Sambar
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
familie van de Cervidae van de ware herten telt
41 soorten. Het nauwst verwant aan de sambar is
de eland uit
Noord-Amerika, Noord-Europa en Azi�. Met zijn
indrukwekkend gewei is het verreweg het grootste
hert in India en Zuidoost-Azi�. Toch wordt de
sambar maar zelden waargenomen, want ondanks
zijn omvang beweegt hij zich geruisloos door het
woud en glipt hij bij het minste teken van
onraad direct weg tussen de bomen. Maar wordt
hij betrapt, dan kan hij met een felle schop
zomaar de maag openrijten van het dier dat hem
belaagt.
Nadat hij overdag veilig in de schaduw van het
struikgewas heeft gelegen, begeeft de sambar
zich tegen de avond voorzichtig op pad om
geruisloos te gaan grazen. De mannetjessambar is
een solitair dier, terwijl de hinden of
vrouwtjes soms voor de veiligheid kleine groepen
vormen. Ze zijn altijd gespitst op verdachte
geluiden of geuren en zijn van nature bang voor
mensen, wilde honden en hun grootste vijand, de
tijger. Al komt die in het merendeel van hun
verspreidingsgebied niet meer voor. Maar de
sambar weet dat niet en dus springt hij bij het
kraken van een twijgje direct weg tussen de
bomen.
Aan het begin van het droge seizoen raken de
geweien van de mannetjessambars tijdens bloedige
krachtmetingen in elkaar verstrengeld en veel
sambars sterven hierbij. De winnaar markeert
zijn territorium door urine te sproeien,
uitwerpselen achter te laten en met zijn gewei
over boomstronken te schuren. Hij roept en zijn
klieren scheiden een sterke geur af om hindes
voor de paring te lokken. Elke hinde werpt een
kalf aan het begin van het regenseizoen, als de
overvloedige plantengroei ervoor zorgt dat ze
rijkelijk melk kan blijven geven. Het kalf gaat
pas na ongeveer vier dagen lopen en blijft nog
enige tijd dicht bij zijn moeder.
Mals gras, groene bladeren en wilde vruchten en
bessen vormen het belangrijkste voedsel van de
sambar, aangevuld met gewassen die hij aan de
rand van het woud vindt. Op zoek naar voedsel
waagt hij zich zelden ver buiten de beschutting
van de bomen. Om de maximale voedingswaarde uit
zijn voedsel te halen, kauwt hij elke hap
grondig voor hij die doorslikt en heeft hij
krachtige spijsverteringsenzymen en bacteri�n in
zijn vierkamerige maag. Net als veel andere
dieren gebruikt hij regelmatig natuurlijke
likstenen om waardevolle zouten en andere
mineralen binnen te krijgen.
Hoewel de sambar nog steeds veel voorkomt, neemt
zijn aantal en verspreidingsgebied sinds het
begin van de twintigste eeuw snel af, vanwege
houtkap en om de snelgroeiende menselijke
populatie in de regio van landbouwgrond te
voorzien. Nu is hij alleen nog veilig in
nationale parken en wildreservaten. Zijn aantal
zal nog verder afnemen als de aantasting van het
leefgebied zo doorgaat.
|