W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Kenmerken zoogdieren
 

Handen en voeten

De verschillen die bij de verschillende soorten zoogdieren optreden bij de handen en voeten, zijn enorm groot. Toch moeten we bedenken dat de bouw van de handen en de voeten van de zoogdieren kenmerkend is voor alle gewervelde dieren die op het land leven. Het belangrijkste kenmerk is het oorspronkelijk bezit van vijf vingers en vijf tenen aan elke hand en aan elke voet. Het oorspronkelijke bezit, want in veel gevallen is in de loop der tijden het aantal vingers of tenen afgenomen. Zo hebben de eenhoevigen steeds twee of vier tenen aan elke poot. Bij de laatste groep ontbreekt de eerste teen. Vaak zijn de tweede en de vijfde teen heel klein geworden en soms nauwelijks meer aanwezig. In die gevallen zullen de derde en de vierde teen heel sterk ontwikkeld zijn. De onevenhoevigen hebben, zoals de naam al zegt, een oneven aantal tenen aan de voorpoten en achterpoten. De tapirs hebben aan de achterpoten drie tenen en aan de voorpoten vier tenen, en zo zijn er nog wel meer uitzonderingen.
Niet alleen het aantal vingers of tenen kan verschillen, maar ook de bouw van handen en voeten. De ledematen van de waterzoogdieren hebben korte, zware beenderen. Hun tenen zijn meestal door middel van een huidvlies met elkaar verbonden.
Enkele landzoogdieren hebben handen en voeten waarmee ze iets kunnen vastgrijpen, zoals de halfapen en de apen. Deze dieren kunnen hun grote teen tegenover elk van de andere tenen plaatsen. De meeste halfapen en apen kunnen ook hun duim tegenover elk van de andere vingers plaatsen. Ze kunnen dus met handen en voeten iets vastgrijpen.
Andere zoogdieren, zoals bijvoorbeeld paarden, gazellen en giraffen, moet zich snel kunnen voortbewegen. Daarom hebben ze lange beenderen in hun ledematen. Het aantal beenderen in handen en voeten kan per soort sterk verschillen, vooral het aantal beenderen in de voeten. De zoogdieren die in bomen leven hebben kussentjes op hun vingers en in hun handpalmen, zodat ze zich beter kunnen vastgrijpen. De vleermuizen kunnen vliegen, omdat ze aan hun handen een groot huidvlies hebben. Dat vlies loopt door tussen de vingers en laat alleen de duim vrij. De vingers, behalve de duim, zijn soepel en lang en geven op die manier goede steun aan de vleugels. Het huidvlies zit verder vast aan de zijkant van het lichaam en aan de achterpoten. Alleen de voeten zijn vrij.
Bij veel zoogdieren zijn de voorpoten en achterpoten even lang, maar bij bepaalde soorten zijn de achterpoten veel langer, bijvoorbeeld bij de dieren die zich springend voortbewegen. En andere zoogdieren, zoals bijvoorbeeld de hyena's hebben langere voorpoten.
Naar gelang hun manier van lopen worden de zoogdieren verdeeld in twee groepen, de zoolgangers en de teengangers. De civetkatten staan precies tussen beide groepen in. Daarom worden ze wel halfzoolgangers genoemd. Ook de hoefgangers vormen een aparte groep, omdat ze alleen op hun hoeven lopen.


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer