Przewalskipaard
Herkomst
Mongoli�.
Stokmaat
De stokmaat varieert van 1,22 tot 1,44 meter.
Kleur
Het paard wordt gekenmerkt door zijn
zandkleurige vel.
Karakter
Het is een taai en sober paard, met alle
karaktereigenschappen van een wild paard.
Exterieur
Hij valt op door zijn ruige, rechtopstaande
manenkam. Het hoofd is vrij groot en grof en
heeft een witte snuit. De manen, rug en staart
hebben een duidelijke aalstreep, de benen zijn
donker en kunnen ook zebrastrepen vertonen.
Gebruiksmogelijkheden
Hij wordt niet als rijpaard gebruikt, maar wordt
ingezet als begrazer in natuurreservaten.
Bijzonderheden
Dit paard wordt beschouwd als de voorouder van
de Arabier en andere oosterse rassen. Het is het
enige echte oerpaard dat nog op onze aardbol
leeft. Tijdens een ontdekkingsreis in
Centraal-Azi� in opdracht van de tsaar
constateerde kolonel Przewalski dat er in
Mongoli� nog echte wilde paarden waren. Hij
ontdekte de dieren in het Tachin-Schahgebergte
(letterlijk de bergen van de gele paarden). In
1880 maakte de kolonel officieel de ontdekking
bekend van het wilde paard, dat naar hem
vernoemd werd. Lange tijd is het voortbestaan
van dit wilde Mongoolse paard erg onzeker
geweest. Het leefde alleen nog in dierentuinen.
Omdat verschillende landen zich hebben ingezet
voor het behoud van dit paard is hun aantal de
laatste jaren weer toegenomen. Er zijn zelfs
weer Przewalskipaarden in natuurgebieden
uitgezet, zodat ze weer in het wild te zien
zijn.
|