Rubriek :
Historische figuren
Neboekadnessar
Neboekadnessar of
Nebukadnes(s)ar (Babylonisch: Nabu-Kudurri-Usur = Nabu, bescherm
de erfzoon), ook Nebukadresar, naam van enkele koningen van
Babyloni�.
Neboekadnessar I, koning van ca. 1124 tot 1103 v.C., was de
belangrijkste vorst van de zgn. 2de dynastie van Isin, die na
het einde van de Kassitische heerschappij Babyloni�s
onafhankelijkheid in strijd met Assyri�rs en Elamieten tijdelijk
wist te herstellen (zie Assyri�, Elam). Zijn bekendste
wapenfeiten zijn een tweetal succesvolle veldtochten tegen de
Elamieten; tijdens een daarvan werd o.a. het beeld van Mardoek
uit Elam teruggehaald.
Neboekadnessar II, koning van 605 tot 562 v.C., zoon van
Nabopolassar, was de belangrijkste koning van de zgn. Chaldeese
dynastie van het Nieuw-Babylonische Rijk (zie Chaldee�n). Onder
hem bereikte Babylon zijn grootste bloei en machtsomvang. Reeds
tijdens het leven van zijn vader boekte Neboekadnessar successen
in de oorlog, die in 605 v.C. hun voorlopige bekroning vonden in
de Slag bij Karkemis, waar farao Necho II definitief werd
verslagen. Dit betekende dat het Nieuw-Babylonische Rijk in
feite de heerschappij van de Assyri�rs overnam en in het bezit
kwam van Syri� en Palestina. In 604 vond de inname van Asjkelon
plaats, waarna in 603 ook Jojakim van Juda (door farao Necho II
aangesteld) zich aan de Babyloni�rs onderwierp. Na Jojakims
opstand volgde in 597 de belegering en inname van Jeruzalem, op
de 2de Adar, waarna Zedekia als vazal werd aangesteld en
Neboekadnessar met veel buit, tribuut en ruim 3000 ballingen
(onder wie koning Jojakin, zoon van Jojakim, en de profeet
Ezechi�l) naar Babylon terugkeerde. Na een hernieuwde opstand,
gestimuleerd door farao Apri�s, werden de Egyptenaren verslagen,
Jeruzalem in 587 ten tweede male ingenomen en verwoest, welk lot
Tyrus na een belegering van dertien jaar moest delen. Over de
latere jaren van zijn regering - waarin hij nogmaals met Egypte
streed - is weinig bekend. Het Oude Testament (Dan. 4:29 vv.)
verhaalt van zijn overmoed, waanzin en bekering (zie Nabonidus).
Neboekadnessar II, die gehuwd was met een Medische prinses, werd
opgevolgd door zijn zoon Awil-Mardoek (Oude Testament:
Evilmerodach).
Talrijke economische en rechtsoorkonden geven een indruk van het
economische en sociale leven van het Nieuw-Babylonische Rijk uit
deze periode, dat werd gekenmerkt door een strenge bestuurlijke
organisatie, door de grote religieuze en economische macht van
de tempels (Babylon, Borsippa, Oeroek e.a.; een nieuw
verschijnsel zijn de vele tempeloblaten), veel actieve
kooplieden en ambachtslieden, en een aristocratie van hoge
clerus en hoge ambtenaren. Neboekadnessar II voltooide de
herbouw van Babylon. Naast zijn omvangrijke tempelbouwactiviteit
in steden als Dilbat, Koetha, Sippar, Oeroek, Larsa, Marad, Oer
en vooral Borsippa gold Babylon als symbool van het rijk en het
zou een legendarisch en - vooral in het Oude Testament -
huiveringwekkend begrip blijven.
De opera Nabucco (1842) van GiuseppeVerdi is op Neboekadnessars
leven ge�nspireerd.
Neboekadnessar III, naam onder welke twee usurpatoren tijdens de
regering van de Perzische koning Darius I de troon van Babyloni�
beklommen, onder de bewering een zoon van Nabonidus te zijn. De
eerste regeerde van okt. tot dec. 522 v.C. en heette
oorspronkelijk Nidinti-Bel; de tweede handhaafde zich van aug.
tot dec. 521 v.C. en heette zelf Araka. Beiden werden door
Darius I overwonnen.