Rubriek : De
mens - algemeen
De Pax Romana of de Romeinse
vrede
Na de moord op
Julius Caesar begon de
Derde Burgeroorlog (44-42 voor Christus). Marcus
Antonius, de medeconsul van Caesar, maakte zich met de hulp van
het leger meester van de macht. Maar Octavianus, neef en
erfgenaam van de vermoorde Caesar, nam daar geen genoegen mee.
Octavianus koos tijdelijk de partij van de Senaat, en de hulp
van zijn leger wist hij Marcus Antonius een nederlaag toe te
dienen. Daarop sloten Octavianus en Marcus Antonius een verbond
met een andere Romein, Lepidus. Dit was het Tweede
Driemanschap. Hun tegenstanders, de leiders van de
moordaanslag op Caesar, werden vervolgd en uit de weg geruimd.
De drie mannen verdeelden vervolgens het rijk. Lepidus kreeg
Afrika, Octavianus Itali� en het westelijke deel, terwijl Marcus
Antonius genoegen nam met het oostelijke deel.
Octavianus
stelde, ondanks zijn leeftijd van amper twintig jaar, snel orde
op zaken in zijn gebied. Marcus Antonius echter raakte betoverd
door de charmes van de Egyptische koningin Cleopatra, die al
eerder Julius Caesar in haar ban had gehad. Nadat de
onbeduidende Lepidus was afgezet, had Octavianus het in het
westelijke deel van het Romeinse Rijk alleen voor het zeggen.
Toen zat alleen Marcus Antonius hem nog dwars. Bij Kaap Actium
viel in 31 voor Christus de beslissing. Het leger van Marcus
Antonius werd verslagen. Marcus Antonius pleegde - net als
Cleopatra - zelfmoord en Octavianus was alleenheerster over het
Romeinse Rijk.
Na de overwinning van Octavianus bij Kaap Actium had de Romeinse
republiek opgehouden te bestaan. Octavianus deed echter alsof de
republiek nog steeds bestond. Hij noemde zichzelf 'princeps',
dat wil zeggen 'eerste burger'. Maar in feite verenigde hij een
aantal hoge ambten in zijn persoon en was hij alleenheerser. Zo
was hij volkstribuun, proconsul en pontifex maximus. Van de
Senaat kreeg hij om zijn verdiensten de eretitel Augustus,
met de betekenis 'verhevene' of 'vermeerderaar'. Na de
chaotische toestanden die een gevolg waren geweest van de
revoluties en de burgeroorlogen, voelde iedereen zich opgelucht.
Allen verlangden naar vrede en rust en daar zorgde Augustus
voor. Hij voerde geen uitbreidingspolitiek maar streefde naar
natuurlijke grenzen en bestendiging van het rijk. Tot die
natuurlijke grenzen behoorden de Rijn en de Donau, de Eufraat,
zee�n, woestijnen en bergen.
Een uitgebreid wegennet maakte de handel mogelijk en bevorderde
de eenheid. De welvaart nam enorm toe. De vrede en de veiligheid
die binnen de grenzen heersten, deden de inwoners spreken van de
'Pax Romana' of Romeinse vrede. En daar waren ze
trots op. Ook kunsten en wetenschappen kwamen tot ontwikkeling,
met dichters als Ovidius en Vergilius en geschiedschrijvers
zoals Livius.
Na de dood van Augustus regeerden Tiberius (14-37
na Christus), Caligula (37-41 na Christus),
Claudius (41-54 na Christus) en Nero (
54-68 na Christus). Nero is berucht geworden, omdat hij Rome in
brand zou hebben laten steken en er vervolgens de christenen de
schuld van gaf.