Zwartvoetkrulzoom
Paxillus atrotomentosus
U kunt deze paddestoel goed herkennen aan de
steel, die een fluwelig en donkerbruin tot
bruinzwart oppervlak heeft. De hoed is zes tot
twintig cm breed, bolrond, plat tot ingedeukt,
met een duidelijke omgekrulde rand; hij is eerst
fluwelig, wordt later glad en is bruin. Bij oude
exemplaren is hij roestrood tot olijfbruin. De
plaatjes staan dicht opeen, lopen langs de steel
af en zijn overdwars met elkaar verbonden. Ze
zijn in het begin cr�mekleurig tot geelachtig,
later okergeel. Bij aanraking kleuren ze bruin.
De steel, drie tot zeven cm lang en twee tot
vijf cm dik, is soms excentrisch aangehecht. Hij
is fluwelig en donkerbruin tot bruinzwart. Het
vlees is dik, sappig en gelig; het heeft een
zure geur en een bittere, scherpe smaak.
Deze soort groeit van juli tot november op
vermolmd hout van sparren en dennen; op
stronken, wortels en onder de grond verborgen
houtresten. Hij is te vinden van het laagland
tot in de bergen en komt soms vrij veel voor.
Deze paddestoel is licht giftig en kan bij
consumptie maagstoornissen zoals braken,
veroorzaken.
|