Hermelijn
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
hermelijn behoort tot de orde van de Carnivoren,
familie Mustelidae en geslacht Mustela. De meest
naaste verwanten zijn de
wezel en de langstaartwezel. De korte poten,
het slanke lijf en de spitse snuit met scherpe
tanden maken de hermelijn tot ��n van de
effectiefste jagers op kleine zoogdieren in
noordelijke landen. Snel en soepel schiet hij
het hol van zijn prooi in, maar hij is ook een
uitstekende boomklimmer en zwemmer. Door zijn
langgerekte vorm raakt het lijf heel snel warmte
kwijt, en hermelijnen bezwijken soms tijdens
strenge winterperiodes.
De hermelijn is dag en nacht om de twee uur zo'n
tien tot 45 minuten actief. Zelfs in de winter,
als hij overdag meestal nog actiever is, houdt
hij geen winterslaap maar is druk in de weer, en
gebruikt zonodig knaagdiergangen onder de
sneeuw. Om energie en warmte te sparen blijft
hij zo lang mogelijk in zijn nest. Hij woont in
een oud konijnen- of muizenhol waarvan hij eerst
de bewoner heeft opgegeten en kan wel een stuk
of tien dergelijke schuilplaatsen hebben.
Mannetjes en vrouwtjes leven gescheiden, en
iedere hermelijn markeert het territorium met
een muskusachtige geur om buren op een afstand
te houden.
In de lente worden mannetjes minder territoriaal
en verlaten hun gebied, op zoek naar een
partner. Na de paring gaan oudere mannetjes vaak
op zoek naar nog meer partners. Jonge mannetjes
zijn minder avontuurlijk en hebben de neiging
een tijdje hun vrouwtje te bewaken om te
voorkomen dat ze met een ander paart. Aan het
eind van de zomer zijn de meeste vrouwtjes die
ouder dan twee maanden zijn, drachtig. In maart
of april worden de jongen geboren en de moeder
verzorgt de kleintjes alleen. Dat is hard
werken, want ze heeft ongeveer tien keer haar
normale dagelijkse portie voedsel nodig voor het
voeden van de jongen.
Een hermelijn is bij uitstek gebouwd om kleine
prooien te doden. Wat hij vooral eet, wordt
bepaald door zijn leefomgeving. Naar gelang de
streek kan het gaan om lemmingen, veld- en
watermuizen of zelfs konijnen, vogels en grote
insecten, maar muizen en andere kleine
knaagdieren vormen het hoofdmenu. De hermelijn
is een uiterst actieve jager die druk met zijn
snuit in elk denkbaar gat in zijn favoriete
jachtgebied port.
Deze sluwe jagers worden gehaat door
jachtopzieners en pluimveehouders, en ze worden
al eeuwenlang bejaagd. Ze worden ook gevangen om
hun vacht en voor onderzoek naar rabi�s. De
grootste vijanden zijn echter de kou en honger,
die ervoor zorgen dat tachtig procent van de
jonge hermelijnen niet overleeft.
|