag kan schuilhouden, en
veel voedsel om de maanden met weinig voedsel
tijdens zijn winterslaap door te komen.
De zwarte beer heeft bijna altijd honger. Hoewel
hij een carnivoor of vleeseter is, eet hij
voornamelijk planten. Carnivoren hebben moeite
met het verteren van planten, dus moet de beer
veel eten om genoeg voedingsstoffen binnen te
krijgen. In de lente is hij na zeven maanden
winterslaap vrijwel uitgehongerd. Omdat hij ruim
een vijfde van zijn lichaamsgewicht is
kwijtgeraakt, is hij dan het meest roofzuchtig.
Hij doodt jonge herten die zich in de ondergroei
schuilhouden, krabt boomstronken open om
insectenlarven te zoeken en rooft vogelnesten
leeg.
De levensstijl van de zwarte beer is nauw
verbonden met de seizoenen. Na de paring in de
zomer eet hij heel veel, ter voorbereiding op
zijn winterslaap. Als hij zich in zijn hol
terugtrekt, ziet hij er zwaarlijvig uit, met op
de flanken dikke lagen vet die hem de winter
door moeten helpen. In het zuiden overwintert
hij in een holle boom of onder een hoop
afgevallen bladeren, in het hoge noorden onder
een dikke laag sneeuw onder een omgevallen boom
of grote steen. Een zuidelijke beer die slaapt
staat soms op om zich uit te rekken of om
voedsel te zoeken, terwijl noordelijke beren
amper bewegen. Tijdens de slaap verbruikt het
lichaam heel weinig energie.
Aan het eind van de lente komen de gewoonlijk
solitaire zwarte beren bij elkaar om te paren.
Heel soms paart een mannetjesbeer al voordat hij
met zes tot zeven jaar volwassen genoeg is om te
kunnen wedijveren om een partner. Het mannetje
spoort het vrouwtje op via de geur. Hij stopt
met eten en zwerft rond terwijl hij de lucht
afspeurt en aan boomstammen ruikt. Als er meer
mannetjes achter haar aanzitten moet hij soms
vechten. Na de paring gaat het paar uit elkaar.
Het vrouwtje paart vaak met meerdere mannetjes.
De zwangerschap begint pas vijf maand na de
paring. Hierdoor kan het vrouwtje zich aan de
belangrijke voeding in de herfst wijden. Ze
krijgt haar welpen tijdens de winterslaap en
begint ze dan te voeden.
In het grootste deel van zijn
verspreidingsgebied wordt de zwarte beer als
jachtdier beschouwd en is de jacht op hem
toegestaan. Jaarlijks worden er duizenden
afgeschoten of in een val gelokt door
trofeejagers of stropers. De geschatte huidige
populatie omvat ruim 650.000 dieren. Zorgwekkend
is de opdeling van zijn leefgebied.
|