De
honingdas
Orde
: Carnivora - familie : Mustelidae - geslacht :
Mellivora en soort : Mellivora capensis. De
honingdas is het enige lid van dit geslacht en
behoort tot de grote mustelidae-familie van
wezels, otters, dassen en stinkdieren.
De honingdas is een agressieve nomade die er
niet voor terugdeinst een antilope of een buffel
aan te vallen tijdens zijn zwerftochten door de
grasvlaktes van bosrijke savannes van Afrika.
Een geducht tegenstander voor ieder roofdier !
Dit onverschrokken dier is uitstekend uitgerust
voor zowel de aanval als de verdediging, met
sterke poten, grote klauwen en een taaie,
beetbestendige huid.
De honingdas is een onstuimige vechtjas die zich
uitstekend kan verdedigen door gebruik te maken
van zijn grote voorpoten. Zijn huid is taai
genoeg om de beet van een gifslang of een hond
te weerstaan. Alleen zijn onderbuik is
kwetsbaar. Als een ander dier hem bij de nek
houdt, stelt de dikke laag vet onder zijn huid
hem in staat zijn lenige compacte lijf 180
graden te draaien en de aanvaller te bijten. De
stank die wordt afgescheiden door zijn
geurklieren vormt zijn geheime wapen. De
honingdas past zich makkelijk aan en brengt
zelden meer dan ��n nacht op dezelfde plek door.
Hij overnacht in een hol dat hij heeft
uitgegraven, in een rotsspleet of in een holle
boomstam. Honingdassen zwerven meestal solitair,
maar ook wel eens in paren door een uitgestrekt
leefgebied. Ze communiceren door hun territorium
af te bakenen met geursporen.
Er is weinig bekend over de werpgewoontes van
dit dier als gevolg van zijn schuwe aard. Het
territorium van een mannetje kruist dat van
verschillende vrouwtjes, met wie hij paart. Om
er zeker van te zijn dat de paring succes heeft,
blijft het paar soms wel drie dagen in haar hol.
Het vrouwtje werpt gewoonlijk twee jongen, die
een tijdlang in het hol blijven voor de
veiligheid. Na ongeveer acht maanden zijn ze
volgroeid, maar daarna blijven ze nog zes
maanden bij hun moeder.
Honingdassen eten zo ongeveer alles wat ze
tegenkomen en kunnen onvermoeibaar blijven
doorrennen, speurend naar prooi. Ook staan ze
erom bekend dat ze, gedreven door pure agressie,
dieren aanvallen en verwonden die veel groter
zijn dan zijzelf. Paarden bijvoorbeeld of
antilopen en vee. Normaal gesproken eten ze
echter hagedissen, gekko's en andere kleine
reptielen, en knaagdieren zoals
gerbils, evenals
kadavers, fruit en plantenknollen (bolvormige
wortels). Hij klimt ook in bomen om nestvogels
te belagen en eieren te stelen.
Aangezien de honingdas een zwervend bestaan
heeft, heeft hij veel ruimte nodig. Hij verliest
veel van zijn leefgebied door toedoen van de
mens. Sommige boeren beschouwen hem als
schadelijk. De honingdas geniet bescherming in
verschillende landen en hij is te vinden in veel
nationale parken in Afrika, India en Pakistan.
|