Rubriek :
Historische figuren
Napoleon I Bonaparte
Napoleon I
Bonaparte, oorspronkelijk: Napoleone Buonaparte (Ajaccio 15 aug.
1769 - Longwood, Sint-Helena, 5 mei 1821), keizer der Fransen
van 1804 tot 1814/1815, was de tweede zoon van Carlo Maria
Buonaparte, jurist en verarmd landedelman op Corsica, en
Laetitia Ramolino. Bij de annexatie van Corsica door Frankrijk
(1768) had Carlo Buonaparte tijdig de Franse zijde gekozen; de
beloning daarvoor was de studiebeurs die zijn zeer begaafde zoon
Napoleon in staat stelde eerst een 'coll�ge classique' te Autun
en daarna achtereenvolgens de militaire scholen te Brienne en te
Parijs te bezoeken; hij onderscheidde zich door wiskundige
aanleg en een leeswoede, die zijn latere fenomenale belezenheid,
vooral in de klassieken en de geschiedenis, verklaart. In 1785
werd hij luitenant bij de artillerie, maar in 1791 deserteerde
hij om op Corsica te gaan deelnemen aan de bevrijdingsoorlog
tegen Frankrijk. Een conflict met de leider, Pasquale Paoli,
dwong hem en zijn familie naar Frankrijk te vluchten. Hier werd
hij in genade aangenomen en zelfs tot kapitein bevorderd. Hij
onderscheidde zich door zijn mathematisch opgezette aanvalsplan
om het door de Engelsen bezette Toulon te bevrijden (Eerste
Coalitieoorlog; zie coalitieoorlogen) en werd daarom reeds in
dec. 1793 generaal. De gunst van Robespierre dreigde hem
noodlottig te worden bij diens val in juli 1794; hij werd zelfs
voor korte tijd gevangengezet, maar het Eerste Directoire (okt.
1795 - sept. 1797; zie Directoire [geschiedenis]) begreep de
waarde van zijn steun en droeg hem met voorbijgaan van ouderen
de leiding van belangrijke expedities op. Speciaal zijn bloedige
onderdrukking van royalistische onlusten te Parijs op 5 okt.
1795 was daartoe aanleiding.
Napoleon in Itali�. De expeditie naar Itali�, waarvoor hij het
plan de campagne ontworpen had en waarvan hem in maart 1796 de
leiding werd opgedragen, vormde de start van zijn onstuitbare
carri�re. De opdracht was bovenal het werk van de directeur
Barras, met wiens voormalige ma�tresse, Jos�phine de Beauharnais,
Napoleon op 9 maart 1796 een burgerlijk huwelijk sloot, wat hem
een plaats in de heersende kringen gaf. Hij slaagde er in april
1796 in de vereniging van de Oostenrijkse en de Piemontese
strijdkrachten te voorkomen. Nadat zijn troepen stormenderhand
de brug over de Adda bij Lodi genomen hadden en de Oostenrijkers
de terugtocht hadden aanvaard, hield hij op 15 mei 1796 als
triomfator in grootse stijl zijn intocht in Milaan. Hier begon
zijn Caesarendroom Europa te beheersen zoals eens de Romeinse
keizers en in hun kielzog Karel de Grote hadden gedaan. Hij deed
een - geslaagd - beroep op Italiaanse patriotten de Fransen te
begroeten als bevrijders en herstellers van de rechten van de
mens. Napoleon stichtte in Itali� een Ligurische Republiek
(Genua) in juni 1796 en een Cispadaanse Republiek in de aan de
Kerkelijke Staat onttrokken Romagna in okt. 1796. Zijn plan om
naar Wenen door te stoten, mislukte door krachtige tegenstand
van het herstelde Oostenrijkse leger. In een impasse geraakt,
stemde hij 18 april 1797 in met de preliminairen van Leoben,
waarbij de keizer de Zuidelijke Nederlanden en Lombardije aan
Frankrijk afstond, maar het grootste deel van Veneti� verwierf.
Voorlopig installeerde Napoleon zich op het landgoed Mombello
bij Milaan, waar hij en Jos�phine een vorstelijke hofhouding
cre�erden. In het najaar stichtte hij de Cisalpijnse Republiek (Lombardije)
en verenigde daarmee later de Cispadaanse. De Vrede van Campo
Formio (18 okt. 1797) bevestigde de preliminairen van Leoben;
hij kwam tevens neer op de liquidatie van de Republiek Veneti�.
Onrust te Rome gaf Napoleon in dec. 1797 een motief ook daar in
te grijpen: op 10 febr. 1798 trok een Frans leger de stad
binnen. Paus Pius VI werd als wereldlijk soeverein afgezet,
gearresteerd en naar Frankrijk gedeporteerd, waar hij spoedig
overleed. Rome werd de hoofdstad van de Romeinse Republiek.
Ondanks de gepleegde willekeur (rekwisities op grote schaal,
roof van kunstschatten, bloedig neerslaan van elk verzet) vond
de Franse penetratie onder de bevolking tamelijk veel bijval.
Daartoe droeg ook Napoleons gedragslijn ten opzichte van kerk en
godsdienst bij. Afgezien van zijn handelwijze met betrekking tot
de paus gaf deze blijk van een verzoenende gezindheid. Inmenging
in de binnenlandse aangelegenheden van de Zwitserse kantons -
toevlucht van duizenden Franse emigranten, die er samenzweringen
op touw zetten - leidde in april 1798 bovendien tot de stichting
van de Helvetische Republiek. Al deze 'vrije' republieken waren,
evenals de reeds in 1795 tot stand gekomen Bataafse Republiek,
satellieten van Frankrijk.
De expeditie naar Egypte. Na de Vrede van Campo Formio werd alle
aandacht geconcentreerd op de oorlog tegen Engeland. Reeds op 2
nov. 1797 belastte het Tweede Directoire (sept. 1797-nov. 1799)
Napoleon met het opperbevel. Hij verwierp een hem voorgelegd
invasieplan en besloot tot een expeditie naar Egypte, die het
uitgangspunt moest worden van een onderneming om Engeland van
zijn Aziatisch koloniaal bezit te beroven. Met een leger van
40!000 man scheepte hij zich op 19 mei 1798 naar Alexandri� in
en na een zware woestijntocht versloeg hij de Turkse Mamelukken
op 25 juli bij de piramiden, van de toppen waarvan - volgens
Napoleons altijd doeltreffende retoriek - 'veertig eeuwen op de
soldaten neerzagen'. Op 1 aug. 1798 vernietigde de Engelse
admiraal Nelson de gehele Franse vloot op de rede van Aboekir,
zodat Bonaparte en zijn leger in Egypte opgesloten zaten. Dit
belette hem echter niet een westers regeringssysteem (onder
erkenning van de islam) in te voeren en de grondslag te leggen
voor de studie van de egyptologie. Najaar 1799 droeg hij het
commando over aan zijn onderbevelhebber Kl�ber en vertrok naar
Frankrijk. In 1801 capituleerden de laatste Fransen in Egypte
voor de verenigde legers van Turkije en Engeland.
Het consulaat. Mede daartoe in staat gesteld door zijn
populariteit op grond van het Egyptische 'succes', bracht
Napoleon het Tweede Directoire ten val (staatsgreep van 18
brumaire, d.i. 9 nov. 1799). Met de directeuren Siey�s en
Roger-Ducos vormde hij een voorlopige regering, totdat de
Constitutie van 24 dec. 1799 een autoritair systeem invoerde,
waarin hij als eerste consul vrijwel onbeperkte macht verwierf
(het consulaat). Door middel van het prefectenstelsel maakte hij
het autoritaire beginsel tot de ruggengraat van de bestuurlijke
organisatie in de Franse Republiek en de achtereenvolgens in te
lijven territoria. Hij maakte hiermee tevens een einde aan de
factiestrijd van revolutionairen. In 1800 vormde hij een
commissie om het burgerlijk recht te codificeren, wat in 1804
resulteerde in de beroemde Code Napol�on of Code Civil (in 1810
gevolgd door de Code P�nal).
Na het mislukken van behoedzame vredespogingen bij Engeland en
Oostenrijk - die star het herstel van de Bourbons en terugkeer
tot de oude grenzen eisten - werd de oorlog hervat. Engeland
blokkeerde alle Franse havens; er dreigde een invasie, toen het
Oostenrijkse leger versterking ontving uit Napels, Sardini�,
Beieren en W�rttemberg. Tussen 15 en 20 mei 1800 volbracht een
leger onder Napoleons persoonlijke leiding de beroemd gebleven
tocht over de Grote Sint-Bernard Pas en op 14 juni 1800 bracht
zijn onderbevelhebber generaal Desaix de Oostenrijkers bij
Marengo een nederlaag toe die hen zou dwingen het inmiddels
heroverde Noord-Itali� prijs te geven. Na de verpletterende
nederlaag bij Hohenlinden gaf Oostenrijk de strijd op en sloot
op 9 febr. 1801 de Vrede van Lun�ville, waarbij die van Campo
Formio vernieuwd werd, en voorts o.a. de Rijn als Frankrijks
grens werd erkend. Kort daarop begon ook de voorbereiding van
een regeling met Engeland, die op 25 maart 1802 leidde tot de
Vrede van Amiens. De vrede leek in Europa teruggekeerd.
Een verder, zeer belangrijk succes van het jonge Consulaat was
het Concordaat, dat op 15 juli 1801 tussen Frankrijk en de
Heilige Stoel (Pius VII) gesloten werd. De Rooms-Katholieke Kerk
in Frankrijk herkreeg vrijwel de oude status. Persoonlijk een
voltairiaans de�st, begunstigde Napoleon in Egypte de islam, in
Frankrijk en Itali� het rooms-katholicisme, ervan overtuigd dat
de kerk, mits aan de autoritaire staat ondergeschikt, de beste
steun voor het gezag was. Ondanks de toegespitste
conflictsituatie met de paus heeft het Concordaat aan het
beoogde doel beantwoord. Het heeft er ook toe bijgedragen dat
Napoleon op 14 febr. 1802 president werd van de Cisalpijnse
(voortaan: Italiaanse) Republiek en op 2 aug. 1802 bij
plebisciet met een overweldigende meerderheid tot consul voor
het leven benoemd werd, zelfs met recht van erfopvolging; de
verheffing tot keizer bij Senaatsbesluit van 18 mei 1804,
eveneens bij plebisciet bekrachtigd, was hier het logische
vervolg op. Het keizerschap. Op 2 dec. 1804 werd keizer Napoleon
(na een inderhaast gesloten kerkelijk huwelijk met Jos�phine)
door paus Pius VII in de Notre-Dame te Parijs gezalfd, waarna
hij zichzelf de kroon opzette. Napoleon cre�erde een elite,
gerekruteerd uit militairen (stichting van het Legioen van Eer,
1802), grootwaardigheidsbekleders, leden van de oude adel en
niet in het laatst zijn familieleden. Classicistische kunst en
de 'empire' genoemde interieurstijl (zie empire [toegepaste
kunst]) verheerlijkten de keizerlijke macht. Een strenge censuur
werd uitgeoefend onder J. Fouch�. Op 18 maart 1805 werd de
Italiaanse Republiek omgezet in een monarchie, met Napoleon als
koning. Zijn stiefzoon, Eug�ne de Beauharnais, werd als
onderkoning met het feitelijke bestuur belast.
Ondanks de gunstige uitslag van het plebisciet leidde het
keizerschap een vervreemding in, die de natie onverschillig zou
doen staan bij zijn liquidatie. Voorlopig echter hield Napoleons
glorie gelijke tred met zijn politieke succes; in continentaal
Europa scheen zijn wil wet. Op 24 maart 1803 nam de Duitse
Rijksdag, door Napoleon ertoe gedwongen, de
Reichsdeputationshauptschluss aan, die het einde van het
Rooms-Duitse keizerrijk inluidde.
Reeds in mei 1803 begon de oorlog met Groot-Brittanni� opnieuw.
In april-aug. 1805 vormden dit land, Rusland, Oostenrijk en
Zweden een tegen Napoleon gerichte coalitie. Op 21 okt. 1805
vernietigde Nelson bij Trafalgar, nabij C�diz, vrijwel de gehele
Frans-Spaanse vloot. Sindsdien kon Napoleon alleen nog pogen
Engeland zonder oorlogsgeweld onschadelijk te maken, en op 21
nov. 1806 kondigde hij het Continentaal Stelsel af, dat alle
handel met Groot-Brittanni� verbood. Om het effect ervan te
verzekeren, stichtte hij een reeks volstrekt van hem
afhankelijke monarchie�n, die hij aan zijn naaste familieleden
toevertrouwde (Holland onder zijn broer Lodewijk; Berg onder
zijn zwager Murat; Napels onder zijn broer Jozef, na diens
'overplaatsing' naar Spanje onder Murat; Westfalen onder zijn
broer J�r�me). Met hetzelfde doel dreef hij de stichting van de
Rijnbond door, wat er echter oorzaak van werd dat Pruisen tot de
anti-Franse coalitie toetrad. De weigerende houding van paus
Pius VII leidde tot de inlijving van de Kerkelijke Staat,
alsmede tot de arrestatie van de paus, die naar Frankrijk
overgebracht werd en tot na Napoleons val te Fontainebleau
gevangen gehouden werd; dit schaadde Napoleons krediet bij de
katholieken in de gehele wereld in ernstige mate. Ook het
Koninkrijk Holland werd, als gevolg van Lodewijks geringe
medewerking, ten slotte geannexeerd (1810).
De oorlog (Derde Coalitieoorlog) op het continent verliep
voorlopig gunstig voor Napoleon; op 2 dec. 1805 behaalde hij in
de zgn. Slag bij Austerlitz bij Austerlitz de overwinning op
Rusland en Oostenrijk. In 1806/1807 bracht hij Pruisen (slagen
bij Jena en Auerstedt) en vervolgens Rusland beslissende
nederlagen toe in de Vierde Coalitieoorlog. Het op 7-9 juli 1807
te Tilsit gesloten vredesverdrag (zie Vrede van Tilsit) vormde
de apotheose van Napoleons macht en was voor Rusland en Pruisen
een diepe vernedering, hoewel tussen de Franse en de Russische
keizer bij die gelegenheid een bondgenootschap tot stand kwam.
Dit werd vernieuwd op de zgn. vorstendag te Erfurt (27 sept.-14
okt 1808), waar Napoleon een grootse demonstratie van zijn macht
gaf.
Aanleiding hiertoe vormden moeilijkheden in Portugal en Spanje.
Een Frans leger dat in 1807-1808 Portugal, dat niet aan het
Continentaal Stelsel meedeed, bezette, werd door de Engelsen tot
overgave gedwongen. In Spanje wist Napoleon Karel IV tot afstand
te bewegen (de Komedie van Bayonne). Hij stelde zijn broer Jozef
Bonaparte tot koning aan (mei 1808), maar een algemene opstand
in Spanje leidde tot een Franse nederlaag. In 1809, opnieuw in
oorlog met Oostenrijk (Vijfde Coalitieoorlog), werd hij in mei
1809 bij Aspern verslagen; dit verstoorde het beeld van zijn
onoverwinnelijkheid bij velen. Hij nam echter revanche door in
juli bij Wagram te winnen, zodat de Vrede van Sch�nbrunn (14
okt. 1809) gunstig voor hem uitviel. Daarop knoopte hij, sinds
15 dec. 1809 burgerlijk en krachtens een uitspraak van de
metropolitane kerkelijke rechtbank te Parijs van 17 febr. 1810
ook kerkelijk van Jos�phine gescheiden, onderhandelingen aan met
keizer Frans, waarvan een huwelijk met de aartshertogin Marie
Louise op 1 april 1810 het gevolg was; uit dit huwelijk werd 20
maart 1811 een zoon geboren: Napoleon Frans Karel Jozef, koning
van Rome. Reeds in 1810 was Napoleon vader geworden van een
buitenechtelijke zoon, Alexandere Walewski, wiens moeder Maria
Walewska, sedert 1807 minnares van de keizer was.
Juist toen met de geboorte van een troonopvolger de toekomst van
de dynastie, inmiddels geparenteerd aan een van de oudste
vorstenhuizen, verzekerd leek, vertoonden zich de schaduwen van
de naderende ondergang. Een complex van oorzaken, waarin weer de
wens tsaar Alexander te dwingen tot stipte eerbiediging van het
Continentaal Stelsel een belangrijke plaats innam, deed Napoleon
besluiten tot de veldtocht tegen Rusland, op 24 juni 1812
ingezet met 600!000 man, afkomstig uit vrijwel geheel Europa.
Deze troepen werden geconcentreerd aan de Weichsel; bij Lemberg
trok zich een Oostenrijks hulpleger onder Schwarzenberg samen.
Hiertegenover moest Rusland met 200!000 man in de verdediging
gaan. Met het hoofdleger van eveneens 200!000 man begaf Napoleon
zich richting Vilna-Smolensk-Moskou, trok de Neman en de Dnepr
(13 aug.) over, schoot Smolensk in brand (17 aug.), dwong,
weliswaar met grote verliezen aan eigen kant, Koetoezov bij
Borodino tot terugtrekken (7 sept.) en rukte met de overgebleven
helft van zijn troepen Moskou binnen (14 sept.). Capitulatie
bleef echter uit. Wegens de dreiging van de winter begon de
terugtocht uit brandend Moskou (19 okt.), die zijn hoogtepunt
van ellende bereikte bij de overtocht over de Berezina (24-26
nov.) en met de intocht van de 20!000 overlevenden van de Grande
Arm�e in Koningsbergen (19 dec.) eindigde.
Hoewel het Napoleon in het voorjaar van 1813 lukte een nieuw
groot leger bijeen te brengen, opende de nederlaag tegen Rusland
voor de volken van Europa perspectieven voor bevrijding. Pruisen
en Zweden sloten zich bij Rusland aan en de Rijnbond begon
uiteen te vallen. In de zgn. Zesde Coalitieoorlog versloegen de
Fransen de Russisch-Pruisische legers in mei 1813 bij L�tzen en
Bautzen. Door bemiddeling van Metternich werd een wapenstilstand
gesloten, maar vredesonderhandelingen te Praag mislukten. Daarop
keerden ook Oostenrijk en Beieren zich tegen Napoleon, die
16!-19 okt. 1813 in de Slag bij Leipzig verpletterend verslagen
werd. Ongeveer tegelijkertijd vernietigde Wellington de laatste
Franse troepen op het Pyreneese schiereiland. Nadat de keizer
een aanbod van vrede met behoud van Frankrijk binnen de zgn.
natuurlijke grenzen (Rijn, Alpen, Pyrenee�n) van de hand gewezen
had, drongen de bondgenoten van alle kanten Frankrijk binnen; op
31 maart 1814 bezetten zij Parijs. Reeds had de Senaat Napoleon
van de troon vervallen verklaard en Napoleon deed afstand van de
troon (5 april). Bij de conventie van Fontainebleau op 11 april
werd hem, onder toekenning van een jaargeld en met behoud van de
keizerstitel, het eiland Elba als woonplaats en soeverein
territorium toegewezen.
De Honderd Dagen. Een jaar later, op 1 maart 1815, landde
Napoleon bij Cannes met een leger van 1000 man, dat echter
binnen veertien dagen door het overlopen van hem tegemoet
trekkende troepen aanmerkelijk toenam; op 20 maart hield hij
zijn intocht in Parijs. Deze luidde 'De Honderd Dagen' in, de
laatste periode van Napoleontische heerschappij, die na de Slag
bij Waterloo eindigde op 28 juni 1815 met het herstel van het
koningschap in Frankrijk. Napoleon keerde op 21 juni van het
slagveld naar Parijs terug. Na enige weken van werkloos wachten
op het landgoed Malmaison gaf hij zich over aan de Engelsen, die
hem tot deportatie naar St.-Helena veroordeelden; hij kwam er op
16 okt. 1815 aan en overleed er aan maagkanker na bijna zes
jaren van ballingschap. Aan zijn laatste wil te Parijs begraven
te worden is onder Lodewijk Filips voldaan: op 15 dec. 1840 werd
zijn stoffelijk overschot bijgezet in de D�me des Invalides.
De betekenis van Napoleon. Hoewel de uiterst belangrijke rol van
Napoleon in de geschiedenis onomstreden is, zal de
karakteristiek van deze titanische mens zich wel altijd blijven
bewegen tussen uitersten van bewondering en verachting.
Romantische literatoren als Alessandro Manzoni en Byron hebben
hem als een held vereeuwigd en bij de geschiedschrijvers, ook
van Frankrijk, wisselt het oordeel sterk. Napoleons handelen
werd bepaald door zowel de idee�n van de Franse Revolutie als
absolutistische neigingen, alsmede door een grenzeloze
machtsdrang. Hij heeft het lot van vrijwel alle volken van
Europa mee bepaald en ondanks de door het Congres van Wenen
gedecreteerde terugkeer naar de statenindeling van v��r de
Revolutie heeft hij de wordende eenheid van Itali� en Duitsland
diep be�nvloed en ook op Polen en Egypte stimulerend gewerkt. De
eenwording van Europa is door hem nagestreefd, al is het niet
aannemelijk dat hij dit ideaal ooit gescheiden heeft van de
eigen Caesarendroom. Zijn bewonderaars hebben een mythe
geschapen waarin hij verschijnt als een schepper uit het niet,
maar er is, buiten de militaire, nauwelijks een sector te noemen
waarin hij niet aanknoopte bij wat door of voor de Revolutie
reeds ingezet was. Zijn cultuur- en onderwijspolitiek, zijn
hervorming van de bestuurlijke administratie, zijn wetgeving,
ook de codificatie van het recht, gaan terug op het voorwerk van
anderen; de Code Civil en de Code P�nal hebben de wetgeving in
Europese landen tot op heden be�nvloed. Door de vorming sinds
1793 van een ambtelijk apparaat werd hij niet de vernietiger van
de Revolutie, maar de autocraat, die haar na jaren van totale
verwarring consolideerde.
Napoleon was een geniaal militair. Hij werd als legeraanvoerder
verafgood door zijn troepen. Zijn militaire successen berustten
op o.a. snelle marsen, verrassende troepenconcentraties op
strategische punten, een systematisch gebruik van de artillerie
en het gebruik van massalegers. Zijn tegenstanders, o.a. von
Gneisenau, namen zijn tactieken over. Met het Continentaal
Stelsel was Napoleon de eerste die economische oorlogvoering op
grote schaal toepaste.
Een zwak vormden doorlopend de financi�n. Ook Napoleon was
permanent gedwongen vaak corrupte geldmagnaten naar de ogen te
zien en telkens weer nieuwe schattingen op te leggen aan de
onder de voet gelopen landen. Zo werd de oorlog een voorwaarde
voor het in stand houden van de economie en de uitgestippelde
weg naar de wereldeenheid en wereldvrede een ramp voor Europa.
Napoleon zelf cre�erde op St.-Helena in zijn memoires de
'Napoleontische legende': zijn doel was bevrijding van de volken
geweest, maar hij werd gedwarsboomd door zijn vijanden, m.n.
Groot-Brittanni�. Napoleon III hielp deze mythe verbreiden. In
het midden van de 19de eeuw kwam daarnaast nog de mythe van de
volkskeizer, 'le petit corporal', gecre�erd in de chansons van
P. B�ranger.