Orde van de knaagdieren
Knaagdieren zijn zeer kleine zoogdieren met een
onvolledig gebit. De hoektanden ontbreken. De
snijtanden en soms alle tanden blijven steeds
groeien. Het aantal tanden kan sterk
verschillen. De gebitsformule voor de hazen is
2033/1023 en voor de waterratten 1002/1002.
De duplicidentata zijn knaagdieren met een
dubbele rij tanden; achter de beitelvormige
snijtanden staan nog twee kleine snijtanden. De
knaagdieren hebben tenen met klauwachtige of
hoefvormige nagels. De achterpoten zijn vaak
veel langer dan de voorpoten, waardoor het dier
zich gemakkelijk springend kan voortbewegen
(haas, kangoeroe-rat). Knaagdieren zijn
bijzonder vruchtbaar. Ze kunnen meermalen per
jaar baren. De veldmuis bijvoorbeeld zeventien
keer per jaar. Ze brengen bovendien een groot
aantal jongen per keer ter wereld (muizen : 22).
Niet alle knaagdieren zijn zo vruchtbaar. De
paca baart maar ��n jong per keer. Sommige
knaagdieren hebben een dikke, soms zeer kostbare
vacht (vb. chinchilla).
Er zijn ook knaagdieren met stekels, van soms
wel dertig cm lang (stekelvarken). Sommige
knaagdieren zijn goede gravers en andere leven
zelfs in de grond. Er zijn knaagdieren die in
bomen leven en hun grijpstaart gebruiken
(boomstekelvarken). Weer andere knaagdieren zijn
goede zwemmers en leven het liefst in het water,
zoals otters.
Knaagdieren voeden zich bij voorkeur met
planten. Hun grootte kan verschillen tussen die
van een hazelmuis van veertien cm tot die van
een waterzwijn (1,20 meter). De knaagdieren
komen overal op het land voor, ook waar bijna
geen andere zoogdieren kunnen leven. De muizen
zijn echter de enige knaagdieren die werkelijk
overal ter wereld voorkomen. Een tiental
families knaagdieren komt alleen voor in
Zuid-Amerika en zes families alleen in Afrika.
Weer andere families leven alleen in Europa en
enkele andere families leven verspreid over
Noord-Amerika.
De orde van de knaagdieren omvat meer dan 350
families, met talrijke geslachten en soorten.
|