Rubriek : De
mens - algemeen
Alexander de Grote
Nadat Sparta zijn
grote rivaal Athene met Perzische hulp had verslagen, werd het
de leidende mogendheid van Griekenland. Als zodanig maakte
Sparta echter op schandalige wijze misbruik van zijn macht. Het
in Boeoti� gelegen Thebe kwam daartegen in opstand. Het
veroverde eerst de burcht waar een Spartaans garnizoen gelegerd
was en versloeg daarna de Spartaanse legermacht bij Leuctra in
371 voor Christus. Toen was ook Sparta's macht gebroken en had
Thebe de leiding in Griekenland. Dat duurde evenwel niet lang,
want toen de grote generaal Epaminondas in 362 voor Christus was
overleden, kwam daar een eind aan. Alom ontstond er een verwarde
toestand met veel ruzie en oorlog tussen de Griekse stadstaten
onderling. Perzi�, dat weer aan kracht begon te winnen, ging een
bedreiging vormen. Maar heel onverwacht kwam er een nieuwe macht
in Griekenland naar voren : Macedoni�. Dit gebied, in het
noorden van Griekenland gelegen, had aan alle Griekse
ontwikkelingen op politiek, economisch en cultureel gebied geen
deel gehad. De vrij talrijke bevolking van Macedoni� verkeerde
in een situatie die met de toestand tijdens
de Griekse riddertijd te
vergelijken was.
Alleen
waren de Macedoni�rs onderling verdeeld, en de strijd die ze met
elkaar leverden, werd als een soort verlengstuk van de sport
gezien. Toch kwam er een jonge vorst naar voren die erin slaagde
de macht in Macedoni� te bundelen.
Daarna werd het zijn oogmerk ook Griekenland, dat hij zeer
bewonderde, bij zijn rijk in te lijven. Hoewel sommige Grieken
de Macedoni�rs als tamelijk onbeschaafd beschouwden, zagen ze
toch in Filippus, want zo heette de jonge veroveraar, de redder
van hun verscheurde vaderland. Anderen echter, en tot hen
behoorde de Atheense redenaar Demosthenes, wezen de mogelijke
onderwerping aan Filippus of de felste wijze van de hand.
Demosthenes slaagde er inderdaad in, Thebe en Athene samen tegen
de Macedoni�r in het geweer te brengen. Maar de verenigde
strijdkrachten werden in 338 voor Christus bij Chaeronea
verslagen. Filippus had zijn oppergezag in Griekenland
gevestigd.
In het algemeen gesproken behandelde hij de onderworpen Grieken
niet hard en liet hij hun vaak hun eigen bestuur. Dit hield
verband met de plannen die hij koesterde om het Perzische Rijk
aan te vallen en ten onder te brengen. Daartoe kwam al spoedig
een vergadering van alle staten te Korinthe bijeen. Voordat
Filippus aan zijn plannen meer gestalte kon geven, werd hij
echter in 336 voor Christus bij de ingang van een theater
vermoord. Alexander, de oudste zoon van Filippus en diens
echtgenote, de knappe en hartstochtelijke Olympias, volgde hem
op. De jonge koning had een uitstekende opvoeding genoten. Hij
was wetenschappelijk geschoold door de wijsgeer Aristoteles,
wiens leerling hij drie jaar lang was geweest. Daarvoor had hij
onder meer van Lysimachus les gehad en deze had hem een grote
bewondering voor de dichtwerken van Homerus bijgebracht.
De moord op Filippus leidde tot opstanden in het noorden en tot
de voorbereiding tot het herstel van de vrijheid in Griekenland.
Alexander evenwel stelde, ondanks zijn jeugdige leeftijd van
twintig jaar, met krachtige hand orde op zaken. In korte tijd
had hij zijn heerschappij in Griekenland en Macedoni� gevestigd.
Op een bijeenkomst in Korinthe deelde hij aan afgezanten van de
Griekse staten mee dat hij het, net als zijn vader, als zijn
belangrijkste taak beschouwde tegen de Perzen ten strijde te
trekken. Het Perzische Rijk verkeerde al een aantal jaren in
ernstig verval. Wel was het nog even groot als in de dagen van
koning Darius I ( ongeveer 550-486 voor Christus), maar van een
hecht verband tussen de verschillende rijksdelen was geen sprake
meer. Wanbestuur van de Perzische stadhouders hadden
volksstammen die tot het rijk behoorden, zeer verbitterd. Een
bijster betrouwbaar element vormden die in het grote geheel dan
ook beslist niet. Tegen dit rijk bracht Alexander een leger van
30.000 man voetvolk en 4500 ruiters in het veld. In 334 voor
Christus trok hij er de Hellespont mee over.
Het Perzische leger, zeker 100.000 man sterk, maar ordeloos en
ongedisciplineerd, wachtte de hechte Griekse strijdmacht bij de
oevers van de kleine rivier de Granicus af. De stormaanval van
Alexanders legerscharen dreef de Perzen spoedig terug. De
Perzische gelederen werden doorbroken en een massale vlucht
betekende het einde van de slag.
De jeugdige veroveraar zette zijn tocht met geweldig succes
verder. De meeste Griekse steden op de kust van Klein-Azi�
openden hun poorten voor hem en begroetten Alexander als hun
bevrijder. Slechts enkele boden verzet, maar die werden
stormenderhand genomen.
Een nieuw Perzisch leger, aangevoerd door de Perzische koning
Darius III zelf, rukte tegen de indringer op en legerde zich in
de smalle kustvlakte van Issus in Sicili�. Alexander overviel
onverwacht het opeengepakte leger, dat het zijne wel twintigmaal
in sterkte overtrof, en wist het in een zeer bloedig treffen te
verslaan. Darius redde zijn vege lijf in een wilde vlucht te
paard. De hele Perzische legerplaats met de Perzische
koninklijke familie viel in handen van Alexander. Hij richtte
zijn krijgstocht toen tegen Fenici�n en Egypte. Alle Egyptische
steden openden zonder meer hun poorten voor hem en verwelkomden
hem als de bevrijder van de Perzische heerschappij. De priesters
erkenden hem als farao en dus als afstammeling van de godheid
Amon-Re. Zo verkreeg Alexander de status van god-koning.
Onvervaard zette de god-koning zijn toch voort. Bij Arbela
behaalde hij zijn laatste en beslissende overwinning op de
Perzen. Alexander wilde ook India veroveren, maar daar
aangekomen, weigerden zijn soldaten om verder te gaan.
Teruggekeerd in Babylon begon Alexander zijn wereldrijk te
organiseren. Macedoni�rs, Grieken en Aziaten moesten tot ��n
volk met ��n cultuur samensmelten. Plotseling werd Alexander
ernstig ziek. Hij stierf zonder goede opvolger te Babylon.