Rubriek :
De mens - geschiedenis
De Krim-oorlog
Van de stormen die
de Franse Februari-revolutie uit 1830 over Europa had doen gaan,
had het Russische rijk geen last gehad. Tsaar Nikolaas I voelde
zich dan ook in 1853 sterk genoeg om Turkije aan te pakken en
een poging te doen de Bosporus en de Dardanellen in handen te
krijgen. De enige mogendheid waarvan hij verzet verwachtte, was
Groot-Brittanni�. Daarom ontbood Nikolaas I begin 1853 de Britse
ambassadeur en stelde hem voor, dat Groot-Brittanni� en Rusland
de erfenis van de zieke oude man, van Turkije, te delen. De
tsaar had Kreta en Egypte aan Groot-Brittanni� toebedacht,
terwijl hij de Donau-vorstendommen Servi� en Bulgarije bij
Rusland wenste te trekken. De Britse regering liet koeltjes
weten dat ze voor de plannen van de tsaar aller Russen volstrekt
geen belangstelling had. De Britten waren helemaal niet van plan
de russen zomaar een machtspositie in de Middellandse Zee te
verschaffen. Dat zou gevaar kunnen opleveren voor hun
verbindingen met India.
Nikolaas I maakte echter haast. Hij eiste vrij plotseling het
beschermheerschap op over de christenen binnen het Turkse Rijk,
en dat waren er elf miljoen ! Toen de Turkse sultan, daarin
gesteund door Groot-Brittanni�, weigerde, vielen de Russische
troepen de Donau-vorstendommen binnen. Groot-Brittanni� en
Frankrijk zonden daarop samen een vloot naar de Zwarte Zee en ze
eisten dat Servi� en Bulgarije door de Russen zouden worden
ontruimd. Toen aan deze eis niet werd voldaan, verklaarden
Groot-Brittanni�, Frankrijk en Turkije de oorlog aan Rusland.
Frankrijk meende in de persoon van Napoleon III mee te moeten
doen om internationaal aanzien te verwerven. Bovendien wilde de
Franse keizer wraak nemen voor de nederlaag die zijn oom,
Napoleon Bonaparte, in 1812 in
Rusland had geleden.
Een tegenvaller voor de tsaar was dat Oostenrijk hem niet
steunde. Integendeel, de Oostenrijkers stelden zich bepaald
vijandig op, want ze wilden niet dat Rusland zijn macht op de
Balkan zou uitbreiden. Oostenrijk verlangde samen met Pruisen
eveneens ontruiming van de Donau-vorstendommen door de Russische
troepen. Daar ging de tsaar toen noodgedwongen toe over. De
noodzaak om de oorlog verder te zetten was daarmee weggevallen.
Toch werd de strijd voortgezet, want vooral Groot-Brittanni�
wilde de Russische uitbreidingspolitiek blokkeren.
De Britten en de Fransen besloten het schiereiland de Krim in de
Zwarte Zee binnen te vallen, teneinde de Russiche vlootbasis
Sebastopol te vernietigen. De machtige Britse vloot legde zowel
in de Oostzee als in de Zwarte Zee een blokkade voor de
Russische kusten. In september 1854 begonnen de landingen van de
Franse en Britse troepen op de Krim. Het beleg van de vesting
Sebastopol nam een aanvang. De organisatie van het vervoer van
troepen en materiaal bleek van het begin af aan slecht te zijn.
Dat was voor een deel te wijten aanhet feit, dat de
transportvloten gedeeltelijk onder stoom en gedeeltelijk onder
zeil voeren. Daardoor kwamen bij elkaar behorende materialen,
zoals wapens en munitie, op zeer
uiteenlopende
tijdstippen op de plaats van bestemming aan. Ook in andere
opzichten liet de aanvoer en daardoor ook de verzorging van de
troepen veel te wensen over. Op 20 september 1854 werd er slag
geleverd bij de rivier de Alma, op 25 oktober bij Balaklava en
op 5 november bij Inkerman. Directe gevolgen voor het verloop
van de oorlog hadden deze slagen niet.
In 1855 verklaarde Sardini� de oorlog aan Rusland. Dit gebeurde
vooral, omdat Sardini� bij de vredesbesprekingen de
internationale aandacht op de kwestie van de Italiaanse eenheid
wilde vestigen. Behalve Britse, Franse en Turkse troepen
verschenen er toen ook nog 10.000 Sardijnse soldaten op het
strijdtoneel. Pas nadat er bijna een jaar verstreken was, viel
Sebastopol. Tsaar Nikolaas I was inmiddels overleden en in
februari 1856 begon het Congres van Parijs de
vredesonderhandelingen. De Krim-oorlog was een zinloze
onderneming geweest, die aan 180.000 mensen aan geallieerde
zijde het leven had gekost. Deze verliezen waren niet in
hoofdzaak ontstaan door de krijgshandelingen, maar door de
slechte verzorging. Kou, tyfus en cholera hadden meer
slachtoffers ge�ist dan vijandelijke kogels. Florence
Nightingale (zie foto) heeft zich ter plaatse met inspanning van
al haar krachten ingezet om de noden van de soldaten te
verlichten, maar haar zorgen waren niet meer dan een druppel op
een gloeiende plaat.