Rubriek :
Historische figuren
Richard Nixon
Nixon, Richard
Milhous (Yorba Linda, Calif., 9 jan. 1913 - New York City 22
april 1994), Amerikaans staatsman, president van de Verenigde
Staten van 1968 tot 1974, studeerde rechten aan de
Duke-universiteit, waar hij afstudeerde in 1937, en was advocaat
in Whittier (Calif.) tot 1942. Van 1942 tot 1946 diende hij bij
de marine. In 1946 en 1948 werd hij tot Republikeins lid van het
Huis van Afgevaardigden gekozen, in 1950 werd hij senator. Zijn
(verkiezings)campagnes vielen op door hun felheid en ongegronde
verdachtmaking van communistische sympathie�n. Eenzelfde lijn
volgde hij als lid van de commissie tegen on-Amerikaanse
activiteiten (zie Joseph Raymond McCarthy). Van 1953 tot 1961
was hij vice-president onder Eisenhower.
In 1960 werd Nixon Republikeins kandidaat voor het
presidentschap, maar verloor met een zeer gering aantal stemmen
van zijn Democratische tegenstander John F. Kennedy. In 1962
stond hij kandidaat voor het gouverneurschap van Californi�,
maar verloor ook deze verkiezing. Daarop kondigde hij aan zich
voorgoed te zullen terugtrekken uit de politiek, maar begon
tegelijkertijd aan een zeer voorzichtige en goed voorbereide 'come
back'. In 1968 stelden de Republikeinen hem opnieuw kandidaat
voor het presidentschap. Met een gering verschil versloeg hij
zijn democratische tegenstander Hubert Humphrey.
1. Buitenlandse politiek
Nixons buitenlandse politiek was zijn voornaamste
succes. Geadviseerd door Henry Kissinger (eerst zijn assistent,
sinds 1973 zijn minister van Buitenlandse Zaken) volgde hij een
consequente koers van internationalisme in een tijd waarin velen
in zijn partij nog een isolationistische houding van de
Verenigde Staten voorstonden. Een van zijn belangrijkste
besluiten is geweest de banden met de Volksrepubliek China te
herstellen. In het voorjaar van 1972 bezocht hij zowel Peking
als Moskou. Deze politiek van toenadering maakte een einde aan
de Koude Oorlog door een nieuw evenwicht van de drie grote
wereldmachten en stelde de Verenigde Staten bovendien in staat
zijn militaire betrokkenheid in de oorlog in Vietnam te
be�indigen (zie voorts Indo-Chinese Oorlogen).
De Nixon-doctrine behelsde voorts een nieuwe nadruk op
vermindering van de Amerikaanse verantwoordelijkheid in andere
delen van de wereld. In feite bleef de Amerikaanse macht echter
overal aanwezig, speciaal in het Midden-Oosten, waar krachtige
steun aan Isra�l gedurende de Oktoberoorlog (1973) gevolgd werd
door een vredesbemiddeling die toenadering tot de Arabische
landen inhield.
2. Binnenlandse politiek
In de binnenlandse politiek remde Nixon de sociale
programma's tegen de armoede en voor de rassenintegratie
enigszins af, en de federale bemoeienis met de staten werd
verminderd. Bij monde van zijn vice-president Agnew legde Nixon
de nadruk op 'law and order'. Nixon hoopte door een beroep te
doen op de zgn. 'zwijgende meerderheid' stemmen voor de
Republikeinen te winnen en een einde te maken aan de sinds
Roosevelt bestaande Democratische meerderheid in het Congres.
In 1972 behaalde Nixon een zeer grote verkiezingszege op de
zwakke democratische kandidaat voor het presidentschap, George
McGovern. Later zou blijken dat deze overwinning mede te danken
was aan de onoorbare manipulaties van het Republikeinse Comit�
tot herverkiezing van de President (zie Watergate-affaire) en
dat het Witte Huis zelf bij deze acties betrokken was. Een
aantal van Nixons medewerkers uit het Witte Huis werd
aangeklaagd (en veroordeeld), maar hijzelf hield zijn onschuld
in de Watergate-affaire vol en pas in aug. 1974 moest hij,
gedwongen door een uitspraak van het Hooggerechtshof, gegevens
openbaar maken die het bewijs leverden van zijn betrokkenheid.
Daarop werd hij door zijn staf en door de leiders van zijn
partij tot aftreden gedwongen (9 aug. 1974), nog voordat het tot
een impeachment kon komen.
Nixon werd opgevolgd door zijn vice-president Gerald Ford, die
hem begin sept. 1974 amnestie verleende voor de strafbare feiten
die hij tijdens zijn presidentschap had of mocht hebben begaan.
Vanaf 1976 maakte hij verschillende (officieuze) reizen, o.a.
naar China en de Sovjet-Unie, waar hij Gorbatsjov ontmoette.
Doordat zijn rol in de Watergate-affaire en zijn Vietnampolitiek
in de schijnwerpers stonden, kreeg het succes dat hij op andere
terreinen behaalde niet de aandacht die het verdiende. Nixons
economische politiek had grotendeels het beoogde rendement en
was bovendien in hoge mate 'sociaal'. Ook het beleid inzake de
burgerrechten van de zwarte minderheid bracht vergaande
veranderingen ten goede, vooral op het gebied van de
rassenscheiding op scholen.