Rubriek :
Dier - algemeen
Andere boombewoners
Het aantal soorten apen van de neotropische regenwouden mag dan
groot zijn, vleermuizen zijn er in nog grotere verscheidenheid.
Men onderscheidt een aantal families, met in totaal bijna 150
soorten. Het zijn nachtdieren. Overdag slapen ze, ondersteboven
aan hun achterpoten hangend, aan boomtakken of aan richels in
grotten. Verder zijn ze de enige zoogdieren die echt kunnen
vliegen. Hun vleugels, weinig meer dan een dubbele huid, zijn
uitgespannen tussen romp, achterpoten en hals. De hele arm is
erin opgenomen, en de sterk verlengde vingerkoortjes dienen, net
als de staart, als een soort baleinen. Bekend is ook dat ze zich
ori�nteren door het opvangen van tegen voorwerpen teruggekaatste
geluidstrillingen, die ze zelf veroorzaken.
De vampier, een kleine soort vleermuis (vijf tot zeven cm, met
een spanwijdte van vijftien cm) leeft uitsluitend van bloed. Hij
bijt een klein wondje in de huid van grotere slapende zoogdieren
- meestal zo dat die er niet door gewekt worden - en likt dan
het bloed op. Per nacht nemen ze niet meer dan in totaal
ongeveer 25 gram bloed tot zich. Gevaarlijk kunnen ze maar in
��n opzicht zijn : door het overbrengen van ziekten, als
hondsdolheid en een bepaalde paardenziekte. Misschien zijn ze
daardoor wel de oorzaak geweest van het plotselinge verdwijnen
van de paarden, die oorspronkelijk in Noord- en Zuid-Amerika
inheems waren. Overigens zijn ze volkomen onschuldig.
De zogeheten onechte vampiers zijn geen vampiers, hoewel ze er
vroeger voor gehouden werden. Ze zijn groot (met een spanwijdte
van zeventig cm) en eten hoofdzakelijk vruchten en insecten.
Luiaards hangen nog veel vaker ondersteboven dan vleermuizen -
vrijwel hun hele leven. Dat doen ze met hun vier sterke klauwen,
aan takken. Ook het paren en het baren van het jong gebeurt
hangend. Zelfs een doodgeschoten luiaard blijft aan zijn tak
hangen tot het lichaam is verteerd. Als ze worden opgejaagd,
kunnen ze wel klimmen, maar met een snelheid van hoogstens
enkele tientallen meter per minuut. Zwemmen kunnen ze goed, maar
op de grond zijn ze vrijwel hulpeloos. Merkwaardig is hun
groenige schutkleur - die hen beschermt tegen hun voornaamste
vijand, de harpij. Die groenige schutkleur ontstaat door de
groei van groene algen op de haren van hun vacht. Deze haren
zijn precies andersom gericht dan bij de andere dieren : van de
buik naar de rug. Voor de luiaards dus van boven naar beneden,
waardoor het regenwater goed kan afvloeien.
Twee
andere soorten van tandarme zoogdieren hangen ook dikwijls in de
bomen, maar dan meestal aan hun lange grijpstaart. Het zijn de
kleine miereneter of tamandoea en de dwergmiereneter of
boommiereneter. De kleine miereneter meet van het puntje van
zijn lange, buisvormige snuit tot het topje van zijn veertig cm
lange staart ongeveer een meter. Hij zit even vaak op de grond
als in een boom. De dwergmiereneter is, met staart, niet groter
dan veertig cm. Hij leeft uitsluitend in de bomen en heeft twee
klauwen aan elke voet (de andere soorten hebben er vier). Beide
zijn nachtdieren en leven van termieten.
Er leven ook stekelvarkens in de bomen : de boomstekelvarkens.
Net als bij de stekelvarkens van de Oude Wereld, zijn hun haren
tot stekels omgevormd. Enkele van die stekels hebben
weerhaakjes. Ze laten snel los uit de huid van het dier en
dringen dan pijnlijk diep in het vlees van de belager. Bij ��n
soort is ook de staart met stekels bezet. Een andere soort heeft
een lange, sterke grijpstaart, waaraan hij zelfs met zijn hele
gewicht kan hangen. De boomstekelvarkens leven van schors en
jongen loten.
In de toppen van de oerwoudbomen leven ook buideldieren,
waaronder de wolhaar-buidelratten en de dwergbuidelratten,
naaste verwanten van de Noordamerikaanse opossum. Het zijn
levendige, kleine nachtdiertjes die hoofdzakelijk van insecten
leven. Ze hebben een echte grijpstaart. De jongen worden in een
vroeg stadium van de ontwikkeling geboren en hechten zich dan
vast aan de tepels van de moeder. Bij de wolhaar-buidelratten
liggen die tepels in een huidplooi, een eenvoudige buidel. Bij
de dwergbuidelratten is dat niet het geval. (foto : de
aeneas-buidelrat)