Rubriek :
Carine's Kattenpagina
De kleine katachtigen -
deel 1
De
bijzondere eigenschap van de kleine katachtigen is dat ze een
volledig verbeend tongbeen bezitten waardoor ze niet kunnen
brullen, in tegenstelling tot de grote katachtigen. Ze spinnen
door in en uit te ademen, terwijl de grote katachtigen alleen
spinnen tijdens het uitademen. Alle kleine katachtigen maken
deel uit van dezelfde groep, waartoe ook de poema behoort, die
even groot is als een panter
De katachtigen in
Europa
De Europese wilde boskat of Felis silvestris (zie
foto) geeft een imposante indruk door zijn gestalte. Men treft
deze kat vooral aan in Schotland, Duitsland, in het Oosten van
Frankrijk en in de Pyrenee�n. Zijn terrein bestaat voornamelijk
uit rotsachtige gebieden en wouden, maar deze kat houdt niet van
sneeuw. Het is een eenzaam dier dat zich verplaatst tijdens de
avondschemering en tijdens de nacht. De bronstijd is tussen
januari en maart. Na een dracht van ruim twee maanden werpt het
vrouwtje haar jongen in april of mei. Meestal twee tot vier
kleine, behaarde en blinde kittens per dracht. De wilde boskat
jaagt nooit in de bomen. Hij voedt zich vooral met knaagdieren,
konijnen, vogels die op de grond nestelen, kevers en
sprinkhanen. Men heeft lang gedacht dat de wilde kat schadelijk
was, daarom is hij voor een groot deel vernietigd. Maar dankzij
zijn discrete gedrag overleefde de wilde kat toch in sommige
gebieden. Rasechte wilde dieren zijn heden zeldzaam omdat de
wilde katten zich vaak kruisen met huiskatten die verwilderd
zijn. Het is een beschermde rassoort.
De Europese lynx is samen met de wolf en de bruine
beer, ��n van de drie grootste Europese roofdieren en het enige
dier van de familie van de katachtigen dat in het wild leeft op
dit continent. Het is een eenzaam dier dat tijdens de nacht op
jacht gaat en geen vaste verblijfplaats heeft. Dankzij de korte
staart en de met zwarte vlekken gestippelde vacht, is de
Europese Lynx aangepast aan zijn omgeving, waardoor de
observatie erg moeilijk wordt. Het is een roofdier dat leeft van
zijn gevangen prooien : ree�n, gemzen, vooral knaagdieren,
vogels en zelfs insecten. Vanaf de maand december, ��nmaal per
jaar, zoekt het mannetje het vrouwtje op voor de
voortplantingsperiode. Na een dracht van zeventig dagen kiest
het vrouwtje een beschermde plaats waar veel voedsel gevonden
kan worden en schenkt het leven aan twee tot drie jongen, die
gedurende een volledig jaar niet van haar zijde wijken.
De Spaanse Lynx, die uitsluitend in Spanje en
Portugal leeft, vertoont vele gelijkenissen met de Europese
Lynx. Men heeft zelfs lang gedacht dat het een ondersoort was
van deze laatste.
De Spaanse Lynx is een beetje kleiner en heeft meer vlekken op
de vacht, met goed afgetekende zwarte punten. Dit ras wordt met
uitsterven bedreigd. Er zijn slechts minder dan duizend
exemplaren van over.
De Canadese lynx (Felis lynx canadensis) is het
enige lid van de familie dat men aan de twee kanten van de
Atlantische Oceaan aan kan treffen.
De katachtigen in
Afrika en Azi�
De Woestijnkat of Felis margarita, met een
zandkleurige vacht, weegt niet meer dan drie kg en leeft in de
dorre gebieden en de zandduinen van Arabi�, Pakistan en de
Sahara. Hij voedt zich voornamelijk met knaagdieren, hagedissen
en grote insecten. De onderkant van zijn poten zijn bedekt met
haren waardoor hij zich gemakkelijk op het gloeiende zand kan
voortbewegen. De Chinese Woestijnkat (Felis Bieti) woont in de
bergen van Noordelijk en Centraal China, tot op een hoogte van
drieduizend meter. Deze weinig bekende en zeldzame kat lijkt
veel op de Europese wilde kat.
De
Zwartvoetkat (Felis nigripes) verblijft in de droge
gebieden van Zuid-Afrika en is het kleinste familielid van de
katachtigen. HIj weegt niet meer dan twee kg. Zijn bruingele
vacht is bedekt met streepjes en zwarte vlekken.
De Moeraskat of Felis chaus (zie foto), werd
gedurende lange tijd de moeraslynx genoemd omwille van de
behaarde uiteinden van de oren, verlengde ledematen, zijn
relatief korte staart en zijn indrukwekkende grootte. Zijn
terrein spreidt zich uit van Egypte tot India en tot Zuidwest
Azi�. Hij bezoekt vooral vochtige gebieden aan de randen van
rivieren, maar ook drogere gebieden zoals beboste zones.
De Aziatische steppenkat of Pallaskat (Felis manul)
heeft zichzelf aangepast aan barre weersomstandigheden en kan
leven tot op een hoogte van zo'n vierduizend meter. Hij woont
voornamelijk in de lage en hoge steppen van Centraal Azi�, Iran
en Afghanistan. Zijn langharige vacht is van een
bruinroodachtige en grijsgeelachtige kleur. Deze eenzame kat
leeft overdag en voedt zich hoofdzakelijk met knaagdieren.
De Serval of Felis serval is een relatief groot
dier van bijna vijftien kg, dat leeft in de steppen,
struikgewassen en savannen van Afrika en het zuiden van de
Sahara. Hij heeft hoge poten en grote, kenmerkende oren, een
gele zandkleurige vacht met zwarte vlekken en strepen. De Serval
heeft geen angst voor water en kan zeer goed zwemmen. Hij eet
vooral kleine knaagdieren, hazen en vogels.
De Karakal of Felis caracal heeft een vast leefgebied en
leeft in de uitgestrekte Afrikaanse gebieden, savannen en
woestijnen. Maar men treft hem eveneens aan in Arabi� en in het
noordwesten van India. Hij werd lang geassocieerd met de lynx
omwille van de behaarde uiteinden van de oren, de relatief korte
staart, maar zijn bruingele vacht is nooit gevlekt. Lang geleden
werd hij (net zoals het jachtluipaard in India en in het nabije
Oosten) door de mens gebruikt voor de jacht op antilopen, hazen
en vogels.
De Afrikaanse goudkat of Felis aurata (zie foto)
is een eenzaam en nachtelijk dier. Hij staat hoog op de poten en
heeft een kortharige vacht die varieert naargelang de omgeving
waarin hij leeft : gevlekt in West-Afrika, eenkleurig in
Centraal- en Oostelijk-Afrika. Hij leeft in bossen en wouden en
jaagt uitsluitend op de grond. Over de leefwijze van dit
zeldzaam dier is echter weinig bekend.
De Aziatische goudkat of Felis temminckii is
groter dan zijn Afrikaanse soortgenoot. Zijn kop is gestreept
met afwisselend witte en zwarte banden en zijn vacht verschilt
naargelang zijn omgeving. Dit eenzaam dier leeft in de beboste
gebieden van Azi� en voedt zich vooral met knaagdieren.
lees verder op het tweede deel
van de kleine katachtigen >>>