Rubriek :
Mens - algemeen
De farao's van Masp�ro
De opvolger van
Auguste Mariette (zie de pagina 'grafplunderingen'),
Gaston Masp�ro, had de eer enkele gevonden koningsmummies uit te
pakken. De eerste farao die werd onderzocht was Thoetmozes III,
die door grafplunderaars niet echt zachtzinnig behandeld was.
Toen het lichaam geheel van zijn zwachtels was ontdaan, bleek de
koning die van Egypte een machtig rijk had gemaakt, in
deplorabele staat te verkeren. Het hoofd was gescheiden van de
nek, en zijn benen waren van zijn romp gerukt. Restanten van de
in hars gedrenkte zwachtels plakten nog aan zijn huid.
Enkele jaren later onderzocht Masp�ro de mummie van Ramses II
(zie foto).
Na de ene
na de andere laag linnen windsel te hebben verwijderd,
kwam tenslotte het lichaam te voorschijn van de farao die zo'n
negentig jaar oud was geworden en in Egypte tal van monumenten
had achtergelaten die getuigden van zijn grootheid. Masp�ro was
verbijsterd. Het lichaam was uitstekend bewaard, de huid
donkerbruin, hier en daar met zwarte vlekken, de armen gekruist
over de borst, met een sereen gezicht, een haviksneus, die iets
gebogen was door de druk van de zwachtels. In de mond, klein
maar met volle lippen, zat een zwarte brei, die door Masp�ro met
een schaar gedeeltelijk werd verwijderd, waarna de nog steeds
witte voortanden van de oude farao zichtbaar werden.
Masp�ro en zijn assistenten zetten het uitpakken van de andere
mummies voort. Als volgende kozen ze een onbekende mummie die
het lichaam bleek te zijn van koningin Ahmozes-Nefertari. Maar
nauwelijks was het lichaam blootgesteld aan de buitenlucht,
aldus de archeoloog, of het raakte in staat van ontbinding. Het
loste op tot een zwarte substantie met een onverdraaglijke
stank. De vochtige lucht van Ca�ro eiste reeds zijn tol van de
lichamen die eeuwenlang in hun droge en steriele kisten hadden
gelegen.
Hopend op meer geluk bogen de archeologen zich vervolgens over
de mummie van Ramses III. Eerst verwijderden ze drie lagen
zwachtels, en vervolgens sneden ze een canvas omhulsel door dat
was bedekt met een dikke laag cement-achtig materiaal. Daaronder
stuitten ze op nog een aantal lagen linnen en canvas, waarna ze
op een rode lijkwade stuitten. Maar er volgde, aldus Masp�ro,
een grote teleurstelling. Het gezicht van de koning was bedekt
met een laag bitumen, waardoor zijn gelaatstrekken waren
verborgen.
Later werden ook andere mummies uitgepakt. Amenhotep I was in
dezelfde staat als waarin hij ooit gemummificeerd was, behangen
met bloemslingers. Tussen de verwelkte bloemen deden de
archeologen een verrassende ontdekking : een wesp, aangetrokken
door de geur, was gevangen geraakt tussen de bloembladen, en
was, toen het deksel op de kist werd geplaatst, samen met de
farao in het duister opgesloten.
Eug�ne Lef�bvre, kort daarvoor benoemd tot directeur van het
Franse Instituut voor Archeologie, was diep ontroerd. Bijna al
de mummies, zo vertelde hij, waren bedekt met verdroogde
bloemslingers en verwelkte lotussen die duizenden jaren intact
waren gebleven, en niets gaf een beter besef van het stilzetten
van de tijd dan het aanschouwen van deze onsterfelijke bloemen
op de vereeuwigde lichamen. Het was, aldus Lef�bvre, het beeld
van een oneindige slaap.