|
De
zwarte vis
De zwarte vis of Centrolophus
niger.
Beschrijving
Eerste rugvin met tien stekels en 27-31
vinstralen, anaalvin met drie stekels en 21-24
vinstralen; borstvinnen met 21 vinstralen;
160-205 schubben op de zijlijn.
Rug en kop donkerbruin tot zwart, flanken naar
onderen toe bruingrijs; onderzijde grijs met
zilverkleurige vlekken. Vinnen bruinzwart.
Slanke vis met grote kop en stompe snuit; slanke
staartwortel en lange rugvin.
De zwarte vis komt, behalve in de
Noord-Atlantische Oceaan, ook voor op het
zuidelijk halfrond bij Zuid-Afrika, Chili en
Australi�. Zwarte vissen leven op de randen van
het continentale plat, maar worden niet zelden
ook in ondiepe zee�n zoals de Noordzee
aangetroffen. Zij eten voornamelijk kwallen,
maar ook kleine vissen en kreeftachtigen. Jonge
zwarte vissen leven aan het zeeoppervlak tussen
tentakels van kwallen. Van de biologie van deze
soort is weinig bekend.
Lengte
Maximaal 120 cm.
Verspreiding
Op het Noordelijk halfrond in de
Noord-Atlantische Oceaan, Noordzee. Langs onze
kust sporadisch voorkomend, alleen volwassen
exemplaren, voornamelijk van november tot mei,
soms aangespoeld.
|
