Rubriek : De
mens - algemeen
De Franse Revolutie
Omstreeks 1778
verslechterde de economische toestand van Frankrijk snel. De
misstanden van het 'Oude Stelsel'
waren toen wel erg zwaar gevoeld. De belastingen op de grond, op
wijn en op zout werden op een willekeurige wijze ge�nd. De adel,
die geen winsten had uit handel of nijverheid zoals de gegoede
burgerij, ging weer de nadruk leggen op de oude heerlijke
rechten. De boeren moesten jachtrecht, maalrecht, wijnpersrecht
en tiendrecht eerbiedingen en betalen. Daartegenover werden
rechten van de boeren, bijvoorbeeld het recht van stoppelweide
(het laten weiden van vee op het land waarvan de oogst was
binnengehaald) of het recht van vrije houtkap, zoveel mogelijk
ingeperkt en afgenomen. De adel wilde namelijk zijn landerijen
het liefst volgens de moderne opvattingen en methoden gaan
beheren.
De ontevredenheid en de woede van de boeren hierover waren
groot. Maar er waren nog meer mensen ontevreden. Vele gegoede
burgers hadden de filosofische opvattingen van de Verlichting
bestudeerd. Zij waren geestdriftig over de idee�n van de
volkssoevereiniteit en de mensenrechten. De Amerikaanse
Vrijheidsoorlog sprak hen enorm aan. In hun eigen land echter
regeerde een absoluut koning, en de hele Derde Stand telde
slechts mee als belastingsbetaler. De opbrengst van de
belastingen bleek echter totaal onvoldoende te zijn om de grote
staatsuitgaven te dekken. Er werden steeds meer staatsleningen
uitgeschreven, tegen steeds hogere rente. Het vertrouwen in de
regering werd echter zo gering, dat tenslotte vrijwel niemand de
staat nog geld wilde lenen. Ten einde raad besloot de koning de
vertegenwoordigers van de drie standen, de Staten-Generaal,
bijeen te roepen.
Dat was iets heel bijzonders, want de Staten-Generaal waren in
geen 175 jaar meer bijeen geweest. Adel en geestelijkheid
mochten ieder driehonderd vertegenwoordigers afvaardigen en de
burgerij werd toegestaan zeshonderd leden naar de vergadering af
te vaardigen.
Op
5 mei 1789 opende Lodewijk de Zestiende op plechtige wijze de
vergadering van de Staten-Generaal te Versailles. Daarna deed
zich de grote vraag voor hoe er gestemd zou moeten worden.
Wanneer er per stand gestemd zou worden, zou de Derde Stand het
altijd verliezen tegenover de adel en de geestelijkheid. Als er
hoofdelijk per afgevaardigde zou worden gestemd, zou de Derde
Stand zeker zijn zin krijgen, omdat sommige leden van de andere
standen de Derde Stand zouden steunen. Op 17 juni 1789 hakte de
Derde Stand de knoop door en verklaarde zichzelf tot Nationale
Vergadering, die in het vervolg het hele Franse volk zou
vertegenwoordigen. Enkele dagen later zwoeren de afgevaardigden
van de Derde Stand dat ze niet uiteen zouden gaan voordat
Frankrijk een grondwet had.
De weifelende koning Lodewijk de Zestiende overwoog om met
geweld de gang van zaken te keren. Er werden troepen bij
Versailles samengetrokken, maar toen bemoeide het volk van
Parijs zich ermee. Het bestormde op 14 juli 1789 de Bastille
en nam deze gevangenis in. Er werd een burgerwacht opgericht om
de orde te handhaven; Parijs kreeg een ander bestuur.
Het voorbeeld van Parijs vond elders al spoedig navolging. Voor
de boze boeren was het de aanleiding om de kastelen van de
edelen te bestormen en de gehate heerlijke rechten af te
schaffen. De danig geschrokken adel vluchtte massaal naar het
buitenland. In de nacht van 4 op 5 augustus 1789 werden alle
heerlijke rechten officieel door de Nationale Vergadering
afgeschaft. Op 26 augustus werd de 'Verklaring van de Rechten
van de Mens en van de Burger' uitgegeven. Artikel 1 hiervan
begon met de woorden 'De mensen worden vrij en met gelijke
rechten geboren en zij blijven dat'. Intussen werkte men aan het
opstellen van een nieuwe grondwet.
Op 5 oktober 1789 kwam het volk van Parijs naar aanleiding van
allerlei geruchten opnieuw in beweging. Luid om brood roepend
trok een menigte, die vooral uit vrouwen bestond, naar
Versailles. De Nationale Garde verleende verscherming aan de
koning en zijn gezin. Zij allen moesten mee naar�Parijs, waar de
koning en zijn gezin werden ondergebracht in het paleis der
Tuilerie�n. De Nationale Vergadering volgde spoedig. Parijs had
de leiding genomen van de revolutie. Er brak een rustige tijd
aan waarin niemand nog honger hoefde te lijden. De Nationale
Vergadering kwam in 1791 klaar met de grondwet. De macht van de
koning was volgens de leer van de Trias Politica gesplitst. De
wetgevende macht kwam aan een Wetgevende Vergadering en de
uitvoerende macht aan de koning. De rechters werden door kiezers
voor zes jaar gekozen. De Wetgevende Vergadering werd met
beperkt kiesrecht gekozen, wat inhield dat de gegoede burgerij
invloed kreeg op de regering. Lodewijk de Zestiende vatte in
1797 het plan op, Parijs te onvluchten. Bij Metz zou hij zich
dan bij een leger voegen. De ontluchtingspoging mislukte echter.
(foto : de bestorming van de Bastille)