-
dagelijks
borstelen met een zachte borstel, onderaan te beginnen (de
voeten) en in laagjes naar boven toe. Doe dit zeer
voorzichtig. Proberen zoveel mogelijk ondervacht te sparen.
-
wekelijks
: na het borstelen met een grove kam nakammen
-
toiletteren
: eerst goed uitborstelen, daarna nakammen - bij lichte
klitten een zachte poedelborstel gebruiken - bij een
volledig geklitte hond kan een klittenkam gebruikt worden -
voetzooltjes vrijmaken - na het wassen de pootjes
rondknippen (volgens ras) - bij de Bobtail wordt hals en
achterhand bijgetrimd met de hand, om het hoofd groter te
doen lijken en de hond korter
-
wassen :
regelmatig wassen, zeker na een toilettage (nooit de hond
met klitten wassen !) - aangepaste balsem aanbrengen - teven
wassen na loopsheid - bij reukoverlast - bij overmatige
pelletjes (aangepaste shampoo) - bij parasieten (medicale
shampoo)
-
verzorging
: oren : overtollige haren uittrekken - ogen : korstjes
van tussen de lange haren halen - nagels
-
drogen :
met f�hn. Al borstelend, in laagjes, van onder beginnend.
Drogen met de haarrichting mee (om glad aan te liggen) - of
met droogkast : enkel als de hond volledig uit de klitten
is. Kort voor hij helemaal droog is, best naf�hnen en
brushen
-
tentoonstelling : voor een tentoonstelling van deze
rassen moeten rasstandaard en werkwijze zeer goed gekend
zijn en voldoen aan de laatste trend, mits ze niet tegen de
juiste werkwijze van de vachtgroep indruisen. Bij
tentoonstellingshonden moet men heel goed zorgen dat de
ondervacht zo dik mogelijk blijft.
-
gebruikte
materialen : pinnenborstel, poedelborstel, grove kam,
uitwolmes, hark, eventueel klittenkam, schaar, droger of
droogkast